Brusselaar ontdekt langzaam vrije energiemarkt

De Brusselse energiemarkt oogt dynamischer dan de Vlaamse en Waalse markt, maar dat wil niet zeggen dat Brusselaar makkelijker van energieleverancier verandert. Electrabel verloor het afgelopen jaar 5 procent marktaandeel maar behoudt nog altijd ongeveer 87 procent.

Volgens cijfers van de vier Belgische regulatoren veranderde het afgelopen jaar 22 procent van de Brusselaars van gas- of elektriciteitsleverancier. De Brusselse energiemarkt lijkt daarmee veel dynamischer dan de Vlaamse en Waalse markten. Het cijfer geeft echter een vertekend beeld.

"Dat hoge cijfer is deels te verklaren door het aantal effectieve veranderingen van leveranciers, maar ook doordat de een verhuis beschouwd wordt als een verandering van leverancier," nuanceert Claire Camus van Brugel. " Maar iemand die verhuist hoeft daarvoor nog niet van leverancier te veranderen."

Toch meent Test-Aankoop dat de Brusselaar de komende jaren de mogelijkheden van een vrije energiemarkt zal verkennen.

Dat het cijfer relatief is, blijkt ook uit het marktaandeel. De oorspronkelijke leverancier Electrabel verliest 5 procent van zijn aandeel, maar heeft nog altijd ongeveer 87 procent van de Brusselse energiemarkt in handen.

Ook in Vlaanderen en Wallonië blijft Electrabel leider, al moeten ze daar meer en meer de koek delen met SPE-Luminus.Net zoals in Vlaanderen blijven de nieuwe leveranciers het moeilijk hebben tegenover de grote spelers.

Het is vooral SPE-Luminus dat in Brussel aan een opmars bezig is. Dat heeft het onder meer te danken aan enkele contracten die het in 2009 afsloot. Zo werden onder andere de Vlaamse overheid, de Ancienne Belgique en het Kaaitheater klant bij SPE-Luminus.

Opmerkelijk is dat de afname van gas en elektriciteit in Brussel stabiel blijft. De Brusselse energiemarkt lijdt nauwelijks onder de economische crisis. In Vlaanderen en Wallonië is dat wel het geval.

"De klanten op de Brusselse energiemarkt zijn vooral bedrijven uit de tertiaire sector en inwoners. Ze zijn minder hevig aan conjunctuurschommelingen ten opzichte van de industriële activiteiten. Die is beperkt in de hoofdstad," klinkt het bij Brugel.