De Anderlechtse haard (3): Renoveren of slopen?

Bruno Schols
© Brussel Deze Week
05/03/2009
Voor de appartementsblokken in het Peterbospark is voor dit jaar een grote renovatieronde aangekondigd. De blokken 1 en 5 worden het zwaarst onder handen genomen. Daar wordt de gevel gerenoveerd en het buitenste raam- en schrijnwerk vervangen. Guy Vandecasteele, de voorzitter van de Anderlechtse Haard (MR-FDF), noemt het een noodgreep: "Als we nu niets doen, komen we binnen tien of twintig jaar pas echt in de problemen."

D at de renovatie van de woonblokken 'hoogdringend' is, is een understatement. In de voorbije aflevering lieten heel wat huurders in onze huurders­enquête weten hoe ze in soms wel heel penibele omstandigheden leven.

Vooral de blokken 1 en 5, de twee oudste van de Anderlechtse Haard in het woonpark, zijn er slecht aan toe. Vochtplekken met soms een vergevorderde schimmelvorming en een slechte isolatie spelen de huurders parten. Die situatie is niet nieuw: al in 1999 interpelleerde Brussels parlementslid Walter Vandenbossche (CD&V) hierover, de resultaten van een enquête door het wijkcomité Peterbos in de hand. De vochtigheid in de appartementen heeft niets te maken met een lek in de muur, wel met de slechte isolatie van het gebouw, waardoor het vocht - gecreëerd door huishoudelijke taken als koken of de was en de plas, maar ook door simpelweg te ademen - condenseert tegen de koude buitenmuren. Het koudebrugeffect, heet dat. Een goede verluchting van de woning helpt, maar vooral in de koude wintermaanden is zoiets niet echt doenbaar. Daarvoor is de energiefactuur, door de slechte isolatie, ook zonder verluchting al te hoog.

Het is een klassiek probleem waarmee veel hoge appartementsgebouwen uit de jaren 1960 en 1970 - en dan in het bijzonder in de sociale sector - kampen. De gebouwen werden in snel tempo opgetrokken om de grote vraag naar socia­le woningen te stillen. Om de kostprijs te drukken, werd naar nieuwe methoden, vaak prefab, gegrepen. Toen al voorspelden stedenbouwkundigen dat deze experimentele bouw geen lang leven beschoren was en al snel gebreken zou vertonen.

Broeinest
Een onderzoek van de Sint-Lukaswerkgemeenschap uit 1985 onder leiding van Evert Lagrou bracht de bouwproblemen al veel eerder aan het licht. In de studie wordt dit type woningen al "een cruciaal probleem" genoemd.

De studie wijst eerst en vooral op de samenlevingsproblemen van de grote woonparken, zoals Peterbos. De gemeenschappelijke voorzieningen zouden volgens het oorspronkelijke idee het gemeenschapsgevoel aanwakkeren. Dat blijkt geenszins het geval te zijn; dat bleek ook uit onze huurdersenquête, waar meermaals de vertroebelde relaties tussen de huurders in de Grondelsstraat aan het licht kwam. In de studie wijst men overigens ook op de verantwoordelijkheid van de huisvestingsmaatschappij om de collectieve voorzieningen te beheren en te onderhouden, en in de realiteit knelt daar vaak het schoentje.

Een ander probleem is dat deze blokken van de stad afgesneden zijn. Wijken als Peterbos werden zo geïsoleerde broeinesten van sociale onlusten, die vooral in de jaren 1990 in rellen uitmondden. Wel - het moet gezegd - is met het buurtopbouwproject Riso in deze wijk de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt.

Ook op technisch vlak stellen zich problemen. Zo wees het onderzoek toen al op het condensatieprobleem dat veel hoge appartementsgebouwen aantast. De studie had toen al als belangrijk beleidsinstrument kunnen dienen - maar dat werd ze niet. "Ik heb er meermaals op gewezen, en ik had gehoopt dat de studie aandacht zou krijgen," zegt Evert Lagrou nu. "Maar ze belandde doodleuk in een bibliotheek." Nog altijd is er geen inventaris met bouwtechnische problemen in de hoogbouw.

Wat de gebouwen 1 en 5 in Peterbos betreft, is het condensatieprobleem al zeker tien jaar bekend. De gevelrenovatie van die gebouwen was dan ook meer een noodoplossing dan doordacht preventiewerk.

Dat isolatie bovendien niet altijd tot het gewenste resultaat leidt, maakt de renovatie van de Albert I-gebouwen in Kuregem pijnlijk duidelijk. Daar installeerde de Anderlechtse Haard dubbele beglazing, waardoor... de condensatie zich op de muren concentreerde. Maar omdat in Peterbos ook de gevel aangepakt wordt, zou dat probleem zich hier niet mogen stellen.

Te klein
Een tweede, meer recent, bouwtechnisch probleem is de grootte van de woningen. Het overgrote deel van de woonblokken, die voornamelijk in de jaren 1960 en 1970 gebouwd zijn, waren bestemd voor kleine gezinnen. Vandaag is de vraag naar grote gezinswoningen groter dan ooit. De theo­retisch beste oplossing om aan de vraag naar grote woningen te voldoen, is twee kleine woningen omvormen tot één grote woning. De Anderlechtse Haard deed dat bijvoorbeeld in een (kleiner) gebouwencomplex, het Melckmansgebouw in de Mensenrechtenlaan, dat eind vorig jaar werd opgeleverd.

Je kunt je afvragen of zo'n verbouwing geen goede oplossing zou kunnen zijn voor een aantal blokken van de Anderlechtse Haard. Maar dat is volgens Vandecasteele geen optie. "Dan zouden we al de huurders in de desbetreffende blokken voor lange tijd ergens anders moeten onderbrengen, en die woningen hébben we gewoon niet."


Deze reportage kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek. Meer info op www.fondspascaldecroos.org

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Anderlecht , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni