Cindy Ringoet, van probleemkind tot sterke moeder

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
29/10/2011
“Ik was een tiener zonder kompas. Gelukkig waren er mijn schoonouders, en Foyer en De Vaartkapoen: zij hebben voor stabiliteit gezorgd. Die kans op een toekomst heb ik met beide handen gegrepen.” Cindy Ringoet is het sympathieke gezicht aan het onthaal van gemeenschapscentrum De Vaartkapoen. Haar verhaal getuigt van doorzettingsvermogen, en toont hoe belangrijk het voor jongeren is om op het juiste moment een helpende hand te krijgen.

M ooi hoe Cindy Ringoet haar moeilijke kindertijd en jeugd weet te plaatsen. Zonder bitterheid, en met veel zelfkennis. Toch is het hard geweest: ouders die er tijdelijk niet waren, pleegouders die naam onwaardig. Op haar zestiende werd ze moeder.

"Ik moest het allemaal zelf uitzoeken. Het was een heel verwarrende periode. Ik was jong en naïef en ik haalde stommiteiten uit. Ik was ook vroegrijp. Nog geen tien was ik al een puber van vijftien in mijn hoofd. Terwijl de andere meisjes nog met de poppen speelden, rookte ik al en was ik met de jongens bezig. Heel raar als ik erop terugkijk."

"Toen ik vijftien was - ik woonde ondertussen weer bij mijn moeder, hier in Molenbeek -, ben ik bewust zwanger geworden van mijn vriend, nu mijn echtgenoot, Ahmed. Zijn ouders stonden erop dat we trouwden, zoals de Marokkaanse gewoonten en zeden het willen. We zijn nu, acht jaar later, nog altijd samen, gelúkkig samen. De steun van mijn schoonouders is onbetaalbaar. Zij hebben mij van in het begin goed opgevangen, ze hebben getoond hoe schoon nestwarmte is. Ik weet niet of ik het anders gered zou hebben. Het contact met mijn ouders is ondertussen beter. Mijn vader heeft lang niet met me willen praten, nadat ik zo jong in verwachting was geraakt. Maar hij is bijgedraaid toen hij zag dat we elkaar toch echt wel graag zagen, dat we er alles aan deden om vooruit te raken."

Lastpak
Tweede reddingsboei in Ringoets moeilijke jeugd waren het integratiecentrum Foyer en het gemeenschapscentrum De Vaartkapoen. "Ik was een lastpak, mijn hoofd stond niet naar school. Mijn moeder wist geen blijf met mij, ik werd al begeleid door Kiezen voor Kinderen, en daarbovenop kwam nog eens die zwangerschap. Toen kreeg ik de gouden raad aan te kloppen bij Foyer, voor deeltijds leren/deeltijds werken. Ik was daar het enige Nederlandstalige meisje - goed voor mijn Frans! Ik heb er onder meer met de computer leren werken, en gaandeweg lieten de begeleiders van Foyer me zien hoe je een plaatsje kunt veroveren in de maatschappij, hoe je op eigen benen kunt staan. Na enkele maanden kreeg ik te horen: 'Je kunt beginnen in De Vaartkapoen, drie dagen per week onder begeleiding het onthaal bemannen.' Ik hoefde er geen twee keer over na te denken."

"Prachtige mensen heb ik hier bij De Vaartkapoen leren kennen. Ze hebben veel geduld met mij gehad. Ik was nog geen zestien en wist van toeten noch blazen. Beetje bij beetje heb ik geleerd, en uiteindelijk werd ik beloond met een vast contract. Ik sta nu voltijds in voor het onthaal, de administratie, de zaalverhuur. Dat werk durf ik voor een groot deel zelfs mijn hobby te noemen, omdat ik hier de kans krijg om mensen te helpen."

"Ik heb ondertussen zelf al twee meisjes begeleid. Een Albanees en een Marokkaans. Het Albanese meisje was naar ons gestuurd door de deeltijdopleiding van Don Bosco; het Marokkaanse meisje kwam in het kader van een brugproject in samenwerking met Foyer. Toen heb ik gemerkt hoe moeilijk het is. Meisjes volop in hun puberteit, met een eigen willetje, die niet naar school willen gaan: je hebt er je handen mee vol. Tot het Albanese meisje ben ik, ondanks alles, kunnen doordringen. Uiteindelijk is het een positieve ervaring geworden, zowel voor haar als voor mij. Het laatste wat ik gehoord heb, is dat ze weer normaal naar school gaat..."

Ringoets verhaal bij De Vaartkapoen is nog lang niet uitgeschreven. "Ik ben hier en ik wil hier blijven. Uit dankbaarheid, maar ook omdat ik mijn werk waardevol vind, en omdat ik enorm veel respect heb voor wat De Vaartkapoen hier allemaal doet voor de gemeenschap. Ik heb ondertussen al enkele andere aanbiedingen gekregen - ook in Brussel, interessant, beter betaald -, maar ik heb ze allemaal afgeslagen. Het is niet makkelijk om uit het sociaalcultureel werk te stappen, omdat je er zoveel voldoening uit kunt putten."

"Het gaat dus goed, maar het kan altijd beter. Aan mijn Engels is nog werk, en ik zou graag op termijn bij De Vaartkapoen de boekhouding verzorgen. Daarom volg ik, gecombineerd met mijn werk, nu al drie jaar volwassenenonderwijs: de opleiding Kantoor. Het duurt wat langer dan normaal, omdat ik door mijn werk maar een keer per week de lessen kan volgen."

Werelden
Ringoets hart ligt in Molenbeek. Toch is ze met haar gezinnetje zes maanden geleden naar Halle verhuisd, de plek waar ze geboren is. "Niet omdat we Brussel beu waren, integendeel. Niet omdat het makkelijker is om voor de kindjes een geschikte school te vinden. Wel omdat ik huren niet meer zag zitten - weggesmeten geld - en van een eigen huisje droomde. Met de vastgoedprijzen in Brussel zou dat een droom gebleven zijn. Maar mijn leven speelt zich hier af. Mijn vrienden, mijn kennissen, die zijn bijna allemaal hier. Halle, daar slaap ik. Belangrijk wel: mijn man heeft kort na de verhuizing snel werk gevonden in de buurt. Bij Colruyt, in het sorteercentrum. Eindelijk werk... Vroeger, in Brussel, was dat zowat mission impossible, ook omdat hij geen diploma heeft. Af en toe wat uitzendwerk, verder ging het niet."

"Molenbeek en Halle zijn twee compleet verschillende werelden. Molenbeek wordt door velen met een scheef oog bekeken; Halle is een voorbeeld van hoe Vlaanderen het graag heeft. Maar als het op menselijk contact aankomt, dan kies ik zonder na te denken voor Molenbeek. Absoluut en onvoorwaardelijk. Halle is, om het cru te zeggen, ieder voor zich; het sociaal contact is er oppervlakkig. Als ik iemand hoor zeggen: 'Ik ben bang voor Molenbeek', dan zeg ik: 'Toon respect voor de mensen, stel je vriendelijk op, en dan is er geen enkel probleem.' Niet dat het hier altijd even makkelijk is, dat er geen dingen gebeuren die beter niet zouden gebeuren, dat er geen miserie of werkloosheid is. Maar daar staan toch wel heel veel mooie dingen tegenover."
"Mijn dochtertjes Yasmine (7) en Amina (4) zitten nog altijd hier in Molenbeek op school, in de Vier Windenschool. Hen weghalen bij hun vriendjes was het laatste wat ik wilde. Niet dat ik er geen reacties op krijg, daar in Halle. 'Werk je in Molenbeek? Oei, oei. En je kinderen, waar gaan die naar school? Ook in Molenbeek? Amai, zou je dat wel doen?' Maar waarom ook niet? Hier worden ze tenminste grootgebracht in diversiteit. Wat ik ook zo tof vind aan Vier Winden, is dat er zoveel te doen is, en dat iedereen - tot de directeur - echt tussen de kinderen staat en actief deelneemt aan de activiteiten, zonder te betuttelen."

"Yasmine en Amina zitten in de naschoolse opvang van De Vaartkapoen, wat het voor mij makkelijker maakt om hen op te halen na mijn werk. En elk weekend zijn ze bij mijn moeder hier in Molenbeek, omdat ik ook nog bijklus. Poetsen. Mijn studie is nu eenmaal niet gratis. Maar dat wil nog niet zeggen dat ik er niet ben voor Yasmine en Amina als het nodig is. Ik wil ze een goede opvoeding geven, omdat ik die zelf lange tijd niet heb gehad en omdat ik weet hoe belangrijk het is. Een goede opvoeding, en quality time wanneer het kan. Ik heb dan misschien niet veel tijd om samen te ontspannen, maar de vrijdag na het werk is heilig. De ene keer gaan we samen zwemmen, de andere keer is het iets anders: naar de cinema, pita eten aan de Grote Markt..."

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving , BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni