Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni

De Ribaucourtstraat, een jaar na de rellen

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
21/10/2010
Vorige zomer stond de Maritiemwijk in brand. Een gebouw in de De Ribaucourtstraat werd geviseerd omdat relschoppers dachten dat er een politiecommissaris woonde. En omdat bewoners geprotesteerd hadden tegen de overlast die een drugscafé met zich meebracht. Een jaar later blikken enkele bewoners op vraag van BDW terug. Over leven in Molenbeek, anno 2010.

D e Ribaucourtstraat 137-139: twee nette gebouwen op de hoek met de Ulensstraat. Een voormalige kachelfabriek die op het einde van de jaren 1990 werd omgebouwd tot appartementen. Het moest de heropleving van dit deel van Brussel kenmerken: nieuwe woningen voor nieuwe middenklassers. Tussen de appartementen liggen een gemeenschappelijke tuin en parkeergelegenheid, die uitgeven op de De Ribaucourtstraat. Het gebouw is omgeven door een poort en een muur.

Twaalf jaar later is bij sommige bewoners de vlam gedoofd. Anderen benadrukken dan weer dat ze willen blijven. Over één zaak zijn ze het eens: de toekomst van de Maritiemwijk is bezwaarlijk rooskleurig te noemen. Paul, Peter en Rika waren er van in het prille begin in 1998 bij, Ymke en Jamila kwamen er later wonen.

Kunnen jullie kort beschrijven wat er op 27 augustus 2009 is gebeurd?
Jamila: "Ik kwam laat thuis. Ik weet nog hoe op de hoek van de straat banden opgestapeld lagen, en hoe het hier aardedonker was. Maar ik sloeg er geen acht op."
Rika: "De straat was afgesloten. Ik herinner me nog hoe ik iemand naar huis had gebracht, en achteraf moeilijk opnieuw in de straat geraakte. Eenmaal binnen in mijn appartement keek ik nog eens naar buiten, en toen zag ik Jamila's wagen in brand staan. De dag voordien was er al een wagen van een andere buur in brand gestoken."
Peter: "Ja, dat was waarschijnlijk een hate crime. Die bewoner was homoseksueel en kleedde zich ook zo."
Rika: "Nu ja, de precieze aanleiding van de rellen was de perceptie van die relschoppers dat er hier een politiecommissaris woonde. We hadden al lang overlast van een café hier een beetje verder op de hoek. Een dekmantel voor drugsdealers. En dat bracht heel wat overlast met zich mee: veel lawaai, verkeer, drugsleveringen, dichtslaande deuren tot een stuk in de nacht."
Paul: "Dus belden mensen uit dit gebouw regelmatig naar de politie. Hoe dat aan de overkant overgekomen is... Het leek voor hen alsof hier politiemensen werkten. En die indruk moet versterkt zijn geweest toen agenten vanuit een appartement dat drugscafé in de gaten zijn beginnen houden."
Rika: "Maar dus: op 27 augustus vorig jaar was de De Ribaucourtstraat versperd. Net nadat ik thuis kwam, moet het gebeurd zijn, dat ze benzine hadden uitgegoten."
Paul: "Toen ik rond een uur 's nachts uit het raam keek, brandde de hele oprit. Dat is allemaal in drie minuten tijd gebeurd. We hebben zelf geblust, met de hulp van twee jonge voorbijgangers. Er kwam geen brandweer, en toen ik hen opbelde, zeiden ze onomwonden dat we onze zaken zelf moesten regelen."
De aanval gebeurde in twee fasen, zegt de groep. Eerst werd de wagen van Jamila in brand gestoken. Nadien, toen de wagen geblust was en de bewoners de schade kwamen opmeten, was er een tweede aanvalsgolf.
Jamila: "We hebben toen alles laten vallen en zijn gevlucht."
Paul: "Het leek of ze ons viseerden, maar eigenlijk kwamen ze louter om dingen stuk te slaan. Ze hadden sjaals om hun hoofd gewikkeld en hadden staven in hun hand."
Jamila: "Ik vind het spijtig, want ik ben zelf van Marokkaanse origine. Ik ben later met enkele jongeren gaan praten en heb hun gevraagd waarom ze mijn auto in brand hebben gestoken. Het argument dat ik toen te horen kreeg, was dat ik moest begrijpen dat het ramadan was. Krijg nu wat! Voor mij betekent ramadan iets totaal anders."
Peter: "Het probleem is dat die mensen, die relschoppers, de indruk hebben dat hun onrecht wordt aangedaan. En daar antwoorden ze altijd met geweld op."
Paul: "Er wordt niet naar hen geluisterd, vinden ze. Als je iemand op zijn smoel slaat, dan ben je zelf wel iemand natuurlijk."

Kunnen jullie begrip opbrengen voor wat hier vorig jaar is gebeurd, voor de vele problemen in de wijk?
Rika: "Die gasten kennen geen wereld buiten hun wereld, de De Ribaucourtstraat, 1080 Molenbeek. Dat is het probleem. En ze laten ook niemand toe die een beetje afwijkt, zoals blonde gastjes met de fiets die vorig jaar werden weggejaagd omdat het niet hun wijk was."
Paul: "Het grootste deel van de jeugd hier is niet in staat om die problemen te overstijgen. Behalve de vrouwen - soms toch."
Jamila: "Ik ben een deserteur, hé, dat hebben ze me vaak aangewreven. Omdat ik ze niet kon helpen en met de Belgen werkte en hen verloochende. Terwijl het gewoon om de wil gaat, de eerste stap die nodig is om uit het getto te geraken."

Wonen jullie hier nog graag?
Jamila: "Ik wel, al is er wel een verschil met vóór de rellen. Ik ben alerter."
Paul: "Ik ben erg geschrokken omdat je in je huis wordt geviseerd, in je privésfeer. Mijn appartement is voor mij heel belangrijk, dat is iets van mij, dat koester ik. Ik probeer het rationeel te bekijken, maar zodra de politiehelikopter voorbij komt, dan vervliegt toch een deel van die rationaliteit. Het uit zich in kleine dingen."
Peter: "Mij frappeert het verloop in deze wijk. Ik heb de indruk dat de meeste mensen, zodra ze vooruit gaan in het leven, hier verhuizen. Daardoor kan de buurt ook nooit echt heropleven. Hetzelfde zodra men kinderen krijgt: weg is iedereen, ergens anders naartoe."
Paul: "Ik woon hier nog graag, maar als je zegt: 'Zullen we de binnentuin openstellen voor iedereen?', dan antwoord ik: 'Nee.'"
Jamila: "Vergeet niet dat de mensen in de buurt vaak een ander beeld van ons hebben. Ze hebben dat ook al eens tegen mijn ouders gezegd, toen die op bezoek kwamen en beneden aanbelden: 'Il ne faut pas sonner ici, il n'y a que des Belges riches ici...'"
Rika: "Ik vind dat het de verkeerde kant uit gaat met deze wijk. Vroeger had ik bijvoorbeeld niet het gevoel dat men ons als de rijken beschouwde."
Ymke: "Toen hier vorig jaar die problemen waren geweest en ik naar de kruidenier in de straat ging om inkopen te doen, waren die mensen nochtans gegeneerd. Ze voelden oprechte spijt voor wat er gebeurd was. Dat heeft me ontroerd."

Toch zijn er in de wijk nog vele problemen. Problemen waarvan vooral vrouwen het slachtoffer zijn.
Rika: "Een vriendin van mij die op bezoek was, had eens een kleedje aan, en die heeft een fietsband naar haar hoofd gekregen."
Ymke: "Vroeger deed ik in de zomer een short en een topje aan, maar dat is ook gedaan. Want dat provoceert heel wat mensen hier. Als ik dat tegen vrienden zeg, verklaren ze me gek. Maar het is voor mijn eigen comfort. Ik wil niet lastiggevallen worden."
Paul: "Maar dat is erg, wanneer vrouwen niet meer in een kleedje over straat kunnen. Waar zijn we mee bezig?"
Ymke: "Waar kan je anders gaan wonen in Brussel? Woluwe? Binnen twintig jaar zijn de problemen in Brussel nog groter, als je de hoeveelheid kinderen bekijkt in wijken als deze. Ik ben ongerust."
Paul: "De overheid en de politiek zijn natuurlijk nog altijd heel cynisch, en ik betwijfel of we van hen veel heil moeten verwachten."
Rika: "Wij blijven hier toch nog wonen. Weet je, ik ben blij dat we de ramadan dit jaar zonder kleerscheuren zijn doorgekomen. Maar wat me stoort hier in deze wijk, is de steeds erger wordende wetteloosheid. Hier gebeuren dingen op straat die nergens anders kunnen. Dubbelparkeren, door de straat racen, dealen. En niemand treedt ertegen op. Anderzijds, de gasten die mee de auto hebben helpen blussen, vorig jaar, dat waren Marokkanen. Die zijn nadien verdwenen in de nacht. Ik heb ze nooit meer teruggezien."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving