Alhambrawijk houdt haar dubbele gezicht

Jan Wouters
© Brussel Deze Week
11/02/2011
Een winterse zaterdagavond, een colonne politiewagens komt aangesneld. Met zwaailicht en zonder sirene. Ze stopt vlak voor het oude gebouw van de KVS, de Koninklijke Vlaamse Schouwburg, in de Lakensestraat. Het voorspelt iets indrukwekkends, maar het is een zoveelste identiteitscontrole in café Tropicana, waar de tippelaarsters uit de buurt vertoeven. De marginale vertoning pal voor het statige culturele gebouw zorgt voor een verwrongen plaatje.

'D it is een buurt vol tegenstellingen," zegt Patrick De Coster, perswoordvoerder bij de KVS. "Het is een spanningsveld dat je de dag door ziet evolueren. Na elf uur 's avonds neemt het deel ginder aan de overkant de buurt over. De harde wereld. Geen van die madammen staat daar voor haar plezier. Ik kijk erop uit vanuit mijn bureau. Ook de pooiers zie je soms verschijnen."

Het is een harde wereld. Een totaal andere realiteit die er vlak tegen het culturele gebeuren aan schuurt. "Dat brengt chaos met zich mee. Maar het maakt Brussel ook uniek. In andere grote steden worden mensen met weinig middelen uit de stad gehouden. Hier blijft alles bij elkaar. De Dansaertvlamingen zitten hier vlakbij in mooie appartementen."

"Tot voor enkele jaren stonden ze voor de kantoorgebouwen in de Albert II-laan," vertelt Jan Leerman. "Ideaal: 's avonds zijn daar toch geen ambtenaren aan het werk." Leerman is voorzitter van het buurtcomité Alhambra, eind jaren 1990 opgericht als reactie op de prostitutie in de woonwijk rond de KVS en metrohalte IJzer aan het eind van de Lakensestraat. Maar volgens Espace P, de organisatie die het opneemt voor de prostitués - of les travailleurs de sexe zoals de vzw hen liever noemt -, staan de prostituees beter in de woonwijk rond het IJzerplein en de straten eromheen. "Die omgeving kan hun een groter veiligheidsgevoel geven," klinkt het bij Espace P. Het buurtcomité denkt daar anders over: "Ze hebben zelfs een folder verspreid, betaald met subsidies van de Cocof, de Franse gemeenschapscommissie, waarin ze de buurtbewoners vragen om mee na te denken over de integratie van de meisjes in de wijk. Dat is een brug te ver. Op het pleintje aan het uiteinde van de Koopliedenstraat, aan de kant van de Jacqmainlaan, zitten heroïnehoertjes ongegeneerd te gebruiken. De prostitutie trekt zatlappen en ander fout volk aan. Ze vechten en lopen te schreeuwen tot in de ochtend."

In enkele straten waar er sprake was van een carrousel van auto's die stonden aan te schuiven bij de prostituees, zijn afgelopen jaren enkele betonnen blokken gezet om de straat doodlopend te maken. "Nu is het hier een stuk minder druk," zegt Leerman. "Maar aan de Hooikaai, achter de KVS, blijft het strop zitten. Als er een auto even stopt bij de prosti­tuees, heb je al rap een file tot op de Lakensestraat, zodat alles vastzit en er volop geclaxonneerd wordt. Dat gebeurt soms in het midden van de nacht. Een van de oorzaken zijn de afwerkhotels vlak bij die straat, waar je een kamer kunt huren voor een uur. Vroeger sloten ze tegen middernacht. Tegenwoordig zijn ze 24/24 en 7/7 open. Logisch dat dit prostitutie aantrekt. Het lijkt alsof de Stad zich er niets van aantrekt. Maar bij vele buurtbewoners zorgt het al jaren voor onrust."

Alles vlakbij
Toch zit het met de uitstraling van de buurt wel snor. "Er wordt veel gerenoveerd, en dat zet aan tot nog meer renovatie," vertelt Maarten, eigenaar van restaurant Bar Bik tegenover de KVS. "De evolutie is al enkele jaren aan de gang. Er komen meer en meer lofts en dure appartementen bij, zoals in het OCMW-gebouw aan het eind van de Lakensestraat, waar ook opnieuw handelszaken zullen komen. En dat trekt weer ander volk aan."

Ook Jef ziet het positief. Hij woont nu vijf jaar met zijn gezin in de buurt. "Ik ben hier graag. Alles ligt vlakbij. Je kunt naar het theater, de cinema, er zijn goeie restaurantjes in de buurt, een slager om de hoek die tot laat openblijft en een Carrefour Express, waar je zelfs op zon- en feestdagen terechtkunt. De prostitutie valt moeilijk weg te denken, maar dat weet je als je hier komt wonen. Je kunt het vergelijken met de luchthaven. Als je daar een huis koopt, weet je op voorhand dat je dagelijks te maken krijgt met overlast."

Volgens Patrick De Coster, de perswoordvoerder van de KVS, komen er meer en meer restaurants die zich richten op een ander publiek dan vroeger. "Een cultureel publiek misschien. Deels omdat de KVS hier ligt. Maar er komen ook nieuwe zaakjes, en dat gaat in een hoog tempo. Ik ben benieuwd wat er in dat nieuwe blok (OCMW-gebouw, red.) allemaal komt. Zoiets geeft een totaal andere dynamiek aan de buurt."

Zelf woont De Coster niet meer in het centrum. "Ik heb besloten om back to the roots te gaan, zodat mijn kinderen de seizoenen zien veranderen en buiten kunnen spelen, in een veilige omgeving. Voor mij blijft Brussel een stad die goed is om je jeugdjaren in door te brengen."


Auteur Jan Wouters is derdejaarsstudent Journalistiek aan de Erasmushogeschool Brussel

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni