Kopenhagen gitaar BDW151

Brusselse delegatie verkent kinderopvang in Kopenhagen: 'Paradijselijk, maar niet perfect'

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
06/04/2016

In Denemarken, het gelukkigste land ter wereld, is de kinderopvang erop gericht peuters en kleuters de beste tijd van hun leven te bezorgen. Een Brusselse delegatie onder leiding van staatssecretaris Bianca Debaets (CD&V) keek zich vorige week de ogen uit.

De delegatie - vooral mensen uit de kinderopvangsector, aangevuld met enkele vertegenwoordigers van het onderwijsveld - was naar Kopenhagen afgereisd voor het Brusselse Educare-project (zie kader). Dat initiatief wil de moeilijke overgang van crèche naar kleuterklas versoepelen.

In Denemarken, waar de leerplicht op zes jaar ligt, begon men vijftig jaar geleden al met het integreren van de nursery in de kindergarten. Vandaag verblijven de meeste Deense baby’s, peuters en kleuters van hun eerste tot hun zesde jaar in børnehuse oftewel kinderhuizen, doorgaans mooie, lichte en ruim opgezette gebouwen met een riante buitenspeelruimte. Voor zuigelingen is er geen opvang nodig omdat Deense ouders na de geboorte ongeveer een jaar betaald verlof krijgen.

In het børnehus van Gladsaxe, even buiten Kopenhagen, leven de kinderen in leeftijdsgemengde groepen, de 1- tot 4-jarigen samen en de oudsten samen. In een van de leefruimtes wriemelen acht peuters en kleuters op een dikke mat. De jongste is net een jaar. Ze mogen elkaars voetjes en nekjes masseren en hebben daarvoor zalf en massageballetjes. “Zo leren ze voelen,” vertellen de twee begeleidsters, die ook meedoen.

Wat verderop werkt een groepje oudere kleuters heel geconcentreerd aan een tekening in ecoline. Wat de Vlaams-Brusselse delegatie meteen opvalt: de rust en de onverstoorbaarheid van de kinderen. Er valt geen gehuil of geruzie te horen. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de ruime omkadering. Terwijl er in Vlaanderen één kindbegeleider voor acht of negen kindjes is, is de Deense verhouding één op vier bij de jongsten en één op zes bij de oudste kleuters. En dan is er in elk centrum nog een kinesist, een logopedist en soms nog een sociale coach.

Goed betaald
Het gros van de begeleiders zijn pedagogs, een zeer populair beroep in Denemarken. Pedagogs hebben een stevige hogeschoolopleiding van 3,5 jaar achter de rug en worden behoorlijk goed betaald, zo’n 3.500 à 4.000 euro bruto per maand. Niet te vergelijken dus met onze Vlaamse kinderverzorgsters die meestal alleen een diploma beroeps hebben.

“Enkele jaren geleden werd ook in Vlaanderen en Brussel de bacheloropleiding Pedagogie van het Jonge Kind opgericht,” vertelt Jan Peeters, directeur van het Gentse innovatiecentrum voor het Jonge Kind VBJK. “We hadden gehoopt dat de studenten als kindbegeleiders in crèches aan de slag zouden gaan. Maar de crisis brak uit en er bleek geen geld te zijn om kindbegeleiders op bachelorniveau te betalen. Ze werken nu meestal als coach of in ondersteunende diensten voor onthaalouders.”

Elk kinderhuis heeft eigen accenten maar de core values zijn grosso modo dezelfde: de kinderen staan centraal en krijgen veel vrijheid en vertrouwen. Voorts is de groep belangrijk en is er veel aandacht voor creativiteit, fysieke beweging en het buitenleven. Ook als het koud is spelen de kinderen buiten, goed ingeduffeld in hun skipak.

Ook typisch Deens: baby’s worden ‘s zomers en ‘s winters te slapen gelegd in de gezonde buitenlucht, onder een afdakje. “In een van onze crèches sliepen de kinderen ook buiten,” vertelt Anne Moisson, coördinator van de crèches van Scholengroep Brussel. “Tot er een klacht kwam van een ouder.”

Er zijn nog meer verschillen. In elke børnehus is ‘s morgens vroeg al een kok in de weer met het ontbijt. Als de kinderen aankomen geurt het in de open keuken naar vers brood en koekjes. De kok is intussen bezig met de voorbereidingen voor het middageten, alles grotendeels organisch of bio-dynamisch. “Een kok in een kinderhuis is verplicht,” zegt Christina Welsien, die in de Kopenhaagse voorstad Brøndby de daycare coördineert. “Zo ontdekken de kinderen geuren en smaken. En leren ze helpen in de keuken.”

Hoe komt Denemarken aan zo’n paradijselijk systeem van kinderopvang? “Het is een lange traditie die te maken heeft met onze opvatting dat jonge kinderen de beste tijd van hun leven moeten hebben,” legt Welsien uit. “De Denen vinden het dan ook normaal dat ze veel belasting betalen, 50 tot 55 procent. De kinderopvang is grotendeels gesubsidieerd door de overheid. Zelf betalen de meeste ouders zo’n 450 euro per maand.”

Een open keuken waar gekookt wordt met de kinderen, daar kunnen ze in de Vlaams-Brusselse kinderdagverblijven alleen van dromen. Als gevolg van alle regels rond voedselveiligheid in ons land koken veel crèches niet meer zelf. De maaltijden worden vacuüm verpakt aangeleverd. In de crèches van Elmer wordt wel nog elke dag vers gekookt, zegt coördinator Anne Lambrechts. “Maar alles moet achter gesloten deur, een open keuken zou veel huiselijker zijn.”

In Strandbo, een kinderhuis in Brøndby dat helemaal gericht is op het buitenleven, helpen de kinderen ook mee de vogels, konijnen en kippen te verzorgen. Een peuter heeft net een ei gevonden tussen het stro en loopt er fier mee rond. “Ondenkbaar bij ons,” zegt Lambrechts. “De kinderen mogen geen ei aanraken. En als wij een ei willen breken, moeten we ellenlange instructies volgen.” De kinderen vlees laten vermalen voor gehaktballetjes, zoals de delegatie in een kinderhuis in het centrum van Kopenhagen zag, is bij ons helemaal uit den boze.

Idem met de fysieke beweging. De Deense peuters kruipen via een laddertje zelf in hun bedjes en mogen in hun leefruimte af en toe een parcours doen waarbij ze op de eettafel kruipen en onder de stoelen. In Elmer hebben ze daarvoor een speciale motoriekkamer. “Bij ons is het doorgeslagen met alle regeltjes van veiligheid en hygiëne. Op den duur zie je alleen nog maar gevaren,” zegt Lambrechts.

Sociale mix
Ze heeft nochtans ook vragen bij het Deense model. Hoe zit het met de sociale mix? In Strandbo lopen bijna allemaal witte, autochtone kindjes rond, hoewel de buurt erg multicultureel is. In tegenstelling tot bij ons hoeven de Deense kinderhuizen geen sociale mix na te streven. Voor de mooiste kinderhuizen is er een wachtlijst. Alleen de rijkeren kunnen het zich permitteren de wachttijd te overbruggen door langer thuis te blijven of een au-pair te nemen.

Niet dat de allochtone kindjes niet naar kinderhuizen gaan. Elk kind heeft in Denemarken recht op een plek in de kinderopvang. En wie op driejarige leeftijd onvoldoende scoort op de algemene taaltest, is zelfs verplicht om te gaan. Maar wat blijkt? De gedegen Deense kinderopvang kan het gat tussen kansarme en middenklasse-leerlingen niet overbruggen. Dat komt ook tot uiting in de PISA-test. Momenteel loopt er een project waarmee de overheid hoopt die kloof op termijn te verkleinen.

Niet alles is dus ideaal, ook niet in Denemarken.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni