Brussel-Casablanca, de allerlaatste reis voor overleden moslims

Steven Vandenbergh
© Brussel Deze Week
21/11/2009
Honderden overleden moslims worden jaar na jaar in zinken kisten vanuit het Brussels Gewest naar het land van herkomst gerepatrieerd. Zonder bijstandsverzekering betaalt de familie al gauw drieduizend euro voor de hele onderneming. Ondanks de voorkeur van oude moslims om met een verzekering te repatriëren, wint de moslimbegraafplaats van Schaarbeek aan belang. BDW volgde een kist van Brussel naar Casablanca.

Hassan Galdy toetert zijn ziekenwagen, die dienst doet als lijkwagen, door een tiental bedelaars aan de ingang van Arrahma, de tweede grootste moslimbegraafplaats van Casablanca, in Marokko. De chauffeur, die voor de Marokkaanse begrafenisonderneming Compagnie Marocaine de Pompes Funèbres werkt, haast zich naar de uitvaart van acht overleden moslims, waarvan er een uit het buitenland gerepatrieerd werd. Eenmaal voorbij de op verschillende wijzen gehandicapte bedelaars aan de ingang volgt meer van hetzelfde binnen de kerkhofmuren. Tientallen oudere Marokkaanse mannen en vrouwen, steunend op krukken of zittend in een rolstoel, maar ook jongere Senegalese immigranten, wachten in de schaduw van palmbomen op een aalmoes. Na het druk bezochte vrijdaggebed krijgen ze iets toegestopt.

De acht overleden moslims worden door hun respectievelijke families in een ambulance gestopt. De lijkstoet met acht ambulances zet zich langzaam in gang, te voet gevolgd door de mannelijke familieleden - vrouwen mogen de dag zelf niet aanwezig zijn. Beheerst laten familie en vrienden hun dierbare, gehuld in een witte lijkwade, in het graf zakken. Wanneer de dode op zijn zij en richting Mekka begraven is, leggen de dicht op elkaar gepakte omstanders een steen over het graf en brengen aarde aan. De gerepatrieerde buitenlander blijft omwille van hygiënische redenen onaangeroerd in zijn kist. Na het ritueel geuren wierookstokjes uit Saoedi-Arabië rondom de graven. Zo blijven de overledenen liggen. Voor eeuwig en altijd.

Verzamelen aan de tombe
In Brussel kan zoiets niet. Een moslim kan in de hoofdstad van Europa maximaal vijftig jaar op dezelfde plek blijven liggen. In theorie is het wel mogelijk, maar dan dient het nageslacht de concessie te verlengen en betalen. Tot op heden is dat nog niet gebeurd aangezien de Brusselse moslimbegraafplaatsen nog niet zo lang bestaan. Daarbij komt nog dat weinig moslims hun kinderen met de kost van een verlenging willen opzadelen.

Dat eeuwigdurende aspect is één van de belangrijkste redenen waarom jaarlijks honderden dode Brusselse moslims naar hun land van herkomst gerepatrieerd worden. Mohamed Rami, directeur van de Compagnie Marocaine de Pompes Funèbres in Casablanca, haalt nog twee andere redenen aan. "De hergroepering met de familie is de belangrijkste reden. Eenmaal overleden, wil hij door de rest van zijn familie omgeven zijn. Het is makkelijker voor de familie om zich te verzamelen aan de tombe in Marokko. Een andere reden is dat hij verzekerd is."

In het geval van Marokkaanse moslims blijkt dat een deel van bij hun geboorte al voor een repatriëring verzekerd is. Bij Isaaf Mondial Assistance Maroc, een grote speler op het vlak van bijstandsverlening, maken ze geen geheim van hun klantenbinding. "Wanneer een ouder, die over een bijstandscontract beschikt, een nieuwgeborene verwelkomt, nemen we die pasgeborene direct tot onze last, met een uitsteltermijn van drie maanden. Als hij na drie maanden officieel bij ons niet is aangegeven, nemen we hem niet meer ten laste," zegt directeur production Mohamed Amine Sekkat tijdens een gesprek in Sidi Maârouf, het drukke zakendistrict dat zich tussen de internationale luchthaven Mohamed V en het centrum van Casablanca bevindt.

Volop repatriëren
De repatriëring naar het land van herkomst is slechts één van de vele prestaties binnen zo'n bijstandsverzekering, die vaak via een Marokkaanse bank wordt aangeboden. Bij Isaaf Mondial Assistance Maroc, bijvoorbeeld, kan iedereen zich tot de leeftijd van 65 jaar voor twintig euro jaarlijks verzekeren. "Mensen die ouder zijn en bekeerde Belgen, die niet overal terecht kunnen, begeven zich naar het Arrahma Islamtisch Uitvaartfonds. Daar betalen zij een jaarlijks familiaal forfait van 50 euro," legt Jamal Ben Taher, zaakvoerder van de Islamitische Begrafenisonderneming van België, uit.

Isaaf Mondial Assistance Maroc deed zijn eerste repatriëring in 1981, toen dat nog 18 Marokkaanse dirham, omgerekend anderhalve euro, per contract per persoon per jaar kostte. De eerste repatriëringen geschiedden echter jaren eerder al. "Na Wereldoorlog II namen de Fransen Marokkaanse arbeidskrachten mee naar de steenkoolmijnen in het noorden van Frankrijk. Na verloop van tijd stierven die Marokkanen daar," vertelt directeur Organismes Financiers Khalid Drissi. Om haar lijken te repatriëren, nam de Marokkaanse gemeenschap de organisatie op zich.

Anno 2009 wordt er nog altijd volop gerepatrieerd. Isaaf Mondial Assistance Maroc alleen al staat jaarlijks in voor de repatriëring van duizend gestorven moslims vanuit de hele wereld naar Marokko. Honderd daarvan stierven in België. Het overgrote deel van die 'Marokkaanse Belgen' komt uit het Brussels Gewest.

En toch. Ondanks dat hoge aantal groeit de laatste jaren een nieuwe stroming. Van de derde generatie Marokkanen in België is geweten dat sommigen verkiezen hier begraven te worden. Een zelfverzekerde Drissi: "We kennen het fenomeen, maar dat blijft voorlopig heel beperkt. De voornaamste redenen: in België zijn de concessies tijdelijk, heel duur en er blijft altijd familie in Marokko. Zelfs bij de derde generatie."

Toch begraven in Evere
Iemand die daar sterk aan twijfelt, is Ludo Beckers. Hij is directeur van de Brusselse Intercommunale voor Teraardebestelling, een samenwerkingsverband van tien gemeenten die hun schouders onder de begraafplaats van Schaarbeek, gelegen in Evere, zetten. Daar kunnen joden en moslims volgens hun gebruiken begraven worden. Waren er in 2002 bij de start vijftig moslimbegrafenissen, dan klimt dat aantal dit jaar naar tweehonderd. "In totaal liggen hier negenhonderd moslims begraven. De oudsten hebben in de landen van herkomst nog familie, maar met de tijd vermindert dat. De jongste generatie kent daar bijna niemand meer en wordt vaak als vreemde beschouwd. Ik denk dat er hier steeds meer begrafenissen zullen komen. Van de tweehonderd dit jaar zijn de ene helft kinderen, de andere volwassenen. Sommigen hebben geen papieren, maar de meeste moslims die een jong iemand, tussen 20 en 40 jaar oud, verliezen, geven de voorkeur aan een begrafenis hier."

De intercommunale, die april 2002 moeizaam van start ging, krijgt dus steeds meer moslims over de vloer. Toch voelt niet elke gemeente zich geroepen om mee te stappen in het project. "Elke gemeente betaalt een eenmalige bijdrage van 64.400 euro en jaarlijks telt een gemeente ongeveer 7.000 euro neer, maar dat bedrag daalt. Is dat veel in een gemeentebudget? Ik betwijfel het." Anderlecht en Vorst zijn twee gemeenten die zich niet aansloten en zelf een mohammedaans perceel openden. In de Britse Soldaatlaan in Anderlecht, waar plaats is voor driehonderd graven, werden sinds de start in 2005 nog maar twee moslims begraven. De begraafplaats van Vorst houdt al tien jaar een halve hectare vrij voor moslims, maar mocht er nog maar drie begraven. Uit de cijfers van de intercommunale blijkt wel dat er in Evere al 21 moslims uit Anderlecht en 17 uit Vorst begraven liggen. Aan de prijs van een concessie ligt het alvast niet: zowel in Evere als Vorst betaalt iemand een bedrag dat schommelt rond de 2.100 euro voor een vijftig jaar durende concessie. Pikant detail: alle inwoners van de gemeenten die niet bij de intercommunale aangesloten zijn, betalen drie keer de prijs wanneer ze in Evere begraven worden.

Hoe zwaarder, hoe duurder
Naast de Marokkaanse moslims bestaan ook moslims die anders of minder goed georganiseerd zijn. "De Turken zijn ook meestal goed georganiseerd," legt Beckers uit, terwijl hij op de grote moslimbegraafplaats in Evere rondwandelt. "Aziatische moslims zijn slecht georganiseerd: die moeten alles zelf betalen. En dat is een probleem, want de prijs is afhankelijk van de bestemming, de luchtvaartmaatschappij en/of het gewicht. Voor een repatriëring tussen Europa en Noord-Afrika mag je tussen 2.500 en 3.500 euro rekenen. Voor Aziatische moslims, zoals Iraniërs, Pakistanen en Indiërs, komt daar nog eens 500 euro bij." Moslims die niet over de nodige centen beschikken om zo'n repatriëring te betalen, krijgen hulp vanuit de gemeenschap.

De prijs die Beckers aanhaalt, heeft ook Greta Plas voor ogen. Als Repatriations Manager bij het Mortuary Brussels Airport in Zaventem organiseert ze met haar team naar eigen zeggen jaarlijks ongeveer vierhonderd repatriëringen vanuit België richting land van herkomst. "De reis van Brussel naar Casablanca kost grosso modo 3.000 euro. Als je daar twee tickets voor meereizende familieleden bijtelt, gaat dat richting 4.000 euro. Als alles meezit dan is het hele traject, van overlijden tot vertrek, op twee dagen afgehandeld." Repatriëringsverzekeraars weten hoe gevoelig het familiale aspect bij een moslimbegrafenis ligt: ze stellen in hun contract vaak twee extra vliegtickets ter beschikking, een extraatje waar veel families dankbaar gebruik van maken.

In die hoge bedragen zit niet enkel de vluchtprijs. Alvorens te repatriëren krijgt de dode een rituele wassing en wordt hij in een eenvoudige kist, die bestaat uit zink aan de binnenkant en hout aan de buitenkant, opgeborgen. Daarna wordt de kist hermetisch dichtgelast en, met een rode lakzegel erbovenop, richting vliegtuig gevoerd. Een ander belangrijk ritueel in het hele traject is het gebed in de moskee.

Zonder gordel naar het kerkhof
Eenmaal in het land van herkomst pikt, zoals in het geval van Casablanca, een ambulancechauffeur de kist op. Hassan Galdy, bestuurder voor Compagnie Marocaine de Pompes Funèbres, kent de route tussen de luchthaven en de 95 hectaren grote moslimbegraafplaats Arrahma als zijn binnenzak. Om tijdig de overledenen ter plaatse te brengen, gebruikt de sympathieke en hulpvaardige Galdy al eens de sirene van de ambulance. Dat hij zich zo zonder gordel door het rood licht begeeft, neemt hij erbij. Dat er de dag voor onze rit naar het kerkhof een uitvoerig opinieartikel van een professor, met als thema het stijgende aantal verkeersongevallen en -doden, in de Marokkaanse dagkrant Le Matin stond, daar is hij niet van op de hoogte. Een half uur later, dankzij het vakkundige stuurwerk van Galdy ongedeerd uit het chaotische verkeer en in het zonnetje bij de poorten van Arrahma aangekomen, wrijft de vijftiger rustig over zijn grote, donkere snor en begint hij te claxonneren totdat de bedelaars baan ruimen.

:: Deze reportage kwam tot stand met steun van de Koning Boudewijnstichting.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni