De pendelende stadsduif

Charlotte Van der Vloedt
© Brussel Deze Week
26/01/2008
Duiven hebben zich op een miraculeuze wijze aangepast aan het stadsleven. "Ze nemen zelfs de metro," zegt Marc Herremans van Natuurpunt.

De mediterrane rotsduif ruilde vanaf de late middeleeuwen zon, zee en rots voor een stedelijk decor. Ze nestelden zich massaal in daken en kerktorens en pasten zich wonderwel aan, maar de laatste vijftig jaar kregen ze plots met een immens probleem te kampen. Doordat de buitenwijken steeds groter werden, moesten ze almaar meer afstand afleggen om aan hun voedsel op het platteland te geraken. "Maar ook voor dit probleem hebben de stadsduiven nu een oplossing gevonden," vertelt Marc Herremans, bioloog bij Natuurpunt. "In Parijs en Londen nemen ze gewoon de metro. Ze laten zich tot aan de rand van de stad brengen om te foerageren en 's avonds nemen ze de metro terug."

Oorlogshelden
De opmerkelijke intelligentie van de stadsduif is waarschijnlijk een uitvloeisel van hun verleden als postduif. "Veel stadsduiven zijn gewoon afstammelingen van verdwaalde reisduiven," vertelt Herremans. Vanaf het moment dat ze zich in de steden gingen nestelen, werden duiven door mensen gebruikt als postbode. Vooral in de oorlog werd er duchtig gebruik van gemaakt om berichten van het ene front naar het andere te sturen. De duiven kregen dan een buisje aan hun poot gehecht waarin een boodschap zat.

Naast de boodschappers had je ook de fotograafduif. Die vloog met een heel klein fototoestel dat automatisch foto's nam. Zo konden de soldaten belangrijke informatie over de opstelling van de vijand te weten komen. Als de duiven erin slaagden hun opdracht tot een goed eind te brengen, verwierven ze een echte heldenstatus.

Die eer viel onder andere de Franse heldenduif Vaillant te beurt: hij slaagde erin om tijdens de Eerste Wereldoorlog een bericht over te dragen dat om versterking vroeg. Hij viel stervend na een gasaanval zijn hok weer binnen, maar de boodschap was overgebracht. Na zijn dood ontving de duif verschillende medailles, hij werd opgezet en kreeg een plekje in het Franse legermuseum.

Ook in Brussel kregen de dappere oorlogsduiven een hoogsteigen monument. In 1931 onthulde Leopold III een monument 'voor de postduiven die voor het vaderland het leven hebben gelaten'. Het standbeeld op de Varkensmarkt wordt tot op vandaag druk bezeten en bevuild door minder heldhaftige soortgenoten.

"De oorlog was een slechte tijd voor de duivenliefhebbers in Brussel," vertelt Danny Van Bael, Brussels duivenkenner. "Alle duiven moesten verzameld worden in het Jubelpark, op de plek waar nu Autoworld zit. Daar werden duizenden duiven bewaakt door de Duitse bezetter. Ze vreesden spionage. Op het stiekem houden van duiven stond de doodstraf," zegt Van Bael. "Mijn ouders hebben ze allemaal moeten slachten, op vier na. Die hebben ze in de grond verstopt en die hebben de oorlog overleefd."

Duivenmelk
De 'truc met de duif' bestaat erin dat de duivenmelker in alle rust mannetje en vrouwtje de paringsdans laat uitvoeren en juist voor het moment suprême het mannetje weghaalt. Reden genoeg voor het trouwe mannetje om honderden kilometers in de gevaarlijkste omstandigheden te overbruggen en terug naar zijn vrouw te komen.

"Duiven zijn in gevangenschap heel monogaam," weet Marc Herremans. "In de vrije natuur kunnen ze seksueel iets actiever zijn. Ze zijn ook de enige vogels die hun jongen melk geven. Zowel vader als moeder produceert de eerste dagen na de geboorte een witachtig vocht dat als voedsel dient voor de kleintjes. Vandaar het begrip duivenmelker."

Die ongelofelijke trouw en zorg voor het nest heeft de mens altijd weten te bekoren. Bij de Romeinen werd de duif als een attribuut van de liefdesgodin Venus afgebeeld. Ook in de Bijbel staat de duif symbool voor vrede en zelfs voor de Heilige Geest. "Er zijn natuurlijk altijd duiven die het toch laten afweten," vertelt Frans Bungeneers, lid van de Koninklijke Duivenliefhebbersbond. "Zij komen dan veelal in steden terecht." Hierdoor wordt de populatie van de stadsduiven voortdurend aangevuld.

Charmante plaag
Het aantal duiven in Brussel-centrum wordt vandaag op zeven- tot achtduizend geschat. "Een ware plaag," vindt Erny De Winne, verantwoordelijke van de cel Ontsmetting van de Stad Brussel. "Sinds vorig jaar worden de stadsduiven gesteriliseerd. We vangen ze en brengen ze naar de dierenarts voor een chirurgische ingreep. Zieke dieren worden eruitgehaald en de gezonde exemplaren worden na de ingreep vrijgelaten. Die maatregel kost ons veel geld, maar het is financieel haalbaar en voorlopig het meest efficiënt. Een tiental jaar geleden hebben we geëx­perimenteerd met de pil voor duiven, maar dat bleek niet haalbaar. De vrouwtjesduiven moesten de hormonen elke dag binnenkrijgen. Begin maar eens! Bovendien was het verschrikkelijk duur en niet gezond voor de andere vogels die ermee in aanraking kwamen."

"De beste manier om een plaag te voorkomen, blijft natuurlijk een verbod op het voederen van de dieren," vertelt Olivier Beck, medewerker van het Brussels Instituut voor Leefmilieu (BIM). "Helaas leeft de bevolking dat nog altijd niet na. De mensen zijn gehecht geraakt aan de stadsduiven, en ze hebben natuurlijk een bepaalde charme. Ergens horen ze bij de romantiek van een grootstad."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni