1 op 5 scholieren Nederlandstalig onderwijs eindigt zonder diploma

Het aantal Brusselse jongeren dat zonder diploma de schoolbanken van het Nederlandstalig onderwijs verlaat blijft zorgwekkend hoog. Bijna 20 procent van de jongeren behaalt geen diploma secundair onderwijs. Twee keer zoveel als in Vlaanderen.

Dat blijkt uit de meest recente cijfers - die voor 2010 - die Brussels parlementslid Bianca Debaets (CD&V) opvroeg bij VGC-collegelid Guy Vanhengel (Open VLD). In het Nederlandstalig onderwijs in Brussel ligt het aandeel van vroegtijdige schoolverlaters op 20,4 procent van de jongens en 16,5 procent van de meisjes. In Vlaanderen ligt dat op respectievelijk 11,4 en 7,7 procent.

Leerlingen bij wie de thuistaal niet Nederlands is, lopen een groter risico zonder diploma te eindigen. Slechts 60 procent van hen studeert succesvol af. Een vijfde van hen behaalt geen enkele kwalificatie, zoals een succesvol leercontract.

Rest van EU doet beter
Eveneens zorgwekkend is dat het aandeel vroegtijdige schoolverlaters amper daalt. In 2005 lag het aandeel vroegtijdige schoolverlaters op 19,4 procent, in 2010 zat het op 18,4 procent. Het Brussels gewest gaat daarmee in tegen een Europese trend. In nagenoeg alle EU-lidstaten is het percentage voortijdige schoolverlaters sinds 2000 gedaald. In Nederland bijvoorbeeld halveerde het aantal vroegtijdige schoolverlaters.

"Schooluitval is een groot maatschappelijk probleem en heeft een niet te onderschatten impact op de latere levensloop van jongeren", aldus Bianca Debaets. "Hun kansen op werkloosheid en sociale uitsluiting liggen veel hoger."

Debaets pleit voor een nieuw pakket maatregelen "zoals een kwaliteitsvolle en meer continue schoolloopbaanbegeleiding op niveau van de leerling, meer differentiatie op zowel didactisch, pedagogisch als inhoudelijk vlak, geënt op de talenten van elk kind".