Naar één groot onderwijsondersteunend initiatief

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
12/07/2007
Ouders moeten een engagementsverklaring ondertekenen, leerkrachten in Brussel krijgen een hoger loon, en Taalvaart, Bits2, Voorrangsbeleid Brussel, Schoolopbouwwerk, Nascholingscentrum, Leermiddelencentrum en Broso fuseren. Dat zijn enkele van de opvallendste aanbevelingen uit het eindrapport van de rondetafelconferentie over het Brussels Nederlandstalig onderwijs.

De schok over de sluiting van het Heilig-Hartcollege in Ganshoren was afgelopen voorjaar zo groot dat Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke (SP.A) zich gedwongen zag om, samen met zijn Brusselse collega Guy Vanhengel (Open VLD), een rondetafelconferentie over de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel te organiseren.

Eind mei gingen vier werkgroepen aan het werk en afgelopen vrijdag legden ze aan de ministers hun eindrapport voor, met meer dan zestig aanbevelingen. Om de ouderbetrokkenheid te vergroten, wordt bijvoorbeeld voorgesteld om de ouders een engagementsverklaring te laten ondertekenen. Ze beloven daarmee hun kind op tijd naar school te sturen, erop toe te zien dat het niet spijbelt en zelf regelmatig naar ouderavonden te komen. Anderstalige ouders beloven bovendien dat ze hun kind inschrijven in minstens één Nederlandstalige buitenschoolse activiteit. Vandenbroucke vindt zo'n verklaring een goed idee en wil er zelfs een decreet over maken zodat het engagement afdwingbaar wordt. Of er ook administratieve boetes ingevoerd moeten worden voor ouders die zich niet houden aan hun belofte - een voorstel van de werkgroepen -, staat voor de minister nog niet vast. Hij wil deze zomer verder laten uitzoeken wat wenselijk en juridisch haalbaar is. Uit de eerste reacties blijkt alvast dat het idee van boetes op heel wat tegenkanting stuit. Zo werpt Vlaams parlementslid Sven Gatz (Open VLD) op dat het Nederlandstalig onderwijs in Brussel met zo'n maatregel in een negatieve en repressieve sfeer terechtkomt. "En dat kunnen we missen als kiespijn," vindt Gatz.

Beter betaald
Lastig wordt ook het sociaal overleg over een hoger loon voor Brusselse leerkrachten, zoals de conferentie voorstelt. Wie in Brussel voor de klas staat, zou sneller anciënniteit opbouwen en dus meer verdienen. Dit voordeel zou men kwijtspelen als men het Brusselse onderwijs verlaat. Op die manier wil het onderwijsveld het grote verloop onder leerkrachten in Brussel tegengaan. De meesten - 87 procent - wonen buiten Brussel en velen houden het in de hoofdstad voor bekeken als ze dichter bij huis werk vinden. "Bezoldiging koppelen aan de plaats waar je werkt, is een revolutionair idee, maar we gaan onderzoeken of het kan," zegt Vandenbroucke.

De minister volgt het onderwijsveld ook als het over de overgang lager-middelbaar gaat. Die is nu te bruusk, zeker in Brussel, waar veel leerlingen ook nog eens met een taalachterstand kampen. Vandenbroucke wil daarom werken aan een brede eerste graad in het secundair onderwijs. Ook mag het experiment van het Brussels curriculum van de minister verdergezet worden, maar dan liever wel de variant waarbij de eerste graad over drie jaren wordt uitgesmeerd. Die wordt nu slechts in één school toegepast.

Ook minister Vanhengel en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) zullen de komende maanden hun huiswerk moeten maken. In het eindrapport wordt immers gesuggereerd dat het aanbod aan buitenschoolse Nederlandstalige activiteiten moet worden uitgebreid, zodat anderstalige kinderen ook buiten de school volop de gelegenheid krijgen om Nederlands te spreken. De onderwijsconferentie vindt ook dat de VGC alleen initiatieven mag subsidiëren waarbij de omgangstaal Nederlands is.

Ondersteuners
En dan is er het voorstel voor de fusie van alle netoverschrijdende 'onderwijsondersteuners'. Dat zijn Taalvaart (ondersteuning taalvaardigheid), Bits2 (Brusselse Impuls voor Technologie en Software op school), Voorrangsbeleid Brussel (ondersteuning taalvaardigheid), Schoolopbouwwerk (begeleiding kansarme ouders en jongeren), het Nascholingscentrum (vorming leerkrachten), het Leermiddelencentrum (informatie- en materialenbank) en Broso (ondersteuning secundair onderwijs).

Nu klagen de scholen dat ze door het bos van al die ondersteunende initiatieven de bomen niet meer zien. Vanhengel heeft dan ook beslist ze te laten samensmelten tot één organisatie. Het probleem is dat deze organisaties, die samen zo'n tachtig mensen tewerkstellen en deels vanuit Vlaanderen, deels door de VGC gefinancierd worden, niet allemaal dezelfde juridische structuur hebben, dat de personeelsleden uiteenlopende statuten hebben en dat er flink gepuzzeld zal moeten worden om alle leidinggevenden in te passen in het nieuwe plaatje. Ook dit wordt dus geen simpele opdracht.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni