Ingeborg Grässle (EVP): 'Alleen eurocraten gaan op café'

Ingeborg Grässle is parlementslid voor de EVP, de christendemocratische Europese Volkspartij. "Brussel is een fantastische stad, maar de Europese aanwezigheid blijft er te veel verborgen voor de burger," vindt ze. Volgens Grässle wordt de Belgische hoofdstad in het buitenland ook automatisch vereenzelvigd met het Europese ver-van-mijn-bedbeleid.

"Leg mij eens uit: hoe kan Europa werken als België zelf zo verdeeld is?" vraagt het 48-jarige Duitse europarlementslid Ingeborg Grässle retorisch aan de telefoon. "Wel, dat houdt de mensen in mijn kiesdistrict in Duitsland meer bezig dan waar Europa werkelijk voor staat. Begin er dan maar eens aan."

Toch is de christendemocrate niet ontmoedigd. In haar deelstaat Baden-Württemberg stapt ze met grote thema's naar de kiezer. "We willen aantonen dat Europa een antwoord kan bieden op de financiële crisis, en dat de euro een baken is in deze moeilijke tijden. Ook de uitbreiding van de Europese Unie staat op het programma. De CDU, de Duitse christendemocratische partij, is voor een stabilisatie van de EU, eerder dan voor een uitbreiding. Europa heeft een rustperiode nodig, en we willen sommige Balkanlanden nog even laten wachten voor ze kunnen toetreden. En wat de toetreding van Turkije betreft: daar zijn we tegen."

Naar Rome
Die grote thema's hebben niet het beoogde effect. Toch niet om 'Brussel', de zetel van de EU, in een positiever en misschien minder 'eurosaai' daglicht te stellen, geeft Grässle toe. "Nobody cares about Brussels," zegt ze ferm. "Brussel in het buitenland, dat is hetzelfde als de Europese regelgeving. En die regelgeving is complex. Brussel heeft ook geen Europees project: als het echt een Europese hoofdstad zou willen zijn, dan zou het beter een bezoekersstructuur uitwerken om meer toeristen aan te trekken."

Toch blijft Brussel volgens Grässle maar beter de Europese hoofdstad. "We hebben hier kantoorruimte, we gaan die ook nog uitbreiden, en we zijn hier verankerd. Het zou onzinnig zijn om ergens anders ons heil te zoeken. Oké, ik geef toe, er is eens een petitie onder europarlementsleden geweest met de vraag om Rome tot Europese hoofdstad te maken, maar dat was alleen omdat het daar mooier weer is (lacht). Nee, deze stad valt best mee. Er is veel groen en de musea zijn prachtig. Ik woon hier ook graag. Maar ik denk niet dat er veel interactie tussen gewone Brusselaars en eurocraten is. Als ik bijvoorbeeld een café binnenga, dan lijkt het of ik alleen maar eurocraten tegenkom. Misschien leven we ook wel te veel op ons eiland. Maar we hebben ook weinig tijd om de interactie op te zoeken."

Brussel als Europees district, daar wil Grässle wel over nadenken. "Zonder het op te leggen natuurlijk, want daar is niemand bij gebaat."

Volgens Grässle weten veel mensen in haar thuisland zelfs niet dat ze binnenkort naar de Europese stembus moeten. "Misschien zou het helpen als Brussel, het hart van de Europese instellingen, wat communicatiever zou worden," besluit ze.