Metro brengt volgende regering in financiële problemen, zegt studie

Volgens een studie van de Universiteit van Namen zal de Brusselse regering pas tegen 2024 een begroting in evenwicht kunnen halen. Dat komt volgens de onderzoekers door de hoge kosten van de nieuwe metrolijn en andere investeringen in infrastructuur en mobiliteit.

Als de (volgende) Brusselse regering haar plannen voor de nieuwe metrolijn niet aanpast, zal er de komende legislatuur zo goed als geen ruimte zijn voor andere investeringen. Dat concludeert studiecentrum CERPE, verbonden aan de Universiteit van Namen.

CERPE vergelijkt de Brusselse investeringen van 2018 met die van 2019 en stelt een stevige stijging vast. Zo investeerde de Brusselse regering 275,5 miljoen euro in 2018 en 460 miljoen euro in 2019, waarvan 244 miljoen euro voor de uitbreiding van het metronetwerk, 162,5 miljoen euro voor kunstwerken (infrastructuur) en overstapparkings en 53,3 miljoen euro voor het crisiscentrum.

Acht miljard schulden

Volgens de simulaties van CERPE zullen die investeringen in de uitbreiding van de metro de komende jaren alleen maar stijgen, waardoor Brussel pas tegen 2024 budgetneutraal kan zijn volgens het Europees Stelsel van Rekeningen.

De simulaties houden geen rekening met andere mogelijke budgettaire beslissingen van de volgende regering, waardoor de rekening nog heel wat kan stijgen, waarschuwt L'Echo. Bovendien voorspelt de studie dat de Brusselse schuld binnen vijf jaar met bijna 100 procent kan stijgen naar acht miljard euro tegen 2024.