Historica Els Witte belicht de geschiedenis van B-H-V

Danny Vileyn, Jelle Couder
© Brussel Deze Week
06/05/2010
De pogingen om het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen, zijn niet zomaar 'een fase' in de staatshervorming. Dat zegt Els Witte, emerita hoogleraar Geschiedenis en voormalig VUB-rector. De splitsing van B-H-V is voor de Vlamingen het sluitstuk dat de taalgrens en de taalgebieden definitief moet vastleggen. "Na de splitsing is het aan Vlamingen en Franstaligen om te beslissen wat ze nog samen willen doen." [2 reacties]

Onze afspraak met Els Witte vond plaats luttele uren nadat de Franstaligen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers de alarmbel luidden en de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde zonder dralen naar de volgende legislatuur verwezen hadden. De Vlaamse volksvertegenwoordigers zaten erbij en keken ernaar.

Met veel poeha werd de voorbije weken nochtans aangekondigd dat de Vlamingen de splitsing op de agenda zouden plaatsen en dat het tot een stemming zou komen, Vlamingen tegen Franstaligen. Maar het punt is niet eens op de agenda geraakt, laat staan dat er een splitsing kwam. Gaat die er ooit nog komen, en zal de prijs die de Vlamingen moeten betalen, niet veel te hoog zijn? En: waarom slagen politici er vandaag - in tegenstelling tot vroeger - niet in een akkoord te bereiken? Werkt ons pacificatiemodel niet meer?

Geschiedkundige Els Witte heeft de communautaire onderhandelingen met argusogen gevolgd en is voor BDW bereid om het debacle in historisch perspectief te plaatsen. Toch waarschuwt Witte dat haar uiteenzetting zeer voorlopig is.

Er zijn geen documenten van de voorstellen die koninklijk bemiddelaar (en ervaringsdeskundige) Jean-Luc Dehaene uit zijn hoed getoverd heeft. We weten met andere woorden niet méér dan wat er, al dan niet bewust, gelekt is. En wat in de media kwam, had een hoog déjà-vugehalte: alle voorstellen hadden in het verleden al eens op tafel gelegen. Toen Dehaene zijn koninklijke opdracht teruggaf, wees hij ook op de verschillende filosofieën van Vlamingen (territorialiteitsprincipe, in Vlaanderen Nederlands) en Franstaligen (personaliteitsprincipe, de keuze van het individu primeert) aan. Els Witte geeft uitleg.

Is het mislukken van de onderhandelingen een breuk met een lange traditie?
Els Witte : "Sinds het einde van de negentiende eeuw hebben we inderdaad veel communautaire compromissen gesloten. Maar er zijn ook lange periodes van strijd geweest, met heftige discussies en vallende regeringen. Zo uitzonderlijk is wat vandaag gebeurt, dan ook niet. De communautaire onderhandelingen van het verleden duurden gemiddeld een achttal jaar. We zijn nu bezig sinds 2004, een oplossing mag niet meer te lang op zich laten wachten."

Waarin verschillen deze onderhandelingen van de vorige?
Witte : "De vorige akkoorden waren altijd zeer brede akkoorden, Franstaligen en Vlamingen gingen elk met hun verlanglijstje rond de tafel zitten. Nu waren de Franstaligen geen vragende partij, en de speltheo­rie leert ons dat het moeilijk is om in die omstandigheden een akkoord te sluiten. Ook waren de vorige akkoorden, omdat ze zo breed waren, altijd zeer ingewikkeld."

De wereld heeft ondertussen niet stilgestaan.
Witte : "De maatschappelijke context is inderdaad helemaal anders. Brussel en de Vlaamse rand zijn de jongste jaren in snel tempo geïnternationaliseerd. We moeten zeker de positieve gevolgen hiervan benadrukken. Vlaams- en Waals-Brabant hebben hun rijkdom te danken aan die internationalisering. Het Frans is nog wel de lingua franca in Brussel, maar er zijn steeds meer talen, in de eerste plaats het Engels, die een rol beginnen te spelen. De Vlamingen in de rand moeten op een goede manier leren omgaan met mensen die een andere taal spreken, en dat gebeurt ook, er worden wel degelijk inspanningen geleverd."

"Niet alleen bij ons, maar overal ter wereld versterkt de globalisering de identiteitsreflexen. President Sarkozy in Frankrijk en bondskanselier Merkel in Duitsland zijn twee illustere voorbeelden. In een land met twee cultuurgemeenschappen, waarvan er een zich heel lang de underdog gevoeld heeft, speelt die identiteitsreflex nog sterker mee."

"De akkoorden van het verleden zijn altijd gesloten door kleine elites die konden rekenen op het fiat van hun achterban. De zuilen stonden garant voor de steun van de basis. In onze ontzuilde samenleving hangt de reactie van de achterban veel meer af van de media dan van de voormannen, en dat maakt de elites onzeker. Dat brengt ook met zich mee dat de meest radicale partijen zwaarder wegen. Een voorbeeld uit de voorbije onderhandelingen is het gewicht waarmee het FDF op de liberale MR heeft gedrukt."

Waarom zijn communautaire akkoorden bij ons zoveel moeilijker dan bijvoorbeeld in Zwitserland?
Witte : "Ook daar zijn er heel wat taalperikelen. Maar bij ons ligt de oorzaak ver in het verleden. Nederlands en Frans waren - en zijn in zekere mate nog steeds - talen met een ongelijke status. Het Frans als grote cultuurtaal was, zeker in de vorige eeuw, bijna vanzelfsprekend superieur aan het Nederlands. Dat heeft ervoor gezorgd dat er geen wederkerigheid was, terwijl dat nu net zo'n belangrijk element is in onderhandelingen. Het Nederlands was in de negentiende eeuw weinig gestandaardiseerd: het was een verzameling dialecten. Dat speelt ons tot op vandaag parten, het dia­lect is nog altijd wijdverspreid."

"Andere landen kennen dat probleem in mindere mate: in Zwitserland hebben het Frans en het Duits dezelfde status, en hetzelfde geldt enigszins voor het Engels en het Frans in Canada."

"Ondertussen is de status van het Nederlands wel gestegen en die van het Frans, op internationaal niveau, gedaald. Al zijn er nog altijd elites in landen als Roemenië en Polen die Frans spreken. Tussen haakjes: er zijn ook nog altijd groepen Franstaligen die neerkijken op het Nederlands."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni