'Culturele instellingen lijden evenveel als horeca'

Directeur van de Beursschouwburg Tom Bonte vraagt dat de verschillende overheden meer aandacht besteden aan de gevolgen van de terreurdreiging op de culturele sector. Volgens hem ligt de focus nu vooral op het bedrijfsleven en de horeca. "Enkel de grootste klagers krijgen nu een antwoord."

Bonte stelde de vraag op zijn eigen Facebookprofiel. Aan onze redactie gaf hij extra uitleg: “Er bestaat een rare tweespalt tussen middenstand en socio-culturele organisaties. Maar wij voelen die terreur evengoed, in bijvoorbeeld ons café of in de ticketverkoop”, vertelt Bonte. Op sommige vlakken is de impact voor zijn sector zelfs groter: “Een gemiddeld café is nog altijd niet bezig met het plaatsen van security aan de deur. Wij kunnen het ons, sinds 22 maart, niet meer permitteren om dat niet te doen.”

De economische schade precies becijferen is voor de Beursschouwburg voorlopig nog niet mogelijk, omdat die toch vooral op lange termijn zal blijken. Toch is het duidelijk dat alleen al de beveiliging duurder zal worden: “Normaal gezien geven wij op jaarbasis zo’n 50 à 60.000 euro uit aan security. Ik vermoed dat die factuur nu tot zo’n 80.000 euro zal oplopen. Dat zijn bijna twee voltijdse lonen”, aldus de zaaldirecteur.

De Beursschouwburg voelt, vanwege zijn ligging, nog andere gevolgen. “Het Beursplein is uitgegroeid tot een bloementapijt en dat is prachtig, maar het heeft wel een impact. Zaterdag ging hier Stadskriebels van de Vlaamse Gemeenschapscommissie plaatsvinden, met een deathride van ons dakterras naar het Beursplein. Dat is nu uiteraard niet meer mogelijk.”

Pride
Bonte maakt zich ook zorgen over de Belgian Pride, op 14 mei. “Er is bij mijn weten nog niets over beslist, maar ik acht het goed mogelijk dat die van locatie zal veranderen. Wij organiseren op die dag normaal gezien ook van alles, en dat zijn inkomsten waar we echt op rekenen.”

Volgens Bonte zijn enkele van de maatregelen die worden voorgesteld voor de toeristische sector, ook toepasbaar op culturele instellingen, zoals een vrijstelling op bepaalde belastingen of uitstel van betalingen. “Ik besef dat het een moeilijke opgave is, want de overheid heeft deze problemen niet in de hand. Maar ik merk dat de grootste klagers meestal wel een antwoord krijgen, en de culturele sector is in deze omstandigheden toch vooral rustig gebleven.”

Bonte wil zeker geen klaagzang opzetten: 'We slaan er ons wel door, zowel de stad als de culturele organisaties. Maar de problemen aankaarten is zeker nodig.'

Nochtans heeft de Brusselse regering wel aandacht voor de culturele sector. In de lijst van maatregelen die woensdag besproken zijn met de culturele sector, was ook 400.000 euro voorzien voor “de beveiliging van de evenementenzalen en culturele locaties die subsidies krijgen van het Brussels Gewest.” Maar dat lijkt voor Bonte niet voldoende: “Ik betwijfel of wij daar aanspraak op zullen maken, want wij krijgen geen structurele steun van het Brussels Gewest. De Botanique en de AB trouwens ook niet.”

Daarom komt zo’n initiatief best van alle regeringen: “De regeringen zouden samen een lijst kunnen opstellen van alle organisaties die een potentieel doelwit zijn. Daarna kunnen ze kijken hoe ze de veiligheid en de inkomensderving in al die instellingen willen aanpakken”, zegt Bonte.

Vergaderingen met reclamebureaus
De terreurdreiging heeft nog een ander neveneffect voor Bonte: “Ik steek op dit moment veel tijd in dingen die eigenlijk niet onze corebusiness zijn, zoals het opkrikken van het imago van Brussel en mensen terug naar de stad lokken. Ik zit in meerdere vergaderingen met reclamebureaus over allerlei marketingcampagnes. Dat is absoluut nodig, maar het slorpt wel veel tijd op”, aldus Bonte.

Hij heeft ook zijn bedenkingen bij de grote stroom aan initiatieven die ontstaan. “Er komen langs alle kanten imagocampagnes voor Brussel, maar eigenlijk wordt er te weinig gestroomlijnd. De vraag zou niet moeten zijn ‘is mijn campagne de slimste?’, maar vooral ‘kunnen we er één sterke campagne van maken?’.”