"GOK-decreet is niet oorzaak van wachtrijen"

De lange wachtrijen aan bepaalde scholen bij de start van de inschrijvingen is geen typisch Brussels probleem. Dat vindt Brussels minister Guy Vanhengel (VLD). In de VGC is hij bevoegd voor onderwijs. De commissie Onderwijs van de VGC wil nu een informeel overleg met de collega's in het Vlaams Parlement over het Gelijke Onderwijskansendecreet.

De inschrijvingsproblemen in sommige Brusselse scholen zijn intussen bekend. Maar begin januari tartten de taferelen aan het Sint-Jan-Berchmanscollege alle verbeelding. Ouders kampeerden dagenlang voor de schoolpoort om hun kind in te schrijven, sommigen huurden zelfs een kampeerwagen. Daarover ging de discussie dinsdag in de commissie Onderwijs van de VGC.

Volgens Guy Vanhengel is er weinig aan te doen en is het geen typisch Brussels probleem. "Zodra men veel ouders heeft die hun kinderen willen inschrijven in een school waar de plaatsen beperkt zijn, dan krijgt men wachtrijen. Dat heeft niets te maken met het Gelijke Onderwijskansendecreet."

Dat decreet zegt dat wie het eerst komt het eerst maalt. Niemand krijgt voorrang, met uitzondering van broertjes en zusjes. Ook mag een school de eerste 27% van de plaatsen voorbehouden voor Nederlandstalige kinderen.

Maar het Vlaams Belang vindt dat alle Nederlandstalige kinderen voorrang moeten krijgen. Dominiek Lootens (Vlaams Belang): "Er zijn in heel wat Nederlandstalige scholen wachtlijsten van twee of drie jaar. Dat is voor ons onaanvaardbaar."

Uitdaging
Maar voor Vanhengel stellen zich eigenlijk geen problemen met het Gelijke Onderwijskansendecreet. "De grote uitdaging is het succes van het Nederlandstalig onderwijs. Hoe maken wij plaatsen vrij om al degenen die Nederlandstalig onderwijs willen volgen dat ook kunnen doen?"

De commissie onderwijs van de VGC wil een overleg over deze punten met de collega's in het Vlaamse Parlement. Een echte evaluatie van het GOK-decreet komt er pas in september 2006.