Verhoogt huiswerk de ongelijkheid tussen kinderen?

Huiswerk. Dat is het centrale thema, zaterdag in het Brussels parlement tijdens een tweetalig debat dat Jef Van Damme, fractieleider van SP.A organiseert. Want hoe zit dat nu precies met huiswerk? Werkt het de sociale ongelijkheid in de hand omdat het ene kind kan rekenen op de hulp van de ouders en het andere kind niet?

Er zijn voor- en tegenstanders van huiswerk. De tegenstanders zeggen dat er geen tijd overblijft om samen iets leuks te doen met de kinderen en dat kinderen vooral moeten spelen. De voorstanders beweren dat huiswerk de zelfstandigheid bevordert en dat het kind op die manier leert plannen.

Zaterdag wisselen een aantal gastsprekers hierover van gedachten in het Brussels parlement en ze gaan in debat met het publiek. Het gaat onder meer om de Franstalige evenknie van de Gezinsbond, de coördinator van de huiswerklassen in Molenbeek en de inspecteur van het basisonderwijs.

Jef Van Damme (SP.A): "Er zijn ook tips. Zo zouden scholen beter een beleid rond huiswerk uitstippelen in plaats van dat elke leerkracht zelf beslist of hij huiswerk geeft. We vragen ons ook luidop af of we Finland als voorbeeld moeten nemen. In Finland worden huistaken op school gegeven en Spanje speelt met het idee ze ook af te schaffen."

Zeker in Brussel is het belangrijk om daarover na te denken, vindt Van Damme. "Het gaat niet enkel om het huiswerk zelf maar om de sociale component ervan zoals kinderen met reken- en taalachterstand die niet op de hulp van hun ouders kunnen rekenen omdat ze de taal niet helemaal beheersen of omdat ze laaggeschoold zijn. Uitgerekend die kinderen hebben steun nodig."