Ook wetenschappelijke instellingen moeten minder besparen

De besparingspil bij de federale wetenschappelijke instellingen wordt verzacht. Het principe van de 20 procent besparingen blijft behouden, maar als ze een goed dossier indienen krijgen ze meer geld. Dat is donderdagmorgen beslist op het kernkabinet, vernam brusselnieuws.be.

Federaal vicepremier Didier Reynders (MR) kondigde woensdag in een paar kranten aan dat de federale biculturele instellingen minder gaan moeten besparen dan eerder aangekondigd. Bozar, de Koninklijke Muntschouwburg en het nationaal Orkest zullen “maar” tien procent moeten besparen op de werkingsmiddelen in plaats van twintig en komen er geen besparingen op personeelskosten. De globale besparingen bedragen daardoor 2,7 miljoen euro in plaats van 5,1 miljoen. Reynders bevestigde dat donderdag nog eens in de Kamer.

Die koerswijziging volgde op een storm van protest uit de culturele sector. Maar Elke Sleurs (N-VA), staatssecretaris voor de federale wetenschappelijke instellingen (zoals het Museum voor Schone Kunsten en het Jubelparkmuseum) floot Reynders woensdag meteen terug. Ze zei dat Reynders voor zijn beurt sprak, en dat voor het regeerakkoord onverkort moet worden uitgevoerd.

Op het kernkabinet donderdagmorgen werd echter een compromis bereikt. Reynders haalt zijn slag thuis: de besparingen bij de biculturele instellingen worden verminderd. Maar als compensatie krijgen de federale wetenschappelijke instellingen wat meer ademruimte. Iets waar Elke Sleurs dus mee kan uitpakken.

Putten uit pot via sterk dossier
Het principe van de 20 procent besparingen op de werkingsmiddelen van de federale wetenschappelijke instellingen blijft evenwel behouden, evenals een lineaire besparing van 12 procent op het personeel en 20 tot 30 procent op de investeringsmiddelen. Maar er komt een pot waaruit zij kunnen putten, vernam brusselnieuws.be uit betrouwbare bron. Hoe groot die pot is, is voorlopig onduidelijk.

De “korting” op de besparing is niet lineair. De instellingen gaan een dossier moeten indienen, waaruit moet blijken dat ze meer middelen nodig hebben om goed te functioneren. Staatssecretaris Sleurs zal spoedig aan tafel zitten met de instellingen om hun noden in kaart te brengen en dan beslissen wie bijkomend geld krijgt, of het nu gaat om geld voor personeel, voor de werking of voor investeringen.

De federale ministerraad buigt zich vrijdag over de besparingen bij zowel de biculturele als de wetenschappelijke instellingen.

Tot de federale wetenschappelijke instellingen behoren de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, het Midden-Afrikamuseum, het KMI, de Koninklijke Sterrenwacht, het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie, het Rijksarchief, de Koninklijke Bibliotheeke en het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij.