Steven Beckers 2 BRUZZ 1536

Dakboerderij Abattoir combineert vis- en groenteteelt

Bettina Hubo
© BRUZZ
31/08/2016

Op het dak van de Foodmet, aan het slachthuis van Anderlecht, is de aanleg van de ambitieuze Urban Farm begonnen. Architect Steven Beckers wil er met zijn bedrijf Building Integrated GreenHouses (BIGH) de teelt van groenten en vis op een duurzame manier combineren. “En het moet rendabel zijn. Dit is een commercieel project.”

Veel is er vandaag nog niet te zien op het ruim 4.000 vierkante meter grote dak van de nieuwe Foodmet van Abattoir. Nochtans is een deel van de moestuin klaar en werd er zelfs al geoogst. “Maar we waren niet helemaal tevreden over het gebruikte substraat en zijn opnieuw begonnen. De plantjes werden zopas ingezaaid,” vertelt Beckers. Boven het groentebed hangen grote netten die moeten beletten dat meeuwen en kraaien met de jonge aanplant aan de haal gaan.
Behalve een buitentuin van 2.000 vierkante meter verrijst hier binnenkort een aquaponicsboerderij, ook 2.000 vierkante meter groot. De L-vormige serre die hiervoor nodig is wordt in oktober gebouwd. Aquaponics is een vernuftig systeem waarbij het water met de uitwerpselen van vissen gebruikt wordt om planten te kweken (zie kader).

Voor hij stadsboer werd, was Beckers een ‘klassieke’ architect. Rond de eeuwwisseling was hij nog verantwoordelijk voor de renovatie van het Berlaymontgebouw. Maar na dertig jaar plannen tekenen en vergunningen aanvragen, had hij er genoeg van. Zes jaar geleden begon hij met de Lateral Thinking Factory, een bedrijf dat overal in Europa en ook in China overheden en ondernemingen adviseert inzake circulaire economie. “We zorgen ervoor dat alle materialen die in een gebouw gaan herbruikbaar zijn en ook gezond zijn voor de mens.”

Hoe kwam u er toe het dak van de Foodmet te huren en daar een stadsboerderij te beginnen?
Steven Beckers
: In 2013 hebben we voor Leefmilieu Brussel onderzocht wat het potentieel is aan stadslandbouw op daken in het gewest. We hebben alle platte daken in kaart gebracht, parkeergarages, schoolgebouwen, supermarkten, noem maar op. We kwamen uit op zes miljoen vierkante meter. Bruto weliswaar, dus zonder te kijken naar de stevigheid. Maar als je ervan uitgaat dat tien procent geschikt is, kom je nog aan 600.000 vierkante meter. Dat is een enorm potentieel.
Na de publicatie van de studie stelden we echter vast dat niemand het initiatief nam om op een professionele manier met zo’n dakboerderij te beginnen.

Nochtans wemelt het in Brussel van de initiatieven rond stadslandbouw.
Beckers
: Klopt, maar het zijn doorgaans initiatieven van verenigingen, buurtbewoners of sociale instellingen. Dat is heel goed, maar die kleinschalige projecten zijn niet rendabel, ze functioneren maar zes maanden per jaar.
Niemand durfde het aan om de stadslandbouw op een hoger niveau te tillen en er een commerciële boerderij van te maken met een constante productie. Wij hebben de stap gezet en BIGH opgericht. Omdat we er niet zoveel van af wisten hebben we er de Duitse firma ECF bijgehaald, die al twee aquaponicsboerderijen runt, in Duitsland en in Zwitserland.

Wat kost het en wie investeert?
Beckers
: De serre met de aquaponicsinstallatie kost 2,5 miljoen euro. Met de werkingskosten van het eerste jaar erbij komen we aan 3,5 miljoen. Hopelijk krijgen we voor de opstart en voor de research wat subsidies maar volgens ons businessmodel kunnen we eigenlijk zonder. Het Brussels gewest zal investeren, zo ook enkele Belgische en Luxemburgse families. En drie banken zorgen voor de leningen.

Die hoge kostprijs komt onder meer door de plek, op het dak. Wat zijn de voordelen van een dakboerderij?
Beckers
: Er is veel licht, zon en regen en we kunnen de warmte van het gebouw recupereren. De serre zal grotendeels opgewarmd worden met de restenergie van de frigo’s van de vleeshandels beneden. Zo wordt het gebouw niet alleen passief, maar ook productief. Als je bovendien ook nog voedsel produceert, verbeter je de kwaliteit van het gebouw. Maar er is ook het sociale aspect: je creëert tewerkstelling, geeft opleiding.

Wat zal de opbrengst zijn?
Beckers
: Stadslandbouw is er niet om iedereen te voeden. Het zal altijd complementair zijn met de rurale landbouw. We rekenen op veertig ton vis per jaar en honderdduizenden bakjes groenten, genoeg om zeker vijfhonderd families te bevoorraden van verse producten.

Hier beneden op de markt van Abattoir worden de groenten tegen een spotprijs van de hand gedaan. Kunnen jullie daar tegen op?
Beckers
: De prijzen zijn er inderdaad heel, heel laag, maar de kwaliteit is navenant. Het is zoals overal: voor goede waren betaal je meer. Bovendien bieden wij een ander product aan. Het heeft weinig zin om ook selder of pompoenen te gaan telen. Die zullen bij ons altijd duurder zijn. Wij moeten iets speciaals doen. We mikken bijvoorbeeld op fragiele groenten, die niet geschikt zijn voor een lang transport. Ook gaan we werken rond smaken, nieuwe ontdekkingen.

Welke groenten zijn dat dan?
Beckers
: Eetbare bloemen, speciale kruiden, jonge scheuten en ook minigroenten, zoals kleine worteltjes. Of nog, vergeten groenten, dat zijn vaak groenten die niet meer geteeld worden omdat ze slecht tegen vervoer kunnen.

In de moestuin telen jullie op een substraat, in de serre zullen de plantjes groeien op water. Wil de consument die bereid is wat meer te betalen juist geen groenten uit de volle grond?
Beckers
: De smaak van onze groenten zal minstens zo goed zijn, zo niet beter, omdat we natuurlijke meststof gebruiken. Zeggen dat groenten uit de volle grond per se beter zijn, is onzin. Alle gronden in Brussel zijn vervuild en er is geen controle. Bij ons is alles gecontroleerd: water, lucht, licht, temperatuur.
Sowieso is grondteelt op het dak onmogelijk, het is te zwaar. Onze substraten imiteren grond, maar zijn veel lichter. En ze zijn goed bestand tegen zware regenval. In het voorjaar was alle grondteelt verzopen. Hier sijpelt het water door het substraat en het teveel wordt afgevoerd.

Qua vis kiezen jullie voor tilapia. Waarom?
Beckers
: Het moest een zoetwatervis zijn want er zijn maar heel weinig groenten die groeien in een zoute omgeving. We hadden ook kunnen kiezen voor barramundi, snoekbaars of forel, maar we hebben de groeitijd en de verkoopprijs laten meespelen. Daarom beginnen we met tilapia, een sterke vis, die heel resistent is tegen ziekten en al na acht maanden oogstbaar. De tilapia heeft ook een heel goed metabolisme. Met 1,2 kilo voeding krijg je 1 kilo vis. Bij zalm heb je zes kilo voer nodig.

Maar tilapia heeft een slechte reputatie. Zelf eet ik het nooit.
Beckers
: Binnenkort zult u het wel eten, als u geproefd hebt hoe lekker onze tilapia is. Op dit moment vind je alleen slechte tilapia vol antibiotica, die per diepvries vanuit Thailand komt.
Wij hebben erover gepraat met enkele sterrenchefs. Ze werken al met deze vis, maar hebben de grootste moeite om tilapia van goede kwaliteit te vinden. Het is een vis die van zichzelf niet zoveel smaak heeft, maar die zich goed laat bereiden en die met een saus makkelijk op smaak te brengen is.

Hoeveel banen gaat u met dit project creëren?
Beckers
: De directe tewerkstelling is beperkt. We hebben al een gentleman-farmer voor de moestuin. Het is de Australiër Simon Clisshold, die werkt met mensen van de vzw Atelier Groot Eiland. Er komt binnenkort een specialist voor de visteelt bij en iemand voor de planten in de serre. In totaal zal hier een tiental mensen werken. Daarnaast is er natuurlijk de indirecte tewerkstelling. De producten moeten verpakt worden en gedistribueerd. Er is op het dak ook een restaurant gepland dat onze producten zal gebruiken.

Waar zullen de producten verkocht worden?
Beckers
: Buurtbewoners zullen in ons winkeltje beneden vis en minigroenten kunnen kopen. Daarnaast zullen we in de lokale supermarkten liggen. Het moet een wijkproduct worden. Om heel Brussel te kunnen bedienen willen we een netwerk van dakboerderijen opzetten. We hebben al geschikte daken op het oog in Ukkel en Oudergem. Voorts zoeken we nog een plek in het noorden, het oosten en het centrum van de stad. Zes in het totaal dus.

In Rotterdam ging begin dit jaar nog een aquaponicsboerderij failliet. Hoe pakken jullie het aan om rendabel te worden?
Beckers
: Een voordeel van een netwerk van boerderijen is de schaal: je hoeft maar één - dure - visspecialist aan te werven voor de verschillende boerderijen. Ook zullen we op termijn niet in elke boerderij alle groentevariaties hebben. Eén vierkante metertje van dit en één van dat, is niet rendabel. Je moet op de kwantiteit spelen.
We gaan ook niet stoppen bij Brussel. Volgens ons businessmodel beginnen we in Brussel om daarna uit te breiden naar de rest van België en vervolgens internationaal te gaan. Er zijn al verzoeken vanuit Parijs, Lyon en Milaan. We mikken hoog, ja.

Aquaponics

Aquaponics is een samentrekking van de begrippen aquacultuur (viskweek) en hydroponics (planten telen op water). Het is in principe een gesloten ecosysteem waarbij de uitwerpselen van vissen dienen als voedsel voor de planten.

Het vuile water uit de vistank gaat eerst door een biofilter. Dat zijn bacteriën die de amoniak uit de urine omzetten in nitraten. Dit levert een organische meststof op voor de plantjes. Het water met de voeding wordt door de hoger gelegen groentebedden gepompt. De plantenwortels zuiveren het water, dat weer terugvloeit naar de vistank. Zo is de cirkel rond.

Bij de installatie van BIGH op het dak van de Foodmet zal het systeem niet helemaal gesloten zijn. Het water dat door de plantenwortels wordt gepompt, zal niet teruglopen naar de vistank. “Dit kan alleen bij kleinschalige experimenten. Om het water van onze vistank te zuiveren zouden er veel meer plantjes nodig zijn dan de 1.500 vierkante meter die wij gaan telen,” legt Steven Beckers van BIGH uit.

Hij rekent er op de tank grotendeels te kunnen vullen met regenwater opgevangen van het dak van de serre.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Anderlecht , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni