Waarom Selor beter niet geregionaliseerd wordt

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
26/12/2008
Franstalige partijen in Brussel vinden de taalexamens van Selor te moeilijk. Ze stellen voor dat de federale overheidsdienst geregionaliseerd wordt, zodat de hoofdstad zelf de taalexamens kan invullen. Redacteur Steven Van Garsse legt uit waarom dit een slecht idee is.

H et is bon ton bij Franstaligen om voor de regionalisering van Selor te pleiten. Het FDF neemt de taalexamens van Selor al langer onder vuur. Minister-president Charles Picqué (PS) en, onlangs, minister van Werk Benoît Cerexhe (CDH) stellen voor om de dienst over te hevelen naar het Brussels Gewest.

Die overheidsdienst, het vroegere Vast Wervingssecretariaat, speelt een belangrijke rol in de benoemingen in Brusselse administraties. Wie ambtenaar wil worden bij een lokaal bestuur, moet slagen voor het taalexamen van Selor. Het personeel kan er dan weer een mooie taalpremie mee krijgen. Met andere woorden: het taalbrevet is een gegeerd velletje papier. Het geeft recht op een vaste betrekking, op een loonsverhoging, het is vaak onontbeerlijk om carrière te maken binnen de administratie.

Maar het is, zo blijkt, ook een rem. De taaltesten heten heel moeilijk te zijn. Met slaagpercentages van minder dan vijftig procent zijn de taalexamens de schrik van het Brussels overheidspersoneel. En het blijken vooral Franstaligen te zijn die zakken voor het examen. De universiteit van Luik heeft daar ooit cijfers over vrijgegeven. Zestig procent van de Vlamingen slaagt voor het taalexamen, tegenover dertig procent van de Franstaligen. De kloof is enorm, al moet er bij worden verteld dat ook de slaagpercentages bij Vlamingen lichtjes aan het dalen zijn.

Dus, vinden de ministers Picqué en Cerexhe, is er iets mis met de examens. Ze zijn te moeilijk. En de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij Selor. Het is niet aan een federale instelling, vinden die politici nog, om te bepalen wat de taalkennis in Brussel hoort te zijn. Brussel kan die taaltesten maar beter zelf gaan organiseren.

Klapstoeltje
Alleen al door hun argumentatie vallen de ministers Cerexhe en Picqué door de mand. Want ze geven hiermee im­pliciet toe dat ze alleen maar willen regionaliseren om de taaltesten gemakkelijker te maken. En misschien ook wel om meer vat te krijgen op de benoemingen in hun eigen administraties. Maar het is ook om een andere reden een goedkoop voorstel. Cerexhe en Picqué weten goed genoeg dat taalwetten een federale materie zijn, precies omwille van de institutionele evenwichten. Vlamingen en Franstaligen waken samen over de taalpolitiek in dit land en in zijn hoofdstad. En dat is maar goed ook.

Morrelen aan de taalwetten is al meer dan één politicus zuur opgebroken. Bij de federale Copernicus-hervorming kwamen de taalwetten ook in het vizier. De gevolgen daarvan laten zich nog altijd voelen. Vandaag zijn de overheidsmanagers nog altijd niet verplicht tweetalig, omdat er nooit een akkoord is bereikt over de taalvoorwaarden. Regionaliseren van Selor klinkt dus misschien goed voor het Franstalig kiespubliek, zolang België bestaat, en Brussel een tweetalig gewest is, is het een doos van Pandora die beter gesloten blijft.

Dat Selor-taalexamens ondoenbare exploten zijn, is een verhaal dat intussen graag breed wordt uitgesmeerd in de Brusselse politieke salons. Het gaat dan vaak over dat ene woordje: strapontin. 'Klapstoeltje' in het Nederlands. Of de politici halen voorbeelden aan van een tuinier die scheepstermen moest gaan verklaren. De parlementsleden Jean-Luc Vanraes (Open VLD) en Jean-Pierre Cornelissen (FDF) hebben ooit aan een Selor-taaltest deelgenomen. Om vast te stellen dat het allemaal wel meevalt. Misschien valt een woord als strapontin weleens, maar de kennis van dat ene woord zal niet doorslaggevend zijn in de eindbeoordeling.

Selor is de laatste tijd ook hard bezig om de taalexamens beter te objectiveren. Ze krijgen daarbij de hulp van de taalfaculteiten van een Franstalige en Nederlandstalige universiteit. Zo wil Selor de taaltesten inschakelen in een Europees referentiekader. De volledige database met vragen is beoordeeld op de moeilijkheidsgraad. Daar zijn dan weer zes verschillende niveaus uit gedistilleerd. Zo kan Selor ook zeker zijn dat de moeilijkheidsgraad van de taaltesten voor Franstaligen en Nederlandstaligen gelijk oplopen. Want de taalexamens van Selor hebben maar één bedoeling: zorgen dat er een vlotte communicatie mogelijk is in een meertalig land. Daar kan men best niet te veel op gaan afdingen.

Aanplakbiljet
Mag er dan niet worden geraakt worden aan de taalwetten? Misschien wel. Misschien moet er nagedacht worden over de tweetaligheid van de dienst, ter vervanging van de tweetaligheid van het personeel. Als de Nederlandstaligen in Brussel daarmee even goed af zijn, waarom niet? Maar een regionalisering van Selor? De ministers die het voorstellen, zouden er goed aan doen hun Nederlands eerst zelf wat bij te spijkeren. Cerexhe bijvoorbeeld moet zich telkens weer in een kramp leggen om een paar min of meer eloquente zinnen uit te spreken. En Picqué spreekt nog even houterig als twintig jaar geleden.

Nog eentje om het af te leren. Sinds kort hangt een aanplakbiljet in het Centraal Station. Leest u even mee: "Het is wederom de kijker uit te oefenen of niet, vrijgevigheid. Bedenk ook dat de dag van de show is live tijdens de week van solidariteit, dus aantonen dat het voldoet met betrekking tot deze artiesten." Ondertekend: Brussels Gewest en Brussel-stad. Zo spreekt men in de hoofdstad Nederlands, een hoofdstad die voortaan zelf de taalexamens wil gaan opstellen...

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni