Alain Hutchinson (PS) vindt religie een privézaak

Danny Vileyn, Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
09/11/2006
Er zijn heel wat nieuwe PS-verkozenen van vreemde afkomst in de gemeenteraden, en dat zorgt voor onrust in de partijgelederen. Voormalig staatssecretaris Alain Hutchinson (PS) wil dat de PS klare wijn schenkt. "Aan de scheiding tussen Kerk en Staat mag niet geraakt worden."

De Parti Socialiste in Brussel beleeft verwarrende tijden. Het aantal allochtone verkozenen in de gemeenteraden nam een hoge vlucht. In Schaarbeek zijn tien van de dertien PS'ers niet van Belgische origine, in Brussel-stad elf van de zeventien. Dat zorgt binnen de lokale PS-afdelingen voor oprispingen: de allochtone kandidaten zouden er alleen maar zijn voor de eigen gemeenschap.

PS'ers die al lange tijd meedraaien in de partij, zoals Catherine François (Sint-Gillis) en Sfia Bouarfa (Schaarbeek), waarschuwen dat de laïcité onder druk komt te staan, dat mooie Franse maar haast onvertaalbare woord dat het principe huldigt van de scheiding tussen Kerk en Staat. De publieke dienstverlening moet religieus neutraal zijn. Maar wie kritiek heeft, wordt door de partij het zwijgen opgelegd. Dat is onterecht, vindt de minzame Alain Hutchinson, die een groot verdediger is van het vrije woord.

Dat Hutchinson vandaag in het Europees parlement zit, was niet de carrièreplanning die hij voor ogen had. Hij heeft als staatssecretaris in de Brusselse regering belangrijk werk verricht om de huisvestingsmarkt in Brussel beter te reguleren. Hij schreef een huisvestingscode die normen oplegt waaraan een woning moet voldoen. Hij plande vijfduizend nieuwe woningen, sociale én voor de middenklasse. Maar in 2004 werd hij door PS-baas Philippe Moureaux verbannen naar het Europees parlement om plaats te maken voor staatssecretaris Françoise Dupuis (PS), die vandaag zijn werk verderzet.

"Natuurlijk vind ik het jammer dat ik mijn werk niet heb kunnen afmaken," zegt Hutchinson in zijn kantoor in Sint-Gillis, "maar ik ben toch vooral blij dat het werk wordt voortgezet, al heb ik ook wel mijn bedenkingen. De bouw van nieuwe woningen vordert traag, en het idee om de privésector te betrekken bij de bouw van sociale woningen, is opgegeven. Dat is jammer."

"Ik heb ook wat moeite gehad om mijn draai te vinden in het Europees parlement. Ik ben een man van het terrein, van de beslissingen. Ik hou van de druk die daarmee gepaard gaat. Als europarlementslid heb je heel wat minder in de pap te brokken, hoewel het Europees parlement de jongste jaren wel een aantal keren zijn tanden heeft laten zien." "Ik heb intussen een rapport gemaakt over het wegtrekken van bedrijven naar lagelonenlanden. Dat is erg belangrijk, het gaat alle werkende mensen aan, maar je krijgt er geen media-interesse voor in België. In Frankrijk en Engeland wél. Zo is gebleken dat er bedrijven zijn die verschillende keren uit de Europese ruif eten door te verhuizen van de ene regio naar de andere. Zo organiseert Europa natuurlijk zijn eigen failliet."

Kunt u in het Europees parlement iets doen voor Brussel?
Alain Hutchinson: "Ik ben erin geslaagd een informele commissie op te richten die zich met huisvesting en stedelijkheid bezighoudt. We hebben een wooncode opgesteld met minimumvereisten voor een goede woning, die moet uitmonden in een resolutie. Bij ons staat het recht op wonen in de grondwet, maar dat is niet zo in alle landen. Huisvesting in Oost-Europa, bijvoorbeeld, is een groot probleem. Ik had beloofd bij mijn afscheid uit de Brusselse regering dat ik huisvesting op het Europees niveau ging tillen. Ik heb het op de agenda gekregen."

"Het heeft me ook dingen geleerd over huisvestingsbeleid. Sommige lidstaten, zoals Frankrijk, tonen veel moed, iets waar Brussel jammer genoeg in achterblijft. Ik heb enkele jaren geleden voorgesteld om de sociale woontorens in de Krakeelwijk in de Marollen plat te gooien en te vervangen door een wijk op mensenmaat, maar ik kreeg hiervoor onvoldoende steun in de regering. Onze politici hebben soms schrik van hun schaduw. Het is typisch Brussels. Het ontbreekt niet aan ambitie, maar er is een permanente vrees om af te gaan in de ogen van de kiezer." "Ik herinner me in vorige regeringen hoe ministers belangrijke dossiers voorstelden, maar hoe die getorpedeerd werden door andere ministers - om pietluttigheden. Ik heb nog de schriftjes die ik toen gebruikte, waarin ik in de kantlijn een atoombommetje tekende. Ik stond soms letterlijk op ontploffen."

Kijkt u anders aan tegen Brussel nu u in Europese regionen vertoeft?
Hutchinson: "De inplanting van de Europese wijk heeft natuurlijk een enorm litteken nagelaten. Ik heb de buurt gekend als een volkse wijk die later volledig is platgegooid. Ik heb gezien hoe minachtend de Europese instellingen omgingen met de regio waar ze toch te gast zijn. Dat verklaart ook waarom de Brusselaar over het algemeen weinig enthou­siast is over Europa." "Mais il ne faut pas cracher dans la soupe. Nu Brussel er is, mogen we ook de verdiensten van Europa voor Brussel niet vergeten: het zijn duizenden banen, een lokale economische ontwikkeling, en het is belangrijk voor het imago van Brussel. Brussel staat op de kaart en als Europa Brussel verlaat - wat niet zal gebeuren -, dan zou dat een catastrofe betekenen."

Het grote aantal allochtone verkozenen zorgt voor gerommel binnen uw partij, de PS.
Hutchinson: "Ik ben het niet eens met wie zegt dat er te veel allochtonen op de PS-lijsten stonden. Het is een weerspiegeling van de lokale realiteit. In Sint-Gillis ben ik twaalf jaar lang schepen geweest, ik ben gemeenteraadslid geweest in Schaarbeek en nu in Watermaal-Bosvoorde. De bevolking is in die drie gemeenten totaal anders, de militanten ook, de verkozenen ook. Bij de PS is dat altijd op een natuurlijke manier verlopen." "Maar onder meer door het stemrecht voor migranten hebben de andere partijen plots ingezien dat er enorm veel stemmen bij de andere gemeenschappen te rapen vallen. Toen is het misgelopen omdat men kandidaten op de lijsten is gaan zetten om de stemmen van één bevolkingsgroep binnen te halen."

U kunt niet ontkennen dat dat debat ook binnen de PS woedt. Volgens sommigen staat de 'laïciteit' van de partij onder druk.
Hutchinson: "Ik zie een negatieve evolutie in onze samenleving. Twintig jaar geleden was de moslimgemeenschap erg open. Meisjes droegen geen hoofddoeken. De Belgen en moslims konden het over het algemeen goed met elkaar vinden. Vandaag nestelen sommige moslims zich in hun identiteit. Ze willen hun wijk niet verlaten omdat ze zich er beschermd voelen. Dat wordt dan nog eens uitgebuit door integristen. Maar ik kan vandaag het onderscheid niet maken tussen vrouwen die verplicht worden om hun hoofddoek te dragen - en zo zijn er veel -, en vrouwen die het doen om zich religieus te outen of om zich af te zetten tegen de anderen, wat een heel verschil is."

"We moeten de behoeders zijn van de lekenstaat, wat niet hetzelfde is als atheïsme. We moeten dus als verkozene des volks het onderscheid tussen het privéleven en het openbare leven hoog houden. Apart zwemmen voor meisjes en jongens? Ik vind niet dat dat kan. Halal voedsel in scholen? We gaan de maaltijden in onze scholen toch niet laten samenstellen door imams? Intussen is het wel aan de orde. Wat ik mijn partij verwijt, is dat ze dat niet wil toegeven. Daar schuilt een zekere hypocrisie in. Ik vind daarom dat de partij duidelijk moet zeggen waar het op staat."

Die uitspraken zullen u niet in dank worden afgenomen.
Hutchinson: "Is dat dan stigmatiserend? Neen. Sinds Léo Collard heeft onze partij de deur opengezet voor katholieken. Moslims zijn welkom, maar met een duidelijke scheiding tussen het privéleven, waartoe godsdienst behoort, en het openbare leven. Ik zet nooit een stap in een moskee of kerk."

"We moeten de nieuwe PS-mandatarissen, ook de Belgische, die oude principes goed inprenten. Er is een vorming van onze mandatarissen nodig, en niet alleen een technische. Sommige verkozenen worden schepen, maar hebben niet de minste politieke ervaring."

"We moeten ook kunnen toegeven dat we in een stad van getto's leven. De politiek draagt een grote verantwoordelijkheid omdat er niet tijdig is ingegrepen door te streven naar een grotere sociale mix. Niemand wou die Arabier in zijn witte wijk. Nu zitten we bijna in een Angelsaksisch model, waarbij iedere gemeenschap een eigen leven leidt. Alleen willen de Brusselse politici dat niet altijd inzien."

Baart dat u zorgen?
Hutchinson: "Ja, maar we moeten het ook met wat afstand kunnen bekijken. We moeten de vrouwen steunen die zich verzetten tegen het dragen van het hoofddoek. Het is een strijd voor gelijke rechten. We hebben in het verleden belangrijke stappen gezet in de gelijkheid tussen man en vrouw. Daar valt niets meer op af te dingen. Maar we moeten nu ook niet zeggen dat dit dé grote historische strijd van het moment is. In de geschiedenis gebeurt alles met schokken. We maken nu een schok mee, maar die schokken zullen opgevangen worden. Ik ben ervan overtuigd dat we uiteindelijk harmonieus zullen kunnen samenleven."

"Daar is wel moed voor nodig. Het eerste wat ik als schepen van Onderwijs in Sint-Gillis heb voorgesteld, is om quota op te leggen in de scholen: zoveel Marokkaantjes, zoveel Italiaantjes, enzovoorts. Misschien is het wat te idealistisch, maar als kindjes vanaf hun eerste schooldag samen leren leven met kinderen van andere culturen, dan is de strijd van het harmonieus samenleven al grotendeels gestreden. Dan heb je later geen vzw'tjes meer nodig om de integratie te bevorderen."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni