De grauwe jaren 1980: beroemde en beruchte burgemeesters

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
13/05/2015

De Brusselse burgemeesters van de jaren 1980 waren vaak extravagante, nationale figuren. De burgemeester van Sint-Joost, de socialist Guy Cudell, zat een halve eeuw in de politiek, werd ontvoerd en schrok er niet voor terug om voor de tv-camera’s met prostituees te onderhandelen. De jaren 1980 waren sociaaleconomisch grauwe jaren, waarin xenofobie hoogtij vierde. De politiek daarentegen miste geen kleur.

De paus weet niet hoe hij een condoom moet gebruiken.” De populaire Brusselse burgemeester Michel Demaret (PSC) geeft er in een interview met Le Soir Illustré nog maar eens een flinke mep op, de Brusselaar smult van de zwans, maar het establishment slaat toe. Dikke Mich zal net geen jaar burgemeester van Brussel geweest zijn. We schrijven inmiddels 1993, maar Demaret was in de jaren 1980 superschepen en razend populair. Demaret werd burgemeester omdat de PS’er Hervé Brouhon gestorven was, en Brouhon was burgemeester omdat grootslager Paul Vanden Boeynants in opspraak was gekomen en veroordeeld voor fraude. Maar zijn schaduw hing over de Stad Brussel. Welkom in de politieke jaren 1980. Onze gesprekspartners zijn Freddy Depauw, Jules Spooren en Joris Sleebus.

Hervé Bouhon vervangt VDB
Joris Sleebus gidst deze maand 40 jaar voor Brukselbinnenstebuiten en kent de stad en haar geschiedenis als zijn broekzak. “Hervé Brouhon is op een onverwachte manier burgemeester geworden, hij was een zeer sociaal bewogen man die als schepen van Openbare Onderstand de eigendommen van het OCMW heeft gerenoveerd. Het is dankzij hem dat het classicistisch geheel – begijnhof en Pacheco – gered zijn. Niet dat de renovatie ideaal was, het was een renovatie à la Pierson, de schepen die de stadseigendommen renoveerde.
Het Continentalgebouw is er het typevoorbeeld van: binnenin werd alles leeggehaald, alleen de façades bleven rechtop. In ‘de Continental’ zie je vanop het De Brouckèreplein de vloeren door de vensters heen.” Freddy Depauw, voormalig journalist van De Standaard, herinnert zich de jaren 1980 levendig. Hij woont al een paar decennia in de Gretrystaat naast het huidige casino, een gebouw dat ooit de Galeries Anspach herbergde. Depauw: “Toen we op 2 januari 1983 de deur uitstapten, stond het personeel van de Galeries
Anspach op straat. De Daltons – zo noemden we de vier Britse broers die eigenaar waren – hadden het personeel op 1 januari laten weten dat de deuren dichtgingen. Een sociaal drama. De jaren 1980 waren de jaren van de grote onzekerheid. De tegenstelling voor wie de jaren 1960 had meegemaakt was immens, tot aan de oliecrisis van de jaren 1970 leefden we met de zekerheid dat alles alleen maar beter kon worden. Ik herinner me dat er op de gelijkvloerse verdieping van de Galeries Anspach een goede boekenwinkel
was, met een zeer gedreven uitbaatster. De vrouw was compleet uit haar lood geslagen. Het waren ook de jaren dat de kranten kopten: Hoe te leven met één frank per dag?" Ook voor de burgemeesters en bestuurders van de Stad waren het geen leuke tijden: “Bijna alle stadskassen waren leeg, er moesten overal noodplannen opgesteld worden.”

Depauw heeft in de jaren 1980 voor De Standaard intensief Italië gevolgd. Hij vergelijkt Hervé Brouhon graag met Giulio Carlo Argan, de eerste linkse burgemeester van Rome in de late jaren 1970.

Depauw: “Argan was een wereldberoemd kunsthistoricus die Rome, een stad van drie miljoen inwoners, op een volkse manier bestuurde. Hervé Brouhon had dezelfde kwaliteiten, hij bestuurde de Stad Brussel op een volkse manier en was tegelijk een intellectueel. Maar als je informatie wou belde je best ‘s morgens vroeg als hij nog helder was – het is geen geheim dat hij graag een glaasje dronk. Maar de Brusselaars stoorden zich er niet aan, ze hadden hem tenslotte verkozen.”

“Het burgemeesterschep van Brussel was en is een ondankbare taak, je bent een van de negentien burgemeesters, je krijgt dat aan de buitenlandse staatshoofden die je moet ontvangen niet uitgelegd. Brouhon was ook allerminst een dictator en daar profiteerden schepenen à la Michel Demaret van. De Stad Brussel leek toen heel erg op een feodaal stelsel, met iedere schepen zijn stukje grondgebied, zijn eigen domeintje, er was weinig controle. De schaduw van VDB hing permanent over de besluitvorming.“

Prostituees
De ontvoering van Guy Cudell (1984) maakte de burgervader van Sint-Joost nog beroemder en beruchter dan hij al was. “Je kon met Cudell over alles discussiëren, maar niet over de ontvoering die in een waas van geheimzinnigheid is blijven hangen,” vertelt Jules Spooren, die de eerste Vlaamse schepen (1989-2006) onder Guy Cudell werd. Spooren: “Toen ik in 1987 gemeenteraadslid en in 1989 schepen werd, was Cudell al wat op zijn retour, maar ik woonde wel al van in de jaren 1970 in Sint-Joost. Cudell liep hoog op met grote urbanisatieplannen die in de late jaren 1970 in zwang waren.”

“Idem dito voor het onderwijs, waarmee hij zich inschreef in een grote traditie van Sint-Joostse burgervaders. Cudell zette in Sint-Joost de stadsvernieuwing in gang, en sprak ook al vroeg over voetgangerszones, waarmee pas in de eenentwintigste eeuw begonnen werd. Maar die traagheid is eigen aan de politiek. Cudell was een specialist in het creëren van problemen om ze nadien zelf op te lossen: hij zag de problemen van ver afkomen en zette ze zelf op scherp.”

Burenruzies
In een kleine gemeente als Sint-Joost kende Cudell alle inwoners en kenden zij ook hem, hij werd zelfs geraadpleegd voor burenruzies. Je kon hem met recht en reden de lokale socialistische pastoor noemen, hij kende de levensverhalen van de inwoners, hij wist ook maar al te goed dat het de beste manier is om mensen aan je te binden,” legt Spooren uit.

Cudell had een hekel aan het communautaire, maar toch kon hij het volgens Spooren moeilijk verkroppen dat het Nederlandstalig onderwijs het beter deed dan het Franstalige. Hij was ook een man van zijn woord: “Net voor de verkiezingen zei hij me: ‘Als ge verkozen geraakt, dan wordt ge schepen.’ We hebben nooit iets getekend, maar hij hield woord. Hij kon geen ei bakken of een kop koffie zetten, maar wat politieke handigheid betreft waren er geen als hij. Hij heeft een halve eeuw in het gemeentehuis doorgebracht, hij was er bijna dag en nacht. Over zijn privéleven hebben er zijn hele carrière de wildste verhalen de ronde gedaan. Die verhalen waren altijd goed voor vermakelijke gesprekken op café, maar hebben weinig belang. Veel belangrijker is dat Cudell ethisch zeer vooruitstrevend was, hij was een echte vrijdenker. Zo was het Centrum voor Gezinsplanning, de verre voorloper van de latere abortuscentra, in het gemeentehuis ondergebracht.”

Welkom in Anderlecht
Ook Freddy Depauw herinnert zich Cudell levendig: “Zo legendarisch, intellectueel en volksmens tegelijk, folkloristisch bijna zoals hij door de prostitutiestraten stapte en met de meisjes sprak. Ik herinner me een interview dat Johan (journalist Johan Reygaerts, Depauws overleden partner, dv) van hem afnam waarin hij in het Nederlands zei dat de prostituees zich bedeesd moesten opstellen. Dat is een hit geworden op de Wereldomroep, de voorloper van Radio Vlaanderen Internationaal. Cudell, wiens Nederlands niet zo goed was, bedoelde natuurlijk discreet.” Of ook nog de toespraak toen hij hield voor vele honderden inwoners vanop het balkon van het gemeentehuis na zijn ontvoering.

Depauw: “Cudell zei: ‘Et alors il y avait une machine...’ Toen pauseerde hij even, waarop iemand uit het publiek riep: ‘à laver’. Heel de menigte voor het gemeentehuis schaterde het uit.”

Voor Sleebus is Cudell de voorloper van Charles Picqué (PS) als burgemeester van Sint-Gillis. VDB liet in de Noordwijk een hele wijk – een kleine stad eigenlijk – platgooien, Cudell en Picqué gaven een paar plekken vrij aan het grote geld om in de rest van de gemeente te investeren. In Sint-Joost waren dat de plekken waar nu de Madoutoren, de Rogiertoren en de gebouwen van de Prevoyance Social aan de Schaarbeeksepoort staan. Cudell heeft zo duizenden arbeidsplaatsen helpen te creëren in zijn gemeente om geld
in de kas te brengen. Picqué gaf een stukje van de zuidwijk op om de rest van de gemeente te renoveren.

Er was naast Brouhon en Cudell ook nog Edmond Machtens als legendarische burgemeester van Sint- Jans-Molenbeek tot laat in de jaren 1970, hij verwaarloosde laag-Molenbeek – er was nog geen migrantenstemrecht – en verstedelijkte hoog-Molenbeek (de Machtenslaan). Anderlechtenaar Henri Simonet (burgemeester tot 1984) liet aan het begin van de Wayezstraat een triomfboog plaatsen met boodschap: ‘Anderlecht heet u welkom’. De migrantenwijk Kuregem behoorde voor hem niet tot Anderlecht.

Filosofisch
Sleebus kijkt met een filosofische blik terug op de geschiedenis van Brussel: “Mensen zitten aan hun tijd vast, ze zoeken antwoorden op de vragen die hun tijd stelt. De zestigers die in de jaren 1980 burgemeester werden, hadden de Tweede Wereldoorlog en het fascisme meegemaakt. Ze hadden maar één houvast: de toekomst. Ze wilden afrekenen met het verleden, wat zich onder andere vertaalde in een afbraakpolitiek. De burgemeesters die in de jaren 1950 geboren zijn, kunnen vandaag het gloedoude en het gloednieuwe combineren, ze staan veel minder negatief tegenover het verleden. Ze hebben de jaren 1960 meegemaakt, toen het voortdurend beter ging. De keerzijde is dat het oude stadsweefsel in de jaren 1980 nog betaalbaar was voor de arme kant van de samenleving, vandaag is dat steeds minder het geval.”

De grauwe jaren 1980

In de jaren 1980 oogde Brussel wel even anders. Brussel Deze Week ging graven in die nabije geschiedenis. Een terugblik op de pioniers van de Dansaertstraat, de CCC, de muziekscène en enkele wel erg kleurrijke burgemeesters uit die tijd. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, De grauwe jaren 1980

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni