Clio Goldbrenner: 'Handtassen geïnspireerd door de muzen'

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
02/07/2011
“Op vakantie in Chicago viel het me op dat nogal wat mensen me méér dan een vluchtige blik gunden. Niet dat ik zo’n opvallende verschijning ben, maar mijn muts, daar konden ze blijkbaar niet naast kijken. Wow, dat je met één accessoire zoveel aandacht kunt trekken! Van het een kwam het ander: ‘Wat als ik nu eens een eigen lijn lanceren?’” Wat als...? Wel, Clio Goldbrenner heeft de voorbije maanden nogal wat vrouwen gelukkig gemaakt met haar eerste handtassencollectie.

De grote droom van Clio Goldbrenner is incontournable te worden. "Veel mensen vielen uit de lucht toen ik mijn plan voorlegde. Mijn verloofde als eerste, toen ik hem op de terugvlucht van Chicago naar België in het oor fluisterde: 'Schat, ik ga een handtassenlijn lanceren.' Een al even grote verrassing was het voor de mensen van L'Oréal, waar ik me had opgewerkt van sta­giaire tot verantwoordelijke voor de marketing van Biotherm. Dat werk deed ik heel graag, omdat ik origineel uit de hoek kon komen. Niemand daar had mijn ontslag zien aankomen. Ik in feite ook niet, al had ik me al af en toe afgevraagd: 'Wil ik wel een heel leven voor een baas werken?'"

Ook Goldbrenners ouders waren aanvankelijk verrast. Maar de verwondering maakte snel plaats voor trots, omdat hun dochter dan toch in hun voetsporen trad. "Zij het met een luxelijn, waar zij vroeger gespecialiseerd waren in handtassen voor grote ketens. Thuis lag het altijd vol handtassen. Zeker toen ik nog klein was en mijn ouders hun atelier en bureau beneden hadden."
"Een opleiding tot styliste heb ik nooit gevolgd, nee. Maar ik heb ontzettend veel van mama opgestoken. Ik keek toe als ze aan het werk was, ik tekende samen met haar. Nu nog heb ik heel veel aan haar vakkennis. Ze helpt hier en daar bij het creëren, dikwijls op technisch vlak."

Een idee, een eigenzinnig concept ook. En daarin speelt Goldbrenners familiegeschiedenis een belangrijke rol, net als haar liefde voor verhalen.

"Ik wilde niet zomaar een merk creëren, maar een heel concept eromheen. Mijn liefde voor verhalen, mijn liefde voor cinema. Mijn ouders hebben me Clio genoemd, omdat ze het een mooie naam vonden, ook omdat ze een zwak hadden voor de Franse actrice Clio Goldsmith. Maar Clio is net zo goed een van de negen muzen van de Griekse mythologie. Die van de geschiedschrijving. Zo ben ik op het idee gekomen om elke handtassenlijn de naam van een muze te geven. Telkens als ik een tas ontwerp, is dat met een muze in het achterhoofd, het type vrouw dat zich met de tas zou kunnen identificeren. Dat verhaal uit zich aan de buitenzijde en is ook geïntegreerd aan de binnenzijde van elke tas. Zo is Terpsichore de muze van de dans en de lyrische poëzie: de handtassen in die lijn zijn aan de frivole kant, voor een avondje uit. Kalliope is dan weer de muze van het heroïsche epos, de filosofie en de retorica: de handtas 'Calliope', die ik nu voor de herfst-wintercollectie heb ontworpen, is dan ook nogal rigide."

Een idee en een concept had ze; nu nog een naam vinden. "En dat vond ik allerminst makkelijk. Naam na naam heb ik verworpen. En uiteindelijk: 'Waarom niet mijn eigen naam?' Het boezemde me wel angst in, omdat je jezelf op die manier toch blootgeeft. Anderzijds: hoe langer ik erover nadacht, des te beter het aanvoelde. Ook door mijn achternaam, Goldbrenner, waaruit blijkt dat mijn voorouders goudsmeden waren. En laat ik nu ook zelf van gouden juwelen houden. Juwelen zoals die van mijn grootmoeder. Discreet, geen blingbling . Zo is ook het idee ontstaan om elke handtas een accent in goud mee te geven, een gouden vlechtwerk net onder het handvat."

Tot New York
Het was april 2010, en Goldbrenner had zich tot doel gesteld klaar te zijn voor de lente-zomercollectie van 2011. "Ontwerpen, communiceren, bijschaven. Midden juli heb ik de eerste tassen van de fabrikant gekregen en ben ik de hort opgegaan. Verkooppunten gezocht, in mijn eentje. Potentiële klanten warm maken. Om te beginnen in Brussel, de winkels waar ik zelf klant was. Het pakte onmiddellijk, het veroorzaakte een sneeuwbaleffect. Ondertussen heb ik zowat veertig verkooppunten, van Brussel over Vlaanderen tot in New York toe. Ik ben fier, mijn ouders zijn fier, omdat het van in het begin op rolletjes liep. Ik heb al mensen moeten ontgoochelen die nog een model van mijn eerste collectie wilden bemachtigen. Compleet uitverkocht. Mooiere reclame kan ik me niet inbeelden."

Goldbrenner vertelt het in haar bureautje, beneden thuis. De nieuwe herfst-wintercollectie ligt er uitgestald. Discrete chic, in aardekleuren. "Ik ben er heel enthousiast over, omdat er in de eerste plaats een mooie harmonie tussen de kleuren is. Zeven muzen liggen dit keer aan de basis. Erato, Kalliope, Thaleia, Melpomene, Terpsichore, Polyhymnia en - het spreekt voor zich - Clio. Ik heb onderweg, in die betrekkelijk korte tijd, al veel geleerd. Wat goed werkt, wat minder goed werkt. Sommige modellen zijn blijvers. Zoals het model 'Clio', maar deze keer in een andere kleur, met ander leder. Ondertussen heeft zelfs Ségolène Royal, de socialistische tegenkandidate van Nicolas Sarkozy bij de vorige Franse presidentsverkiezingen, een exemplaar van de 'Clio'. Eentje gedecoreerd met een diamanten roos, gegroeid uit de samenwerking met de juwelenontwerpster Vanessa Tugendhaft. Die tas wordt al met succes verkocht in New York en Luxemburg, we zijn nu van plan om hem op te sturen naar sterren wier imago goed overeenkomt met het onze. Stapje voor stapje..."

John Malkovich
"Ik zag wel dat wat mijn ouders deden, goed was; ik hield ook van de sfeer die er thuis hing. Maar ik had andere ambities: een carrière in de filmwereld, als producer. Cinema heeft me steeds beroerd, en al zeker de betere Franse auteursfilm. Als tiener droomde ik ervan hoe fantastisch het moest zijn om, beginnend van niets, een droom op het witte doek te brengen. De mensen mee te slepen. 'Hoe doen ze dat toch, hoe zit die machine in elkaar?'"

"Na mijn middelbare school ben ik economie gaan studeren, met financiën als specialisatie. Altijd met het idee in het achterhoofd carrière te maken in de cinema. Nog tijdens mijn studie heb ik veel stages gelopen; het leek alsof ik de goede keuze had gemaakt, alsof ik mijn ambities zou kunnen waarmaken. Daarna ben ik naar Parijs vertrokken om nog meer stage te lopen. En dat werd een afknapper: het was alsof de magie me door de vingers glipte. Ik voelde me niet in mijn eigenwaarde gerespecteerd, een beetje het vijfde wiel aan de wagen. Toen heb ik het roer helemaal omgegooid. Naar België teruggekeerd, werk gezocht en gevonden bij een grote onderneming. Ik wilde werken in de wereld van de schoonheid, de luxe. Dat vond ik bij L'Oréal en nu, nu ben ik mijn eigen weg ingeslagen."

Weliswaar is dat niet in de zevende kunst, maar toch ligt de wereld van de film Goldbrenner nog altijd na aan het hart. "Cinema blijft een passie, die ik vertaal door verhalen te vertellen met mijn collecties. Mooi zou bijvoorbeeld ook zijn als ik enkele van mijn creaties in films zou kunnen binnensmokkelen als product placement. Ik heb nog altijd mijn contacten van vroeger, er zijn plannen om daar iets mee te doen. En je moet ook wel geluk hebben. Zo liep ik op de fotoshoot van mijn eerste collectie, hier in Brussel, niemand minder dan John Malkovich tegen het lijf. Hij was er toen voor een covershoot voor het mannenmagazine GQ . Ik vertelde hem honderduit over mijn avontuur, en hij leek allerminst verveeld. Dat was een mooie opsteker, een hart onder de riem."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Vorst, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni