Daniel Buyle 25 jaar VGC 03

Griffier over 25 jaar VGC: 'Nooit vergeten waar we vandaan komen'

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
02/04/2014

De Vlaamse Gemeenschapscommissie bestaat 25 jaar. Dat wordt gevierd met een feestelijke zitting. “We mogen de comfortabele tak waarop we zitten niet afzagen,” waarschuwt griffier Daniël Buyle.

D aniël Buyle (1951) staat bij het grote – misschien wat oudere – publiek vooral bekend als de BRT-journalist die in de jaren 1980 op staande voet werd ontslagen. Hij had zich in een reportage en als politiek journalist al te kritisch uitgelaten.

Wat minder geweten is, is dat Buyle van oorsprong een Vlaamse Brusselaar is. Hij is in Vorst geboren, en woonde vervolgens dertig jaar in Oudergem. En het scheelde niet veel of hij was Franstalig geworden.

Buyle: “Ik herinner me mijn inschrijving in het eerste leerjaar. De broeder-marist, directeur van de school, een West-Vlaming nota bene, zei tegen mijn moeder: die jongen is pienter, zet hem maar in de Franstalige afdeling. Toen ik thuiskwam en fier mijn inschrijving liet zijn aan mijn vader, een bouwvakker, zei die: maar dat is in het Frans! Geen sprake van: hij gaat naar de Nederlandstalige afdeling.”

“Het is tekenend voor de pioniersjaren van de Vlaamse Brusselaars in de jaren 1950 en 1960. Voor alles moest je op je strepen staan. Er was moed nodig om je als Vlaming in Brussel te manifesteren. De verfransingsmachine was volop aan de gang: om carrière te maken in de ambtenarij bijvoorbeeld was het Franstalig curriculum de aangewezen weg.”

Negentiende eeuw
“Ik herinner me ook hoe er vanuit het Vlaamse verenigingsleven een soort pluralisme avant-la-lettre ontstond. Er werd een overkoepelende vereniging opgericht, het Forum, dat activiteiten organiseerde over de klassieke zuilen heen. Dat was vaak bij mensen thuis of in een parochiezaaltje. De gemeente stelde geen zaal ter beschikking. Later kwamen de socio-culturele raden, de campagnes voor het Nederlandstalig onderwijs, etc.”
“Als je dat vergelijkt met de situatie van de Vlaamse Brusselaars vandaag, dan lijkt de periode waarin ik in Brussel ben opgegroeid bijna de negentiende eeuw. Vandaag kan je als Vlaamse Brusselaar terugvallen op een netwerk van crèches, scholen, bibs, gemeenschapscentra, cultuurhuizen, Vlaams-Brusselse media, etc.”

En dan wordt u in het jaar 2000 griffier bij de raad van de VGC. U heeft die politieke instelling een ‘smoel’ gegeven.
Buyle: “Het klopt zeker dat de VGC de laatste vijftien jaar aan politiek belang heeft gewonnen. In de beginjaren was de VGC het kleine broertje. Vandaag zijn we incontournable.”
“Ik heb mee aan de kar getrokken om de Raad meer uitstraling te geven. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de Raad een eigen gebouw kreeg, dat niet zomaar een mooi pand is maar tegelijk een vitrine van wat wij als Vlamingen in Brussel te bieden hebben.”

Door de VGC zo duidelijk te positioneren zegt u ook: aan de macht van de Vlaamse Brusselaars valt niet te tornen.
Buyle: “We mogen nooit vergeten waar we vandaan komen. De positie die de Vlaamse Brusselaar heeft verworven, is ons niet in de schoot geworpen. We hebben hiervoor moeten knokken.”
“Dat we vandaag zo ver staan, komt omdat we ons nooit in een getto hebben laten opsluiten. De kleine Vlaamse gemeenschap heeft zich altijd opengesteld voor de andere gemeenschappen. Vlamingen zijn veel verstandiger omgegaan met migratie dan Franstaligen. Die zijn er altijd van uitgegaan dat iedereen die in Brussel woont van nature Franstalig is. Het Franstalig onderwijs bijvoorbeeld heeft nooit inspanningen gedaan om rekening te houden met de instroom van anderstaligen.”

Een zwak punt in de Brusselse architectuur zijn de lokale besturen, waarin de Vlamingen weinig te zeggen hebben. In de schoot van de VGC-raad is een Conferentie van Vlaamse schepenen opgericht, waar u secretaris van bent. Levert die vergadering iets op?
Buyle: “Zeker wel. De Conferentie van Vlaamse schepenen telt nu 26 leden, waarvan 3 OCMW-voorzitters. En alle gemeenten zijn vertegenwoordigd. We vonden al lang dat het lokale niveau beter ondersteund moest worden. In het beste geval kon de Vlaamse schepen vroeger rekenen op één ambtenaar.”
“Tegelijk wil de VGC meer samenwerken met de lokale besturen. De Vlaamse schepenen zijn in dat proces een heel belangrijke schakel.”
“De Conferentie heeft ook al enkele keren stelling ingenomen. Bijvoorbeeld naar aanleiding van de interne Brusselse stadshervorming. Voor het eerst werd een delegatie van Vlaams-Brusselse schepenen gehoord in het Brussels parlement.”

Dat de VGC volwassen is geworden heeft een onvermoed neveneffect. Vroeger trokken de Vlaamse Brusselaars aan één zeel. Vandaag is het debat heel levendig en zijn de tegenstellingen soms erg scherp.
Buyle: “In de beginjaren van de VGC heerste inderdaad vooral eensgezindheid over de positie van de Vlamingen in Brussel. De band Brussel-Vlaanderen werd geweldig onderstreept, de steun uit Vlaanderen erg gewaardeerd en aangemoedigd. Dat was het heersende discours van alle Vlaamse partijen in Brussel.”
“Vandaag zijn de Vlaamse politici verdeeld. Er is een strekking die nog altijd het denken van de pioniers voortzet, weliswaar rekening houdend met het feit dat Brussel is uitgegroeid tot een kosmopolitische stad. Die strekking zet nog altijd de Vlaamse gemeenschap voorop.”
“En dan is er een andere strekking, met eerder jongere politici, die de Brusselse gemeenschap op de eerste plaats zet. Brussel wordt hier vooral als stad naar voorgeschoven. Hierover gaan de laatste tijd de meeste debatten in de Raad. Of het nu in verband is met onderwijs, kinderbijslag, stadsontwikkeling of cultuur.”
“Ik heb wel bedenkingen bij die evolutie. De geesten in Vlaanderen en Brussel groeien uit elkaar. In Vlaanderen denken politici dat Brussel een verloren zaak is, omdat het aantal Vlamingen daalt. In Vlaams-Brussel is het bon ton geworden om Vlaanderen de rug toe te keren. Daarbij vergeet men dat Vlaanderen heel veel financiële inspanningen doet voor Brussel. Ik geloof niet dat dit een gezonde evolutie is: Vlaanderen en Brussel hebben elkaar nodig.”

Het is niet ondenkbaar dat de N-VA na de verkiezingen in het VGC-college zal zetelen, en dus in de Brusselse regering. Wordt dat de ultieme test voor de Brusselse democratie?
Buyle: “Ja. Indien de Franstaligen een veto stellen tegen de N-VA of de alarmbelprocedure instellen, is dat het failliet van het Brussels model.”

Staan er nog veranderingen op til voor de VGC-raad?
Buyle: “De Raad zal geen initiatief nemen, maar een aantal politieke partijen hebben wel plannen met de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De N-VA wil de VGC afschaffen, zodat de Vlaamse regering haar bevoegdheden in Brussel rechtstreeks uitoefent. Bij CD&V heeft Walter Vandenbossche het plan om de raad in het Vlaamse parlement te laten vergaderen. Bij Groen gaan er stemmen op om de VGC op termijn op te doeken, waarbij Brussel als derde gewest meer benadrukt wordt.”

Bestaat de VGC nog over 25 jaar?
Buyle: “(Denkt lang na) Ik weet het niet. Ik hoop dat, hetzij onder een andere naam, de Vlaamse Gemeenschap in de toekomst voldoende politieke instrumenten overhoudt in Brussel. Zoniet worden de Vlamingen overgeleverd aan de willekeur van een dominante groep (de Franstaligen, SVG), zoals dat in de jaren 1960 en 1970 het geval was.”


Feestzitting van de VGC-raad op 3 april om 9u30 met gastsprekers Rudi Janssens, Patrick Deboosere, Machteld De Metsenaere en Paul Van Orshoven, Lombardstraat 69, www.raadvgc.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni