Vlaams Komitee: 'Geen Vlinder-, maar Nachtvlinderakkoord'

© Brussel Deze Week
02/03/2012
BRUSSEL – Onbegrijpelijk dat er zo weinig te doen is over het Vlinderakkoord over de zesde staatshervorming, vinden Bernard Daelemans en Joost Rampelberg van het VKB. “Nochtans zijn er redenen om zeer ongerust te zijn: op tal van vlakken wordt de band Brussel-Vlaanderen doorgeknipt, en dat is de voorbode van een verdere marginalisering van de Brusselse Vlamingen. Daarom spreken we beter van een Nachtvlinderakkoord.”

Zeker, Brussel krijgt er een smak geld bij, waarvan we kunnen hopen dat het nuttig zal worden besteed om de leefbaarheid van de stad te verbeteren. En misschien vallen er wel wat kruimels van de tafel die in zinvolle Vlaamse projecten kunnen worden geïnvesteerd. Gelukkig blijft het onderwijs een zaak van de Vlaamse Gemeenschap, zodat de enorme uitdagingen waar Brussel op dat vlak mee te maken heeft, met de ruggensteun van heel Vlaanderen aangepakt kunnen worden. Maar voorts bevat het Vlinderakkoord voor de Brusselse Vlamingen alleen maar onheilstijdingen.

Zo zal de hervorming van het Brusselse gerecht zonder enige twijfel leiden tot achterstelling van rechtzoekende Vlamingen. Er werden immers nieuwe verdeelsleutels afgesproken over het aantal Nederlandstalige en Franstalige magistraten, die niet overeenstemmen met de feitelijke verdeling van het aantal rechtszaken over de twee taalrollen. De werkdruk voor de Vlaamse magistraten zal dus onvermijdelijk toenemen, met een grotere gerechtelijke achterstand tot gevolg. Bovendien wordt het aantal tweetalige rechters herzien naar beneden (van 2/3 naar 1/3) én het vereiste niveau van taalkennis afgezwakt.

De formule van de splitsing van het kiesarrondissement zorgt er bovendien voor dat de Brusselse Vlamingen in de Kamer niet meer vertegenwoordigd kunnen worden en dat de band met Vlaanderen wordt doorgeknipt. De Franstaligen van de zes Vlaams-Brabantse faciliteitengemeenten zullen wél voor Brusselse lijsten kunnen stemmen. Deze stokebranden worden beloond voor hun weigering om zich bij de afbakening van de taalgebieden neer te leggen.

Er is in het Vlinderakkoord geen vergelijk gevonden omtrent de taalwetgeving, die in Brussel al zowat vijftig jaar geboycot wordt door de openbare besturen, zodat de negentien gemeenten meer en meer alleen op papier nog tweetalig zijn. Zeker, er komt een werkgroep die de kwestie van het gebruik der talen bij de Brusselse overheden moet bekijken, maar te oordelen naar de voorontwerpen die op dit vlak al bekend geraakt zijn, kan van een eventuele 'doorbraak' in deze werkgroep alleen een verdere uitholling van de taalwetgeving verwacht worden.

Hebben we het over de bevoegdheidsverdeling, dan zien we dat we minder en minder Vlamingen en meer en meer Brusselaars worden. Alle nieuwe bevoegdheden worden aan het Brussels Gewest (of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie) toegekend, ook als het heel duidelijk en ondubbelzin­­nig gemeenschapsaangelegenheden zijn. We hebben het hier in de eerste plaats over de kinderbijslag. Maar ook op domeinen als gezondheidszorg, sport en toerisme worden bevoegdheden aan Brussel toevertrouwd. Brussel wordt dus een echt 'gemeenschapsgewest'.

Zelfstandige staat
Waarom hebben we het daar zo moeilijk mee? Ten eerste weten we uit ervaring dat de Brusselse instellingen die nu al bevoegd zijn voor 'persoonsgebonden zaken', de Nederlandstaligen stiefmoederlijk behandelen. Denk maar aan de openbare Irisziekenhuizen, die echt te mijden plekken zijn als je gezondheid en je leven je lief zijn. Het is niet moeilijk te raden dat in een grote 'Brusselse gemeenschap' de Vlamingen aan het kortste eind zullen trekken.

Ten tweede moeten we naar de lange termijn kijken. De dynamiek naar meer autonomie komt met dit akkoord niet tot stilstand. Men spreekt nu al van een zevende staatshervorming. Zelfs het voortbestaan van het land is geen zekerheid.

De Franstalige politici maken er geen geheim van dat de belangrijkste verdienste van de zesde staatshervorming is dat Brussel volledig op voet van gelijkheid komt met de andere gewesten, én dat er rond Brussel een aantal nieuwe territoriale entiteiten komen waar de Franstaligen een stevige vinger in de pap hebben: het kanton 'Sint-Genesius-Rode', dat alle zes de faciliteitengemeenten omvat en deel uitmaakt van de kieskring Brussel; een uitbreiding van de taalrechten van de Franstaligen in rechtszaken in heel Halle-Vilvoorde; een 'Metropolitane Gemeenschap', die samenvalt met de vroegere provincie Brabant, bevoegd voor gewestmateries. Deze territoriale hervormingen worden uitgelegd als een voorbereiding op een mogelijke splitsing van België: dan zou Brussel niet meer beschouwd kunnen worden als een 'hoofdstedelijk gebied' waarop zowel Vlaanderen als Wallonië een claim kan leggen, maar wel als een zelfstandige staat, die overigens nu al deel uitmaakt van een federatie met Wallonië. Het kanton Sint-Genesius-Rode zou de 'corridor' worden die Brussel met Wallonië verbindt.

Het spreekt voor zich dat indien Brussel met Wallonië een aparte staat gaan vormen, dit meteen ook betekent dat de Brusselse Vlamingen alle moeizaam bedongen rechten en participatiemechanismen in één klap zullen verliezen. Dan zullen we inderdaad herleid worden tot een gedoogde minderheid, in plaats van volwaardige Vlaamse burgers te blijven.

Zelfs als er op de korte termijn voor de Brusselse Vlamingen niet zo heel veel verandert, slaan we vandaag het pad naar de ondergang in. Daarom moet de zesde staatshervorming tegengehouden worden. We roepen de Brusselaars op om zich bewust te worden van het gevaar.

--------------------------
Joost Rampelberg, voorzitter, en Bernard Daelemans, politiek secretaris Vlaams Komitee voor Brussel

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni