Achter de schermen van Onthaalbureau Inburgering Brussel (3)

Madeleine Sergooris
© Brussel Deze Week
24/10/2009
Elke Brusselse nieuwkomer, en ook oudkomer, die bij Bon een inburgeringscontract heeft getekend, wordt op zijn of haar integratieparcours bijgestaan door een trajectbegeleider. Persoonlijke dienstverlening op maat van de deelnemer.

'H eb je met je advocaat besproken wat je gaat doen?" vraagt trajectbegeleider Awet aan de nieuwe deelnemer die hem is toegewezen. De man zegt dat ze in beroep gaan tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Hij zit dus nog in de procedure. Hoe lang verblijft hij al in het Klein Kasteeltje? Ongeveer een jaar. Kinderen? Hij heeft er vier, maar ze zijn in Niger gebleven. Gestudeerd?

Er volgen nog meer persoonlijke vragen om zicht te krijgen op het profiel en de problemen van de asielzoeker. De tijdelijke verblijfsvergunning van korte duur is zo'n probleem. Voor persoonlijke hulp bij zijn regularisatieaanvraag kan hij best naar de migrantenorganisatie Foyer, legt Awet uit, daar worden dagelijks informatiesessies over de nieuwe regularisatieprocedure georganiseerd. Al wat Bon voorstelt, zal ik doen, zegt de asielzoeker zichtbaar gerustgesteld.

Dit persoonlijke gesprek, de nuttige informatie en de vriendelijkheid van zijn trajectbegeleider hebben de man blijkbaar houvast en hoop gegeven. Als er een probleem is, kan hij altijd langskomen of bellen voor een afspraak, de individuele begeleiding loopt één jaar.

Bon heeft een ploeg van 21 trajectbegeleiders. In 2008 hebben ze in de drie Bon-vestigingen samen ongeveer 1.400 inburgeraars individueel bijgestaan. Dat komt neer op een zeventigtal deelnemers voor elke trajectbegeleider.

Op maat van de klant
In Koekelberg volgen we het gesprek van trajectbegeleidster Klaartje met een vrouw uit Ecuador die al acht jaar in België verblijft. De alleenstaande moeder heeft een hobbelig parcours achter de rug: jaren zonder papieren, een verblijfsvergunning van korte duur toen haar zoontje hier geboren werd, daarna weer illegaliteit. Maar de vrouw is vastbesloten om voorgoed in Brussel te blijven. Ze komt voor een inburgeringsattest om haar regularisatieaanvraag te motiveren. Elke cursist die, zoals zij, de lessen maatschappelijke oriëntatie en Nederlands gevolgd heeft, krijgt dit attest. De Ecuadoraanse wil ook de lessen Nederlands voortzetten, want ze staat met waren uit haar geboorteland op de markten van Aalst en Knokke. Maar, hoe is ze aan haar verblijfsvergunning gekomen? Als hongerstaker aan de VUB? Daar kijkt de trajectbegeleidster van op. Mee staken mocht wel niet omdat ze een kind heeft, vertelt de vrouw, maar ze kon zich inschrijven op de lijst van de hongerstakers. En na de actie kreeg ze, samen met de anderen, een tijdelijke verblijfsvergunning.

"Dit parcours is een kans voor mensen die gemotiveerd en gedreven zijn. Die mensen komen ook zelf naar ons, gaan naar de diensten waar we ze naar doorverwijzen." In dat opzicht vindt Klaartje deze vrouw een gemakkelijke klant, maar er zijn ook moeilijke gevallen bij. "Zwakke mensen, die niet erg mondig zijn, weinig geschoold of analfabeten die niet kunnen lezen of schrijven in een andere taal. Ze hebben vaak veel problemen, met huisvesting, gezondheid. Voor die mensen doe ik al eens iets extra's, zal ik weleens zoeken naar werkaanbiedingen. Wij proberen in ons werk dingen begrijpbaar te maken voor de mensen, want ze komen met zoveel papieren. We nemen er ook de tijd voor om al die dingen uit te leggen."

Netwerk van partners
Praktische oplossingen zoeken voor materiële problemen zoals huisvesting, kinderopvang of transport. Mensen motiveren voor een beroepsopleiding, ze oriën­teren naar werk, ze aanzetten tot het leren van een tweede taal, ze hun verantwoordelijkheid leren nemen. Bon doet niet aan hulpverlening, maar aan dienstverlening. Dat is een verschil, zo wordt ons uitgelegd. De trajectbegeleiders zoeken voor hun inburgeraars niet zelf naar werk, ze schrijven ook zelf geen motivatiebrief. Ze verwijzen door naar allerlei organisaties en diensten.

Voor een goede begeleiding zijn ze bijgevolg aangewezen op een goede samenwerking met andere organisaties. "Zo kunnen we doeltreffender op de behoeften van de mensen inspelen," zegt Bon-directeur Eric De Jonge. "Als je de mensen kunt doorverwijzen naar je partners die op andere vlakken competent zijn, dan versterk je ook de capaciteiten van de deelnemers." En kennis is belangrijk: hoe meer de mensen weten, hoe weerbaarder ze worden en hoe beter ze hun problemen zelf kunnen oplossen.

In zijn vijfjarige bestaan heeft Bon zijn netwerk van partners almaar verder uitgebreid en beter gestructureerd. Het partnerschap met het Huis van het Nederlands is vastgelegd in het inburgeringsdecreet. Voor de lessen Nederlands als tweede taal wordt samengewerkt met de Brusselse centra voor volwassenenonderwijs CVO Lethas en CVO Brussel en met het centrum voor basiseducatie (CBE) Brusselleer. Voor de loopbaanoriën­tatie verwijst Bon naar de VDAB, Tracé en Actiris.

De structurele samenwerking kan ver gaan, zoals met de Brusselse arbeidsbemiddelingsdienst. Actiris houdt bij Bon wekelijks speciale zitdagen voor alle inburgeraars die hulp nodig hebben bij de loopbaanoriëntatie. Die geïntegreerde aanpak , zoals dat heet, is een beleidskeuze en een manier van werken, waarmee Bon stilaan school maakt, niet alleen in eigen land, maar ook in het buitenland.

Paperassen en administratieve hulp, daar gaat een groot deel van het werk over. Klaartje heeft al een honderdtal mensen met raad en daad bijgestaan. Maar gaan we niet te licht over de emotionele kant van de zaak, vraagt ze zich hardop af, "want we zijn toch zo oplossingsgericht. Dat heb ik vorige week nog eens beseft toen ik intensief met iemand bezig was: dit moet ge nu doen, dat moet gebeuren, dan komt ge terug bij mij met dat papier, zoveel problemen. En op een bepaald moment begint die man te huilen. Toen besefte ik dat ik te weinig aandacht heb voor de druk en al de emoties achter de problemen. Daar ben ik wel mee blijven zitten. Misschien moet ik eens vragen hoe het gaat met zijn vrouw en kind."

"Integratie is een moeilijk proces," zegt Awet. "Het heeft mij vier jaar gekost." De Ethiopische trajectbegeleider, die zeven jaar geleden als politiek vluchteling in Brussel terechtkwam, spreekt uit ervaring. Dat je motivatie en inzet om te integreren meer dan eens op de proef worden gesteld, dat je integratie ook afhangt van de mensen hier. Na de inburgering bij Bon is hij in Leuven verder gaan studeren. "Ik ben ooit geweigerd in een café in Leuven omdat ik zwart ben. Toen heb ik Louis Tobback een brief geschreven, om te laten zien dat ik het daarom niet opgeef."

Die persoonlijke ervaringen komen hem nu bij de trajectbegeleiding van andere lotgenoten goed van pas. Als mensen komen klagen over racisme bijvoorbeeld. Het is niet omdat de mensen je iets weigeren dat ze racisten zijn, legt hij ze dan uit. Dat ze zelf ook een inspanning moeten doen en vriendelijk blijven. "Niet opgeven, want als je vanuit Afrika of Azië naar hier bent kunnen komen, dan moet je ook blijven proberen om je problemen te overwinnen."

Vol ongeduld
We zijn een beetje een spiegel voor de mensen die we begeleiden, vindt Carlos. De Cubaan heeft net als zijn collega een inburgeringstraject doorlopen, maar dan in Nederland. De problemen van de nieuwkomers zijn hem maar al te goed bekend, én hun ongeduld. Hij dacht ook alles in één keer te kunnen regelen: studie, huis, werk. "Je beseft niet dat je tijd nodig hebt. Stap voor stap, zeg ik aan de mensen."

Hij houdt van de kleinschaligheid van Bon en van de kwaliteit van de menselijke relaties in zijn werk. "Met mensen werken is werken met respect, weten wie er voor jou staat, daarvan vertrekken, zo bereik je het meest."

Trajectbegeleiders moeten in hun individuele begeleiding niet te persoonlijk worden, vinden ze. Maar sommige dingen blijven bij. Bekwame mensen die om den brode onder hun niveau of ambitie moeten werken, bijvoorbeeld. Awet heeft iemand begeleid die Engelse literatuur had gestudeerd en als poetsman werkt. Carlos had een klant, ze was heel gemotiveerd bij haar inburgering, maar moest het land binnen de vijf dagen verlaten.

Brusselse mama
Bij een persoonlijke begeleiding op maat horen persoonlijke verhalen. Zoals dat van de asielzoeker uit Niger, toen zijn trajectbegeleider hem vroeg: "Ken je hier iemand?" De man fleurde helemaal op toen hij vertelde over zijn toevallige ontmoeting met een oudere dame uit Schaarbeek. Hij noemt haar zijn mama: "Ze vroeg mij of ik haar zoon wou zijn, want zij is haar zoon verloren en mijn moeder is ook overleden. We zijn als twee levens die elkaar aanvullen."


'Eindelijk Nederlands leren'

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni