De Anderlechtse Haard (1): de geschiedenis, de schandalen

Bruno Schols
© Brussel Deze Week
19/02/2009
Meer dan honderd jaar bestaat de Anderlechtse Haard nu al. Met 3.574 woningen is het de grootste sociale huisvestingsmaatschappij in het Brussels gewest, en de zevende grootste van het land. BDW wil weten wat er reilt en zeilt in het Brusselse sociale-huisvestingslandschap en klopt aan bij de Anderlechtse Haard. In het eerste deel van onze reeks Thuis bij de Anderlechtse Haard vertellen we hoe de huisvestingsmaatschappij haar woonimperium opbouwde. Meteen blijkt dat het er niet altijd even koosjer toe ging.

Negen jaar na de Schaarbeekse Haard, de allereerste woningmaatschappij in Brussel, wordt in 1907 de Anderlechtse Haard opgericht. Het socialistische gemeentebestuur wil voor de arbeiders, die in lamentabele omstandigheden wonen, goedkope en vooral gezonde woningen bouwen.

De eerste veertien huizen verrijzen in de Burgersstraat en de Duivenmelkersstraat. In 1910 komen er ook twee appartementsblokken in de Democratiestraat, in de buurt van het Astridpark. Deze appartementen hebben een afzonderlijke wc, wat vooruitstrevend is voor die tijd.

Net na de Eerste Wereldoorlog, in 1919, wordt de Anderlechtse Haard met de oprichting van de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woning (later de Nationale Maatschappij voor Huisvesting) erkend als officiële huisvestingsmaatschappij. De jaren 1920 zijn gloriejaren voor de sociale huisvesting in Brussel, waar met de tuinwijken een revolutionaire vorm van architectuur ontstaat. De eerste Brusselse tuinwijk is Floréal in Watermaal-Bosvoorde. Men wil een compromis bereiken tussen leven in de stad en leven op het platteland en legt sterk de nadruk op leefbaarheid en gemeenschapsleven. Er komen veel collectieve voorzieningen zoals een kleutertuin, een badhuis, een lagere school en gemeenschappelijke tuinen.

Ook de Anderlechtse Haard springt op de kar. Razendsnel stampt hij een sociale woonwijk uit de grond in Het Rad. Er komen honderd woningen in de Wolvenstraat en rond het Lustplein en daarna, in amper een jaar tijd, nog eens 251 huizen in Het Rad én Goede Lucht. De huizen die daarna worden gebouwd - in 1925 op het S'Jonghersplein en in 1928 op het Gerieflijkheidsplein - zijn bestemd voor onmiddellijke verkoop. Door de crisisjaren wordt de sociale huisvestingspolitiek herzien en gaat de geldkraan dicht. Er komt alleen nog financiële hulp voor de bouw van gezinswoningen. De arbeidershuisjes bestaan uit een woonkamer, wasplaats, berging, kolenhok, toilet en maar liefst drie slaapkamers (een voor de ouders, een voor de meisjes en een voor de jongens) - spectaculair voor 'het gewone volk'.

In de jaren 1930 bindt de Anderlechtse Haard, net als andere huisvestingsmaatschappijen, de strijd tegen de verkrotting aan en bouwt de maatschappij ook nog eens appartementsgebouwen in de Mensenrechtenlaan, de Itterbeekselaan en de Resedasstraat.

Daarna is het tot na de Tweede Wereldoorlog wachten voor er nieuwe gebouwen uit de grond worden gestampt. In de naoorlogse periode begint dan de bouw van veertig familiewoningen in de Goede-Luchtwijk, en in de jaren 1950 komen er nog eens 48 appartementen in de Sympathiestraat, 24 in de Walcourtstraat en veertig appartementjes in de Volhardingslaan. Het zijn de eerste woningen met een badkamer.

Hoogbouw
In de jaren 1950 ondergaat de hoofdstad een ware metamorfose. Er worden plannen gesmeed voor de Brusselse metro, de noord-zuidverbinding wordt aangelegd, de lanen worden omgevormd tot grote boulevards. De woningarchitectuur blijft niet achter: huizen worden massaal gesloopt om plaats te maken voor hoge torengebouwen.

Ook in Anderlecht schieten zulke torens als paddenstoelen uit de grond. De Anderlechtse Haard bouwt in 1956 zijn eerste grote appartementsblok op het Albert I-plein. In 1964 volgen de eerste twee appartementsblokken in het Peterbospark, goed voor 148 woningen.

Tussen 1968 en '82 volgen de torengebouwen elkaar in snel tempo op. Niet minder dan 2.026 sociale woningen, verspreid over de gemeente, worden in die periode gebouwd. In Peterbos alleen al komt het totaal zo op 758 woningen te staan. De grote concentratie van woningen zal later, en voornamelijk in de jaren 1990, voor grote spanningen zorgen, met bijvoorbeeld zware rellen in het park Peterbos.

Bergaf
Christian d'Hoogh (PS) zwaait van 1984 tot 2000 de plak als burgemeester van Anderlecht. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 behaalt hij met zijn Lijst van de Burgemeester 37,29 procent van de stemmen. Aan de vooravond van die verkiezingsoverwinning, op 8 oktober, organiseert de burgemeester een groot feest. Kosten noch moeite worden gespaard: een gehuurde circustent, gratis drank en zakoeski's worden aangesleept. De genodigden worden met de bus naar het feest gebracht, en als klap op de vuurpijl wordt de held van de avond - Christian d'Hoogh - met een helikopter bij de tent gedropt. De burgemeester is op dat moment ook voorzitter van de Anderlechtse Haard. Dat zet hij nog eens in de verf met een promofilmpje over de huisvestingsmaatschappij, met net iets te prominente verkiezingsslogans.

Twee jaar later beschuldigen FDF- en Ecolo-gemeenteraadsleden (uit de oppositie), bewijsmateriaal in de hand, de zittende burgemeester ervan het beruchte feestje (gedeeltelijk) op kosten van de Anderlechtse Haard te hebben georganiseerd. Personeelsleden van de maatschappij zouden de voorbije jaren ook voordelen in natura hebben ontvangen. Sommigen betaalden de huur van hun sociale woning niet. De raadsleden vinden ook facturen terug van gehuurde wagens en tankbeurten.

Christian d'Hoogh ontkent de beschuldigingen in alle toonaarden. Hij wuift alle interpellaties en agendapunten in de gemeenteraad over de Anderlechtse Haard vakkundig weg. Een halfjaar later bevestigt een doorlichting van Callens, Pirenne & Co de beschuldigingen van de raadsleden. In dat rapport komen ook contracten aan het licht van de Anderlechtse Haard met JCDecaux voor het plaatsen van electorale affichepanelen.

Het Hoog Comité van Toezicht stelt ondertussen een onderzoek in. Zowel het gemeentehuis en de kantoren van de Anderlechtse Haard als het huis van de burgemeester worden doorzocht. Christian d'Hoogh wordt samen met personeelsleden die betrokken waren bij de affaire, verhoord door onderzoeksrechter De Haan. Bij de ondervraagden zit ook de verantwoordelijke voor de boekhoudkundige geschriften, Viviane Bertels, die later algemeen secretaris zal worden.

Aan het hoofd van de Anderlechtse Haard komt een nieuwe bestuurder: Léon Verheylewegen. Maar die houdt het na negen maanden al voor bekeken als hem de aanwezigheid op een bestuursvergadering wordt ontzegd. Volgens Verheylewegen was hij ongewenst omdat op die vergadering ongeregeldheden zouden worden besproken. In 1993, drie jaar na het losbarsten van de affaire, stelt de raadkamer burgemeester D'Hoogh buiten vervolging.

Het blijft niet stil op en rond de Haard. Viviane Bertels, van PS-signatuur, was al algemeen secretaris geworden. Om de ploeg politiek in evenwicht te houden, krijgt Jean Sébastien Steppé - een man uit FDF-kringen - de post van adminis­tratief directeur. Tussen de twee blijkt het niet echt te boteren, want twee jaar later stapt Steppé op. Bertels zou hem buitenspel gezet hebben door zijn kasten leeg te halen en zijn faxtoestel weg te halen om hem het werk te belemmeren.

Een jaar later blijkt uit het bedrijfsrapport dat de maatschappij in 1999 achttien en in 2000 meer dan twintig miljoen Belgische frank (respectievelijk 446.200 en 495.800 euro, red.) verlies heeft geleden. Meer nog dan de cijfers spreekt de conclusie van de bedrijfsrevisoren over het bestuur boekdelen. Als het beleid niet over een andere boeg wordt gegooid, dan gaat het bedrijf failliet, staat in het rapport.

Aantredend voorzitter Pierre Demol (Groen!) staat voor een zware taak. Zijn eerste wapenfeit: Viviane Bertels en twee andere directieleden de laan uit sturen. Bruno Lahousse, een man uit de privésector, neemt in 2003 het roer over. Hij helpt de maatschappij weer op het rechte pad. Zo betaalt de onderneming stelselmatig haar schuld af. Op de jaarrekening van 2004 is al te zien dat de Anderlechtse Haard in een jaar meer dan 1,4 miljoen euro winst boekt. Politiek loopt het wel mank als voorzitter Demol uit de raad van bestuur stapt. Het voortdurende gekibbel tussen hem en de Franstalige liberalen is hem al langer een doorn in het oog. Maar doorslaggevend is dat hij niet correct op de hoogte wordt gehouden over de gang van zaken. Zo zou hij verkeerd geïnformeerd zijn over de installatie van het brandbeveiligingssysteem in de blokken van de Grondelsstraat. Ook zou volgens Demol het sociale engagement van de maatschappij tegenover de huurders te wensen overlaten: huurders worden soms onterecht uit hun woning gezet. Er doen ook geruchten de ronde dat PRL-FDF op Demols postje aast. Maar uiteindelijk is het Yves Demuijlder van zusterpartij Ecolo die het van hem overneemt.

Hoewel het de maatschappij financieel voor de wind gaat, kampt ze ook vandaag nog met een barslecht imago. Met de regelmaat van een klok doen huurders in de pers hun beklag over de slechte dienstverlening. Ook de leegstand in de tuinwijken en de erbarmelijke staat van sommige gebouwen zijn ferme smetten op het blazoen. De huidige voorzitter van de Anderlechtse Haard, Guy Vandecasteele (MR), heeft wel goed nieuws: "Dit jaar zullen we eindelijk beginnen met de renovatie van honderd huizen in Het Rad en Goede Lucht. Ook staan er omvangrijke werkzaamheden gepland in het Peterbospark, die nog dit jaar van start zullen gaan. 2009 wordt voor ons het jaar van de waarheid."

:: Deze reportage kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek. Meer info op www.fondspascaldecroos.org


Sociale huisvesting in Brussel

Een openbare huisvestingsmaatschappij of openbare vastgoedmaatschappij (OVM), zoals ze officieel heet, is een semi-openbaar bedrijf dat sociale woningen beheert.

:: In het Brussels gewest zijn er 33 vastgoedmaatschappijen en één overkoepelende Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM).

:: Er zijn gemeentelijke huisvestingsmaatschappijen (zoals de Anderlechtse Haard), maar ook maatschappijen die in verschillende gemeenten actief zijn, zoals Assam.

:: De meeste huisvestingsmaatschappijen (zoals ook de Anderlechtse Haard) hebben een politiek samengestelde raad van bestuur; een aantal zijn coöperatieven die zijn erkend als openbare huisvestingsmaatschappij.

:: De 33 Brusselse maatschappijen vallen onder de voogdij van de BGHM. De BGHM staat de lokale maatschappijen bij bij het beheer en stelt financiële middelen ter beschikking voor de renovatie of bouw van woningen. Ze koopt ook zelf woningen, richt ze in en verhuurt of verkoopt die vervolgens op haar beurt. De BGHM is uit de regionalisering ontstaan en is de feitelijke opvolgster van de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting en het Nationaal Instituut voor de Huisvesting. Ze werd wettelijk in het leven geroepen door de ordonnantie van 9 september 1993, die de basis legde voor het Brusselse huisvestingsbeleid.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Anderlecht , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni