Bureau Bas Smets oogst nationaal en internationaal succes

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
04/12/2008
Het Brusselse bureau van landschapsarchitect Bas Smets heeft na iets meer dan een jaar bestaan geen gebrek aan deadlines. Zijn motto bij stedenbouwkundige in- en uitbreidingen: eerst het landschap lezen, dan pas bouwen.

B as Smets begon pas anderhalf jaar geleden met zijn eigen bureau, en het barst nu al uit zijn voegen. Deze week verhuisde zijn achtkoppige team naar nieuwe kantoren boven café Walvis. In de kanaalzone dus, die met projecten voor Schaarbeek-Vorming en in Vilvoorde vaak op zijn tekentafel ligt, en waar het de komende jaren allemaal gaat gebeuren. Wat Brussel betreft tenminste, want de blik van het bureau reikt verder. In Vlaanderen worden momenteel drie stadskernen hertekend naar zijn ontwerp, in Parijs komen voor drie wedstrijden de deadlines dichterbij. Dit jaar was Bas Smets trouwens een van de vijf jonge landschapsarchitecten die de Europese wedstrijd Les Nouveaux Albums des Jeunes Architectes et des Paysagistes van het Franse ministerie van Cultuur wonnen, waardoor zijn ontwerpen momenteel met een tentoonstelling langs alle Europese hoofdsteden reizen.

Nevelstad
"Toen ik klein was, wilde ik al steden bouwen," zegt Bas Smets, die als burgerlijk ingenieur en architect afstudeerde met een licentiaatsverhandeling over de stedelijke ruimte boven de Brusselse noord-zuidverbinding. Vervolgens trok hij naar de vermaarde Parijse landschapsarchitect Michel Devigne om mee te werken aan een wedstrijdontwerp, samen met architect Rem Koolhaas. De wedstrijd werd door hen gewonnen, en Smets maakte gedurende de zeven jaren die volgden, de steile opgang van Devigne mee. "Hij heeft me helemaal anders naar architectuur en stedenbouw doen kijken. Slechte architectuur zet een gebouw op een denkbeeldig horizontaal vlak in een ongedefinieerd landschap. Daar moet nadien natuurlijk een haag omheen, want het landschap is niet 'open'. En zo krijg je de archipel van enclaves die de typisch Belgische nevelstad vormt."

Landschapsarchitectuur ('landschapsurbanisme' in een stedelijke context) zou daartegenin kunnen gaan. Het is een samenvoeging en uitbreiding van bestaande disciplines als landschapsontwerp, stedenbouwkunde en architectuur. Smets: "We moeten proberen aan stedenbouw te doen vanuit een grondige kennis van het landschap, waarvan het reliëf en de waterlopen de invariabelen zijn." Eenvoudig gezegd onderzoekt Bas Smets telkens waar en hoe nieuwe gebouwen ingeplant moeten worden, en hoe de rest van de te ontwikkelen site aangelegd kan worden zodat ze zich inpast in de landschappelijke structuur, die daarmee tegelijk een duidelijke identiteit krijgt

Acupunctuur
Maar is er in het verkavelde België, laat staan in Brussel, nog wel sprake van een landschap dat gelezen en ontworpen kan worden? Bas Smets: "Ik heb de afgelopen jaren vaak in het buitenland gewerkt, en wij wonen inderdaad in het meest ongeordende land van Europa. Met alle gevolgen van dien voor onze mobiliteit, onze levenskwaliteit en zelfs het wereldbeeld van onze kinderen. België is 's nachts zichtbaar vanuit de ruimte door de lichtpollutie, maar overdag is dat verkavelde en verstedelijkte gebied ook heel duidelijk te zien. Als we hier structuur in het landschap kunnen brengen, dan kunnen we het overal. Maar dat zal een zaak zijn van idealisme en verdere bewustmaking (Smets geeft vanaf januari ook gastcolleges aan La Cambre, MB), en in de praktijk van een soort stedenbouwkundige acupunctuur: verschillende kleinere projecten kunnen invloed gaan uitoefenen op elkaar. Dat worden wij zelf al gewaar in onze ontwerpen."

Om de Brusselse situatie te schetsen toont Smets ons een reeks elementaire topografische kaarten die duidelijk maken dat het kanaal, de Zennevallei, de Woluwevallei, de Maalbeek en de vijvers aan La Cambre netjes tussen de plateaus ten oosten en westen van de stad liggen. "Misschien evident, maar met dit perspectief kun je wat, als je weet dat de veertien zones die door het Brussels Gewest zijn aangeduid als de primair te ontwikkelen gebieden, zoals het Vormingsstation van Schaarbeek of Thurn & Taxis, bijna allemaal in dat gebied liggen. Dat vraagt natuurlijk om afgestemde aanpak." En is dat dan niet juist wat ontbreekt in Brussel? Bas Smets, onverstoord: "Mijn keuze voor Brussel was niet evident omdat de energie en de goesting die in een stad als Parijs hangen, hier veel minder is. Anderzijds kan je hier als kleiner bureau misschien makkelijker je eigen weg zoeken. Door het systeem van de open oproep in Vlaanderen hertekenen wij op dit ogenblik al de kernen van Maaseik, Ingelmunster en Sledderlo bij Genk, waardoor we meteen op grote schaal kunnen werken. In Brussel ligt dat moeilijker, maar we maken wel voorstellen voor het gebied tussen kanaal, Zenne en Schaarbeeklei in Vilvoorde, en we zijn een van de vijf internationale bureaus die worden geconsulteerd voor de verdere ontwikkeling van Thurn & Taxis."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni