‘Een mokerslag voor de sector’

De keuze van minister Gatz (Open VLD) om kleinere kunstorganisaties en jong talent niet te ondersteunen zorgt voor een verschraling van het kunstenlandschap. Dat zeggen Vlaams parlementslid voor Brussel Yamila Idrissi (SP.A) en SP.A-voorzitter John Crombez over de beslissingen inzake de cultuursubsidies. Het Nederlandstalig theater in Brussel maakt hij monddood, aldus Idrissi.

“De minister zou enerzijds de behoeder van ons sterk kunstenlandschap moeten zijn en anderzijds moeten vechten binnen de Vlaamse regering om de nodige financiële middelen te krijgen. In geen van beide is hij geslaagd”, steekt Idrissi van wal. “Deze beslissing betekent een regelrechte verschraling van het landschap. De kunstensector wordt zo herleid tot een strikt rekenkundige oefening, waarin vernieuwing, maatschappelijk belang, diversiteit en evenwicht van geen tel meer zijn.”

Sven Gatz heeft het over het creëren van een sterkere kunstensector met minder organisaties. “Deze beslissing over de vijfjarige subsidiëring van het kunstenlandschap is erop gericht om de kwaliteit en diversiteit in het kunstenlandschap te bewaren en te versterken”, klinkt het in het officiële persbericht.

“Door de positieve draai die de minister aan zijn beslissing over de cultuursubsidies geeft, probeert hij minder subsidies voor meer subsidies te verkopen” zegt Yamila Idrissi verontwaardigd. “Dit is op het randje van demagogische communicatie. Zo werd voor het Kaaitheater 2.145.000 euro geadviseerd, en krijgen ze uiteindelijk 1.892.400, terwijl de minister dit probeert te verkopen als een stijging van de middelen. De subsidies van 2016 waren al een besparing van meer dan 7% en nu krijgen ze nog minder.”

Idrissi hekelt ook dat de geadviseerde subsidiebedragen naar beneden zijn afgerond. “Zo slaat hij de sector kreupel, alvorens zij haar plannen kan uitvoeren.”

'Beloofd maatwerk vervalt in het niets'
“De minister had trouwens beloofd dat er in 2017 weer zuurstof zou komen” gaat Idrissi verder. “Dit is geen inhaaloperatie, het is een effectieve achteruitgang ten opzichte van 2010. Dit verkopen als een verbetering getuigt van weinig respect voor al die cultuurmensen die dagdagelijks het beste van zichzelf geven,” aldus Idrissi. “Een besparing van 9,3% proberen te verkopen onder het mom van een solidariteitsbijdrage getuigt van cynisme.”

Van kwaliteit en diversiteit bewaren en versterken is ook geen sprake volgens de Het Vlaams parlementslid. “Noodzakelijke stedelijke initiatieven zoals Tristero in Brussel en het gezelschap van Jan De Corte krijgen nul op rekwest en zijn gedoemd om te verdwijnen. Zo zorgt de minister, de zogenaamde behoeder van het kunstenlandschap, ervoor dat het Nederlandstalig theater in Brussel verdwijnt.”

“Dit illustreert een gebrek aan beleidskracht en, sterker nog, het druist rechtstreeks in tegen zijn beleidsnota en het Kunstendecreet”, aldus Idrissi: “Maatwerk zoals beloofd in het vernieuwde Kunstendecreet vervalt met dit systeem in het niets. Net zoals de beloofde ondersteuning van nieuw talent: opkomende en snel groeiende organisaties kunnen zonder een extra injectie immers niet de stap naar volwassenheid zetten”.