Picqué verdedigt versterking gemeenschappelijke gemeenschapscommissie

Met de zesde staatshervorming krijgt de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) een aantal extra bevoegdheden, waaronder die van de kinderbijslag. Minister-president Picqué haalt daarmee zijn slag thuis.

Een dag na zijn beleidsverklaring voor het Brusselse Gewest heeft minister-president Charles Picqué (PS) ook zijn beleidsverklaring afgelegd voor de GGC. Picqué is niet alleen minister-president van het Brussels Gewest, hij is ook de voorzitter van de GGC, die verantwoordelijk is voor bijstand aan personen en gezondheidszorg. De GGC-instellingen vallen in grote lijnen samen met die van het Gewest.

Dankzij het communautaire akkoord van de federale regeringsonderhandelaars krijgt de GGC er een aantal bevoegdheden bij. De meest in het oog springende is die van de kinderbijslag. Maar de GGC krijgt ook extra bevoegdheden op het vlak van bejaarden, geestelijke gezondheidszorg en eerstelijnspreventie, zoals vaccinaties.

Voor Picqué zijn het essentiële beleidsgebieden die de rechten waarborgen van alle Brusselaars. Hij is als de dood voor het schrikbeeld van gedeeld bestuur, waarbij bijvoorbeeld een zieke Vlaamse Brusselaar meer rechten zou hebben dan zijn Franstalige buur.

Picqué verduidelijkt wel dat hij geen tegenstander is van de gemeenschapscommissies VGC en Cocof, die bevoegd zijn voor onderwijs en cultuur. "Dat is een verrijking, maar dat principe geldt niet voor andere individuele basisrechten".

In de begroting van 2012 is geld vrijgemaakt voor de aanstelling van een crisismanager om de overgang te organiseren.