Brusselse eindpunten : Herrmann-Debroux

© brusselnieuws.be
15/08/2008
Het viaduct Herrmann-Debroux in Oudergem lijkt niet meteen de ideale plaats voor een zondagse wandeling. Maar vergis je niet. De Vorstlaan in de zuidelijke richting biedt aan weerszijden mooie wijken en aangename parken. Wij verkenden beide zijden van de boomrijke laan. Ten westen liggen de tuinwijken Le Logis en Floréal met hun typische woningen. Aan de overkant van de Vorstlaan vind je een aantal mooie straten en parken in het Woluwedal. Startpunt van onze wandeling is het metrostation Herrmann-Debroux, de terminus van lijn 1A waar bovengronds ook de eindhalte van tramlijn 94 ligt.

Metrostation Herrmann-Debroux is het zuidelijke eindpunt van lijn 1A (Koning Boudewijn - Herrmann-Debroux) en werd op 23 maart 1985 geopend. Het ligt onder het kruispunt van de Vorstlaan en de Herrmann-Debrouxlaan.

Blijf in het station nog even op het perron staan, voordat je de roltrap naar boven neemt. Binnen is immers heel wat te zien. Op het einde (of begin, zo je wilt) van beide perrons staat een beeldhouwwerk. Op het ene perron staat een bronzen paard met ruiter van Rik Poot met de titel Ode aan de Bergrivier. Aan de overkant van de sporen staat het expressieve beeld van een vader die zijn kind in de lucht houdt. Het is van de hand van Roel D'Haese en heet L'Aviateur. Boven de sporen tot slot hangt een groot olieverfschilderij The Fall of Troy van Jan Cox.

Viaduct Herrmann-Debroux
Boven aan het metrostation kijk je meteen tegen de grote betonnen constructie van het viaduct aan. Dagelijks rijden zo'n 38.000 wagens via deze drukke verkeersader van de E411 Brussel binnen. Het is daarmee de tweede grootste toegangspoort voor het autoverkeer naar de hoofdstad.

Het viaduct werd in de jaren zeventig gebouwd om de E411 door te trekken tot in de stad. Een deel van de Waversesteenweg moest ervoor verdwijnen (tussen het Leonardkruispunt en Jezus-Eik) en een deel van het Zoniënwoud werd afgebroken. Het viaduct liet ook littekens na op deWaversesteenweg, Herrmann-Debrouxlaan en Gustave Demeylaan.

Als het aan huidig burgemeester van Oudergem Didier Gosuin (FDF) ligt, behoort het viaduct binnen afzienbare tijd echter tot het verleden. Eens het Gewestelijk Expressnet (GEN) er is, wil hij het viaduct afbreken en er terug een groene boulevard van maken. De gemeente sprak er al enkele ontwerpbureaus over aan. (zie ook: Burgemeester Gosuin wil viaduct Herrmann-Debroux afbreken)

Le Logis en Floréal
We blijven echter niet te lang aan het viaduct hangen en lopen de mooie en brede Vorstlaan (die door Leopold II uitgetekend werd langs de loop van de Woluwe) op naar het zuiden. Sla je rechts een straat in, dan kom je in een andere tijd terecht. De tuinwijken Floréal en Le Logis (nog zuidelijker op de Vorstlaan) zijn een van de eerste tuinwijken van het land. Ze werden in het begin van de jaren 20 van vorige eeuw gebouwd op wat toen nog uitgestrekte akkers rond de stad waren. Ze moesten een antwoord geven op het nijpend tekort aan woningen voor arbeiders.

Louis Van der Swaelmen stond in voor het uittekenen van de plannen voor de wijken, de inplanting van de huizen en de beplantingen. Jean Eggerickx stelde de plannen van de woningen op. Naast de puntgevels van de woningen, wordt de wijk ook gekenmerkt door veel groen en pleintjes. Groene heggen scheiden de tuinen van elkaar en de wegen zijn afgeboord met bomen. In het hart van de wijken zorgen pleintjes met bomen voor speelruimte voor kinderen. In de lente geven de Japanse kersenbomen nog iets extra aan de wijken als ze in bloei staan.

De twee tuinwijken worden van elkaar gescheiden door de lange Aartshertogenlaan. Maar je herkent de wijk ook aan de kleur van de ramen. In Floréal kleuren de houten ramen geel, in Le Logis is dat groen.

De twee wijken met hun typisch sprookjesachtige uitzicht spraken ook tot de verbeelding van filmmaker en Brusselaar Jaco Van Dormael. In zowel Toto le héros, Le Huitième Jour als in zijn laatste Mr Nobody, maken de tuinwijken deel van het decor uit.

Toch gaat het niet goed met de tuinwijken. De wijk Floréal wordt steeds meer geteisterd door leegstand en een grondige renovatie van de woningen dringt zich op. Maar liefst een kwart van de 734 sociale woningen staat er leeg omdat ze verouderd of onbewoonbaar zijn. De wijk is, net als Le Logis, sinds 2001 grotendeels beschermd en voor renovaties is de tussenkomst van het Brussels Gewest nodig. (zie ook: In de bres voor Floréal)

Senypark en Pinnebeekpoel
Steek na het flaneren door de rustige tuinwijken Le Logis en Floréal zeker de Vorstlaan over. Je vindt er een veelheid van parken en groen tussen de verschillende woonwijken in het Woluwedal.

Zo is er aan Tenreuken en aan het begin van het Reigersbos de Pinnebeekpoel, het kleinste natuurreservaat van Brussel. De poel ontstond toen er een weg dwars door de vallei werd aangelegd waardoor het water niet meer kon afvloeien. Op die plek groeit nu de gele lis, het symbool van het Brussels Gewest, en komen bruine kikkers, kleine watersalamanders, vinpoot- en alpenwatersalamanders eitjes afzetten.

Terug meer naar het noorden liggen de Vijvers van Tenreuken langs de Vorstlaan. Via dat park kom je in het kleine Senypark (zie foto) terecht dat begrensd wordt door de Charles Lemairestraat en de Papiermolenstraat. In de jaren dertig had het schepencollege van Oudergem plannen opgevat om er een zwembad te bouwen. Dat project werd echter nooit gerealiseerd en in de jaren zestig werd er het mooie Senypark met speeltuin, waar de Woluwe doorheen loopt, aangelegd.

Appelbloesemgaarde
De Woluwe kan je trouwens blijven volgen als je het park aan de kant van de Charles Lemairestraat uitloopt. Tegenover de ingang van het park begint daar een voetgangerspad dat de lus van de Appelbloesemgaarde doorsnijdt tot aan de Waversesteenweg en het Viaduct Herrmann-Debroux. Het pad volgt daarbij de loop van de Woluwebeek.

De rustige wijk rond de lus die de Appelbloesemgaarde maakt, ontstond aan het begin van de jaren vijftig. Daarvoor deed het moerasserige gebied tussen de Joseph Chaudronlaan, de Vorstlaan, de Charles Lemairelaan en de Papiermolenstraat, dienst als stortplaats voor de gemeente.

Huis Lacoste
Iets meer naar het oosten loont ook de Jean Van Horenbeecklaan de moeite van een kleine omweg. De laan begint aan de Heilig Hartsquare met een reeks rijwoningen zonder al te veel groen, maar verandert meer naar het zuiden, richting het Tenreukenpark. Daar baden enkele prachtige villa's in het groen. Het gele huis van nummer 147 van die laan is de moeite om even stil te staan.

Het huis in art-decostijl werd in 1926 gebouwd door architect Henri-Auguste Lacoste. Vooral de voordeur trekt de aandacht. Die heeft een prachtig smeedijzeren sprinkhaan waarin de initialen van de architect en zijn vrouw verwerkt staan. De architect woonde zelf in het huis van 1927 tot aan zijn dood.

Meer groen.
Voor wie nog niet voldoende groen gezien heeft, is er verderop aan de Waversesteenweg ook nog het Rood Klooster met daarachter het Zoniënwoud.

Klik op de miniatuurfoto's op de kaart hieronder om een grotere versie van de foto te zien

Grotere kaart weergeven

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Watermaal-Bosvoorde, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni