Agressie tegen gemeentepersoneel Schaarbeek wordt ernstiger

Jaarlijks zijn er meer dan 30 gevallen van agressie tegen het gemeentepersoneel van Schaarbeek. De aanvallen worden ook steeds ernstiger. Vooral straatvegers en groenarbeiders worden het slachtoffer.

Tussen 2018 en 2021 werden 152 gevallen van agressie geregistreerd tegenover gemeentepersoneel van Schaarbeek. Dat blijkt uit het antwoord van het gemeentebestuur op een vraag van oppositieraadslid Cédric Mahieu (Les Engagés).

Vorig jaar werden er 37 incidenten geregistreerd, waarvan 25 psychologische aanvallen (beledigingen, bedreigingen, vernederingen...), 10 fysieke aanvallen (slaan, duwen, spugen...), één geval van intimidatie (zowel morele als seksuele) en één ander geval (diefstal en vandalisme).

Het aantal gevallen is gestagneerd. In 2020 waren het er nog 40. In 2019 en 2018 waren het er respectievelijk 44 en 31. Volgens de gemeente zijn die cijfers wellicht lager dan het werkelijke aantal aanvallen. “Niet alle incidenten komen in het register voor. Veel verbale aanvallen, vernederingen en beledigingen waarmee het personeel van bepaalde diensten vaak wordt geconfronteerd, worden niet gemeld.”

Incidenten worden ernstiger

Hoewel het aantal incidenten gestagneerd is, zijn de gevolgen wel ernstiger geworden. Zo leidden tien gevallen in 2021 tot arbeidsongeschiktheid. In 2020 was dat bij twee incidenten het geval, in 2019 bij vijf en in 2018 bij vier.

“Er is een duidelijke toename van ernstige fysieke mishandeling met arbeidsongeschiktheid tot gevolg in 2021,” schrijft de gemeente. “Alle tien fysieke aanvallen die in 2021 werden geregistreerd, leidden tot een arbeidsongeschiktheid van één of meer dagen.” In acht gevallen waren straatvegers of groenarbeiders betrokken. In twee gevallen waren gemeenschapswachten het slachtoffer.

Gemeente treft maatregelen

De gemeente erkent het probleem en trof al een aantal maatregelen. Zo verspreidt ze intern affiches, zowel digitaal als fysiek, met de namen van personen bij wie slachtoffers terecht kunnen. Daarnaast kunnen slachtoffers individuele steun krijgen met psychologische opvolging.

“Posttraumatische opvolging wordt niet systematisch aangeboden aan slachtoffers. De preventieadviseur bepaalt, op basis van een analyse van de vraag en de behoeften van het slachtoffer, of al dan niet moet doorverwezen worden naar een psycholoog van preventiedienst Cohezio,” aldus de gemeente. Daarna kan een slachtoffer nog doorverwezen worden naar een externe therapeut voor een follow-up op langere termijn.

De gemeente voorziet ook in een juridische follow-up, waarbij ze proces- en advocatenkosten betaalt.