Cover Brusselse luis in Vlaamse pels Paul Delva

Delva schrijft 'Brusselse luis in Vlaamse pels'

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
11/12/2013

Vlaams parlementslid Paul Delva (CD&V) is gepokt en gemazeld in de christendemocratie, maar dat belet hem niet de hoofdstad met open vizier te bevragen. In het boek ‘Een Brusselse luis in de Vlaamse pels’ vermengt hij zijn eigen verhaal (als Brusselaar en Vlaams parlementslid) met de getuigenissen van vijftien gastauteurs.

De vijftien komen uit heel uiteenlopende domeinen: politiek, arbeidsbemiddeling, werkgeversverenigingen, onderwijs, welzijn, cultuur, toerisme, mobiliteit, gezondheid, economie en media. Ze luisteren naar namen als Hugo Vanden Driessche, Jo Libeer, Kris Lauwers, Erik De Jonghe en Marijke Vandebuerie. De stem van een vakbondsman of vrouw ontbreekt, al voert Delva tenoren met een ACV-stempel (Mieke Van Hecke, Kris Lauwers) wel op.

Paul Delva is Vlaams parlementslid sinds 2007, hij kwam – na een carrière als onder andere kabinetsmedewerker – in het Vlaams halfrond als opvolger van Steven Vanackere die Vlaams minister van Welzijn werd.

Paul Delva werd geboren in Brugge, en heeft net als zijn echtgenote West-Vlaamse roots. Hij vraagt zich af of dat anno 2013 nog relevant is, hij geraakt er niet uit. Maar opgroeien deed hij in het welvarende, francofone zuid-oostelijke deel van de hoofdstad (Oudergem), in een anonieme straat met bel-etagewoningen uit de jaren 1950-1960, een anonieme buurt langs de spoorlijn naar Namen en in de onmiddellijke omgeving van metrostation Hankar. Maar in het zuid-oosten van Brussel vormden de Nederlandstaligen destijds een hechte groep, zo schrijft Delva. En dan heeft hij het over het Davidsfonds, de KWB en de Sint-Juliaansparochie. Nu woont hij in Sint-Pieters-Woluwe, met nog maar weinig Nederlandstaligen en een wegdeemsterende parochie, maar wel met een boeiend gemeenschapsleven en een benijdenswaardig theaterprogramma. “Ik woon er nog altijd zeer graag,” zegt Delva.

Paul Delva legt zich sinds 2007 toe op de band met Brussel, maar hij vindt het jammer dat zijn jeugdvrienden een voor een Brussel geruild hebben voor de Rand of verder. En filosofisch betreurt hij dat het personalisme van de Franse filosoof Emmanuel Mounier veel minder aandacht krijgt dan pakweg het socialisme, kapitalisme, communisme en nationalisme.

Gemeenschap en gewest
De christendemocraten blijven geloven in het Belgisch systeem van gemeenschappen en gewesten, zo valt ook op te maken uit de uitleiding (uitgeverijen moet sterk aangeraden worden dit woord te schrappen wegens lelijk) van CD&V-voorzitter Wouter Beke. Beke herinnert er aan dat Vlaanderen jaarlijks 700 miljoen euro investeert in Brussel; aan de andere kant wordt één op de drie arbeidsplaatsen in Brussel ingevuld door Vlaanderen. En Beke sneert naar de N-VA: “Maar voor sommigen geldt nog steeds: liever een arm Vlaanderen dan een rijk België.”

Ook Delva blijft geloven in een systeem van ‘sterke gewesten en sterke gemeenschappen’: in een systeem à la Washington DC zouden de Brusselse Vlamingen nooit hun gewaarborgde vertegenwoordiging kunnen behouden.

Onderwijs
Mieke Van Hecke is een van die andere grote namen die Delva heeft kunnen strikken voor een bijdrage. Van Hecke vertolkt (uiteraard) de stem van het katholiek onderwijs, ze schrijft onder andere: “Het vrij onderwijs in Brussel dat 60 procent van de Nederlandstalige leerlingen heeft, ontvangt slechts een derde van de extra middelen die verstrekt worden door gewest en gemeenten.” Een kritische opmerking aan het adres van de Brusselse politici.

Delva zelf is ook kritisch ten aanzien van de Vlaamse regering – en dat siert hem: “In verhouding tot de domeinen onderwijs en cultuur liggen de Vlaamse welzijnsinvesteringen in Brussel nog steeds lager (dan de vooropgestelde norm van 30 procent, dv). Hoewel het Nederlandstalig welzijnsaanbod in Brussel groeit, is het nog steeds ontoereikend.

En over de oorzaken van de toenemende armoede: “Een te laks en weinig vooruitziend migratiebeleid, jongeren die onvoldoende scholing genieten en/of voortijdig van school veranderen, de slechte talenkennis (shame on us, hoofdstad van Europa) drugs en andere problemen en het niet op elkaar afgestemd raken van vraag en antwoord op de arbeidsmarkt.”

Wie wil weten waar CD&V – en meer bepaald Paul Delva – voor staat, vindt alvast in dit boek een heuse inkijk in het christendemocratische gedachtengoed.

Tot slot heeft Delva nog tien tips voor de volgende Vlaamse regering: hij wil dat de 30 procentnorm behouden blijft – op die manier nemen de Vlaamse investeringen toe met de hoofdstedelijke bevolkingsgroei – en hij heeft concrete voorstellen om de samenwerking tussen Vlaanderen (gewest) en het Brussels gewest te intensifiëren, ook de band tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie moet aangehaald worden. Delva, die op de lijst staat voor de Brusselse gewestverkiezingen en niet voor de Vlaamse, pleit ook voor een herwaardering van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

‘Een Brusselse luis in de Vlaamse pels. Over de iris en de leeuw’ van Paul Delva is uitgegeven bij Pelckmans, telt 240 blz. en kost 21,50 euro.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni