Joke Schauvliege (CD&V)

Schauvliege over cultuur: 'Brussel is goed bezig'

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
10/05/2012
Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V) wil blijven investeren in haar hoofdstad: bijna de helft van de individuele subsidies voor kunstenaars en ruim een kwart van het geld voor structureel erkende organi­sa­ties komt Brussel toe. In bakstenen wil de minister – en daar hamert ze op – níét in­vesteren. Maar de Uitpas, een soort vrijetijdspas, ook voor kansarmen, komt er in juni al aan.

N a een fotoshoot van een uur op en rond het Martelaarsplein waait Schauvliege haar kabinet weer binnen. Onder werk in bruikleen van Kunst in Huis kruist ze de armen om ons van antwoord te dienen op dé vraag waar Vlaamse Brusselaars mee worstelen: "En wat doet u voor Brussel?"

Schauvliege blijft bij elke vraag focussen op haar hoofdstad: "Brussel is uiterst belangrijk voor de inter­nationale uitstraling van Vlaanderen."

De Vlaamse minister van Cultuur is ook bevoegd in het Brusselse gewest, terwijl dat niet als één geheel wordt gezien, ervaren en politiek verdedigd. Het heeft Vlaamse burgers door de tijd altijd verdeeld. Waar plaatst u Brussel als cultuurgemeenschap: onder Vlaanderen of apart?
Joke Schauvliege: "Het antwoord daarop is dubbel. Aan de ene kant gaat het om een gemeenschapsbevoegdheid, waarbij de Vlamingen en de Nederlandstaligen in Brussel als één geheel gezien moeten worden. Maar het spreekt voor zich dat Brussel een speciale plaats inneemt omdat hier veel gemeenschappen en gewesten samenkomen en de internationale uitstraling ook vanhieruit gebeurt. Daar moet het beleid rekening mee houden. Grote steden als Antwerpen, Gent en Brussel geven cultuur een extra dimensie. Voor mij is het belangrijk dat we vanuit de Nederlandstalige gemeenschap in Brussel een goed cultuuraanbod kunnen bieden. Maar cultuur stopt natuurlijk niet aan de grenzen."

Meteen dan maar de cijfers voor de ondersteuning van Brussel.
Schauvliege: "(opgetogen) Dan hebben we het over heel mooie percentages. De cijfers spreken voor zich. In het Kunstendecreet (groepeert werkingsmiddelen voor organisaties, projectsubsidies, ontwikkelingsgerich­te beurzen en creatieopdrachten voor kunstenaars of opdrachtgevers, red.) is 27 procent van de organisaties die structureel erkend worden, in Brussel gevestigd. Ook projectmatig steunen we sterk. 47 procent van de individuele ondersteuning gaat naar kunstenaars in Brussel. Het bewijst dat we Brussel au sérieux nemen. Het cultuurbeleid in Brussel moet vanuit Vlaanderen blijvend gestimuleerd worden."

De grote ondersteuning van de Vlaamse cultuurtempels in Brussel - Kaaitheater, Ancienne Belgique, Beursschouwburg, KVS - is een erfenis van de jaren 1980, die verzand is in een status-quo. Moeten we het morgen enkel daarmee doen?
Schauvliege: "Al blijven we investeren in instellingen als de AB, de KVS en Bronks - omdat ze goed draaien -, we volgen en steunen zeker ook hun koersuitbreidingen. Neem nu Huis 23, dat enkele maanden geleden opende (een AB-huiskamer voor lezingen, debatten, muziek-dvd- en filmvoorstellingen, workshops, red.). We blijven dus ten volle op die huizen inzetten. Wat ik wel zie, en waar ik zeker voor wil waarschuwen, is dat er in het verleden te veel in bakstenen is geïnvesteerd en te weinig in mensen. Maar dat geldt net zo goed voor andere steden."

Geen mensen zonder huizen en omgekeerd, toch?
Schauvliege: "Ik besef dat de infrastructuur optimaal moet blijven. Maar als het alleen gaat om nog meer gebouwen te kopen, stenen te leggen en prestigieuze tempels neer te poten in Brussel, dan zult u in mij geen bondgenoot vinden. Ik vind niet dat we onze aanwezigheid als Nederlandstaligen versterken door te investeren in bakstenen. (kordaat) Ik blijf dat herhalen. Voor het Vlaams-Nederlands Huis deBuren bijvoorbeeld is geopteerd voor een renovatie, maar ook daar is de financiële situatie niet van dien aard dat alles zomaar mogelijk is. Ik maak liever een aantal keuzes om te besparen dan te beknibbelen op werking. En leg me dus niet in de mond dat ik niet wil investeren in Brussel. Ik wil véél investeren in Brussel: in cultuur, in Nederlandstaligen, in werking en dus in de ziel."

De fysieke aanwezigheid van die instellingen in Brussel heeft wel bijgedragen tot de internationale faam van de cultuur van de Vlaamse gemeenschap. "Kijk eens wat Vlamingen in hun hoofdstad waarmaken," hoor ik van anderstaligen. Ik zie dat internationale platform nog niet in Veurne komen, met al mijn sympathie voor de Westhoek. Brussel heeft toch Vlaamse tempels nodig?
Schauvliege: "Ik heb niet beknibbeld op internationale faam. Ik zal daarin volop blijven investeren, via AB, KVS, zelfs via Bozar, dat een ongewone structuur kent als federale instelling. U heeft me dus niet horen zeggen dat ik niet in Brussel zal blijven investeren, en dat ik dat in Veurne zal doen. Integendeel. Brussel is met zijn internationale dimensie voor mij belangrijk, daar ga ik niet op besparen. Maar er is nu geen geld voor gebouwen. Ik ben niet de minister die herdacht moet worden voor nen bouw."

Doet Brussel voldoende om de participatie te verhogen, vindt u?
Schauvliege: "Het is aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) om de gemeenschapsvormende activiteiten te sturen. Met de interne staatshervorming in Vlaanderen zijn we tot de conclusie gekomen dat het systeem van de VGC wérkt. Het was dan ook een politieke keuze om de VGC niet mee te nemen in de nieuwe oefening (besparingsronde, red.) die we in Vlaanderen gemaakt hebben. Ruimer dan het lokale beleid zie ik dat er inzake participatie in Brussel heel wat bottom-up groeit. Ik heb een hart voor zaken die spontaan groeien. Grote cultuurhuizen en kleine initiatieven komen tot samenwerkingsverbanden: kijk maar naar wat het Kaaitheater doet, naar Bronks, dat de buurt erbij betrekt, of naar de dynamiek in de ateliers van de Zinneke Parade. Er beweegt hier veel. Als ik het met mijn Vlaamse bril bekijk, is Brussel goed bezig. De werking is duidelijk gebouwd op de Vlaamse humuslaag die er al jaren ligt; andere doel- en kansengroepen worden er ten volle bij betrok­ken. Het leidt tot een grote dynamiek."

Stel dat ooit de Brusselse Vlamingen tot een van de kleinere minderheden in Brussel zullen behoren, wat zou Vlaanderen dan in stand moeten houden in Brussel?
Schauvliege: "Er zal alleszins niets artificieels aan zijn; in Brussel ontstaan de dingen spontaan. Nederlandstaligen weten elkaar in deze stad wel te vinden. De Nederlandstalige Brusselaars staan heel open voor anderen. Ik vind ze zeer tolerant, het sterkt hen ook. Vandaar dat ik hen ten volle blijf ondersteunen."

Hoe staat het met het samenwerkingsakkoord met uw collega Fadila Laanan (PS), bevoegd voor Cultuur in de Franse Gemeenschap?
Schauvliege: "Het akkoord heeft wat vertraging opgelopen door de staatshervorming en de vorming van de federale regering. Deze maand nog zou ons akkoord gefinaliseerd worden. We komen tot afspraken over wat we samen in Brussel kunnen doen en hoe we elkaar kunnen versterken zonder onze eigenheid te verliezen. Andere afspraken gaan over het zich profileren op internationaal vlak; mensen kennen Vlaanderen of Wallonië wel, maar meer nog Brussel en België. Ook samenwerkingsinitiatieven die versterkend werken, zitten in het akkoord, zoals het Kunstenfestivaldesarts."

"Een andere pijler is het afstemmen van onze agenda's, zonder in te boeten aan eigenheid en zonder te raken aan de taalwetgeving, zeker in de Rand van Brussel. Een en ander was ook een uitdrukkelijke vraag van het Brusselse Kunstenoverleg, dat een cultuurplan uitschreef dat de zorg voor samenwerking tussen de verschillende gemeenschappen onderstreepte. Minister Laanan en ik nemen dat ernstig. En ik geef toe dat het persoonlijk wel klikt met collega Laanan, ook politiek. Er ontstaat een bepaalde chemie, zodat er op een aangename manier afspraken kunnen worden gemaakt."

In Aalst draait een proefproject rond de Uitpas. Komt die ook naar Brussel?
Schauvliege: "De Uitpas moet je zien als een soort vrijetijdspas, op termijn geldig in heel Vlaanderen en Brussel. Goed nieuws is dat we er op 4 juni mee van start gaan in Brussel (voor een proefperiode, red.). Het proefproject in Aalst en omliggende gemeenten liet toe dat iedereen - ongeacht zijn inkomen - met de pas aan vrijetijdsactiviteiten kon deelnemen, ook cultuuractiviteiten. Aan de pas zelf kun je niet zien of iemand voor het gebruik meer of minder betaalt, hoewel het bedrag wel afhangt van je inkomen. We willen kansarmen kansen geven."

"Omdat Brussel voor de inwoners van Aalst en Erpe-Mere niet zo veraf is, hebben we de testgebruikers toegang gegeven tot activiteiten in de AB en de KVS. Brussel ligt in de straal van vrijetijdsbeleving van die regio. Nu wordt het proefproject vanuit het Participatiedecreet getrokken, maar na het proefdraaien is het de bedoeling dat het gebruik wordt uitgebreid naar de bevoegdheden van mijn collega's: jeugd, sport enzovoorts."

Tegen eind juni moet u de laatste knopen doorhakken in het Kunstendecreet. Wat kan men Cultuur afpakken, wat valt er allemaal te verdedigen binnen de Vlaamse regering?
Schauvliege: "De oefening die we maken, is net dezelfde als die van 2009 (in de vorige legislatuur, red.). In de 97 miljoen euro die ik te verdelen heb, zit tien procent projectsubsidies, de rest is structureel. Het is belangrijk om te weten dat ik dus precies dezelfde verhouding hanteer als mijn voorganger (Bert Anciaux, red.). Na de fase van de preadviezen, antwoorden en zakelijke adviezen van de administratie zal ik ernstig bekijken wie verder structureel wordt ondersteund. Pas dan stap ik naar de Vlaamse regering. Hoe stevig ik in mijn schoenen sta? Bij de laatste budgetcontrole in februari werd er niet extra bespaard op cultuur; ik denk dat alle lijken al lang uit de kast zijn gevallen."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni