Column Freddi Smekens: Dinge

Freddi Smekens
© Brussel Deze Week
13/03/2011
Als we iemands naam vergeten zijn, dan hebben we het in ons Brussels meestal over “Dinges”, “Dingske” of eventueel “Awel, ge weut wel!? Dinge doe!” Natuurlijk staan we zo geen stap verder. Maar we zijn altijd bereid om in onze herinneringen te graven tot we Dinge of Dingske duidelijk gesi­tueerd hebben. En meestal lukt dat uiteraard niet.

Als we iemands naam vergeten zijn, dan hebben we het in ons Brussels meestal over "Dinges", "Dingske" of eventueel "Awel, ge weut wel!? Dinge doe!" Natuurlijk staan we zo geen stap verder. Maar we zijn altijd bereid om in onze herinneringen te graven tot we Dinge of Dingske duidelijk gesi­tueerd hebben. En meestal lukt dat uiteraard niet.

Tot zover over de namen die we, bewust of niet, uit ons geheugen hebben gewist. Graag over naar dinge in het algemeen, nu. In dat geval is ons Brusselse dinge een trefwoord dat ons op elk ogenblik, en in welke situatie dan ook, van pas kan komen. Dat we af en toe eet vergeite zaain, zullen we onszelf echter vlugger vergeven dan dat we het anderen vergeven. Wanneer iemand uitpakt met: "Awel, ni vè 't ien of 't ander, mo ik hem gistere Dingske in dinge gezeen," moeten we toch even nadenken wie onze gesprekspartner waar gezien heeft. Uiteraard doen we dat doorgaans met de grootste welwillendheid. In eerste instantie kan men bijvoorbeeld reageren met: "Ah bon! Wa da ge doe naa zegt! En hoo was 't mè Dingske in dinge?" In het beste geval krijgt men dan als antwoord: "Mo hiel good! Hij heit zeulfs werk gevonne bij dinge doe... allei, baa dinge... heu... ik zou het deuzend kiere zegge!" Men doet er dan wel goed aan om vervolgens een ander onderwerp aan te snijden. Bij dat alles stel ik vast dat we ons gelukkig mogen achten dat we niet de enigen zijn die af en toe een gat in ons geheugen hebben. Meestal is de Brusselse uitdrukking "Ge weut wel" in dat geval een goede uitlaatklep. Wanneer ik met die vraag geconfronteerd word, dan heb ik steevast een antwoord klaar: "Ik wel, ja. Mo gaa weut het percees nemi." Maar uiteraard doet iedereen van ons af en toe (of altijd) zijn of haar best om de medemens te hulp te komen. Den truk die ik meestal gebruik om iemand te helpen die het over dinge heeft, bestaat uit een simpele vraag. De laatste keer dat ik met iemand geconfronteerd werd die naar dinge geweest was, vroeg ik hem niet naar een geografische of topografische omschrijving. Ik probeerde het met: "Dinge? Bon! Probeit neki noe te paaze mè welke letter a dinge begint. Dèn gooj er masscheen op komme, wee weut..." Mijn vriend begon in zijn geheugen te graven zoals ik hem dat nog had zien doen. Half hardop ging het van: "A? Neije... B? Oek ni... C?... Heu..." Hij was echt de wanhoop nabij toen hij uiteindelijk bij de letter D belandde. "Dinge!" klonk het voor iedereen die het horen wilde. Zo ziet men maar, waarde lezer, dat er geen pasklare oplossingen bestaan om dinge bij onszelf en de anderen vorm en inhoud te geven.

Bij dat alles wil ik toch de opmerking maken dat de wereld er maar triestig zou uitzien moeste we nuut niks vergeite en alles onthaave. Op dat ogenblik zou ons woordje dinge verschrompelen en zelfs niet meer voor herhaling vatbaar zijn. Maar gelukkig zijn we nog niet zo ver, waarde lezer. Maar nu ik het er toch over heb, wou ik ook even aangeven dat ons woordje dinge ook nog met iets anders te maken heeft. Voor de echte Brusselaar hoef ik hier niet te onderstrepen dat het dan om kleren en kleding gaat. Zo geeft de uitspraak "G'hèt schuun dinges oen" aan dat iemand piekfijn uitgedost is. En gezien het weer en de klimaatsomstandigheden die ons kleine landje kenmerken, moeten we onszelf af en toe de vraag stellen: "Wa veu dinge goen ik na vandoeg wei oendoon?"

Om te besluiten wou ik er nog op wijzen dat men dinge en dinges ook in een meer universeel verband kan aanwenden. Wanneer men bijvoorbeeld geen onderscheid wil maken tussen alles wat ons niet aangaat of waar we niet bij stilstaan, dan kan men gerust zeggen: "Da zaain allemoe dinges woe ik na neki niks van oentrek." Maar het is en blijft opletten geblazen wanneer men geconfronteerd wordt met de uitspraak: "Ik goen a ien dinge zegge." Op dat ogenblik besef ik - samen met de lezer, neem ik aan - dat ien dinge weleens voor een avondvullend praatprogramma zou kunnen zorgen.
Nu ik alle dinge neki op e rautche hem gezet, mag men gerust deze Brusselse Rubriek mè e poer dinge oenvulle. Zeg mo gerust da Dinge het aaile gezeit heit.

Freddi Smekens

Freddi Smekens neemt u wekelijks mee door de wondere wereld van het Brussels.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Freddi Smekens

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni