Een gesprek met Tania Bari, muze van Maurice Béjart

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
14/03/2010
"Jarenlang heb ik in een bubbel geleefd. Dansen, dansen, dansen, aan iets anders dacht ik niet. En dan, 1973, New York: meniscus naar de verdommenis, einde verhaal. Maar het zwarte gat heb ik nooit gekend. Met dank aan mijn echtgenoot, de journalist en filmmaker Gérard Valet: hij liet me zien dat er nog iets anders in het leven is." Mijn gastvrouw is Nederlandse; officieel heet ze Arendina Barry Treure, maar als Tania Bari was ze achttien jaar lang de muze van Maurice Béjart.

De top bereiken als danseres: zonder het heilige vuur is dat een utopie. En dat vuur was er al zolang Barry het zich kan herinneren. "Ik heb altijd gedanst. Eerst thuis, op de muziek van onze pianola. Zeer tot onvrede van de onderbuurvrouw: 'Dat kind maakt veel te veel herrie, stuur haar toch ergens heen!' Dankbaar mag ik haar zijn, zeker, want zo ben ik op mijn twaalfde danslessen mogen gaan volgen."

"Mijn lerares had links en rechts wat opgestoken, onder meer van de Duitse expressionistische danser Kurt Jooss. Zij was een vooruitstrevende vrouw, met een moderne kijk. Zo danste ik op mijn dertiende al op de muziek van componisten als Gian Carlo Menotti."

"Mijn danstechniek was niet fameus, die moest bijgespijkerd worden door echte professionals. Gelukkig maar dat ik montessorionderwijs volgde: ik had langere vakanties, waarvan ik profiteerde om lessen te volgen in Parijs. Want daar gebeurde het indertijd."

Ontmoeting
Onmiddellijk nadat ze haar diploma middelbaar onderwijs op zak had, is Barry Treure volledig voor haar passie gegaan. In Parijs.

"Een moeilijke beslissing was het, want moeder stond er alleen voor. Mijn vader was niet teruggekeerd van het front; have en goed waren we kwijtgeraakt bij het bombardement op Rotterdam: twee pakhuizen en de zaak in kantoormeubelen en schrijfmachines. Ik heb hier thuis nog muntjes liggen die aan elkaar zijn gesmolten in het inferno. Toen de Duitse bommenwerpers hun vernietigende lading losten, zijn we op het nippertje kunnen wegkomen. Het staat me nog zo voor ogen: mijn moeder aan de ene hand en onze Duitse buurvrouw aan de andere sleepten mij mee over de glasscherven. Ook de geur van die brand staat voor immer in mijn geheugen gegrift: toen we met het ballet in Argentinië waren en ik daar de reuk van die overdadige barbecues opsnoof, dacht ik: 'Hé, dat is hetzelfde luchtje.' Nu, mijn moeder was een sterke vrouw. Van nul heeft ze de zaak weer opgebouwd, en tot haar zeventigste is ze actief gebleven."

"In Parijs volgde ik lessen aan de Studio Wacker. Maar ik moest ook werk vinden. Moeder hielp me met een hotelkamertje, de lessen moest ik zelf betalen. Mijn lerares, Nora Kiss, gaf me de raad een plaatsje proberen te bemachtigen in het kleine gezelschap van een jongeman uit Marseille. Die jongeman was Maurice Béjart. Het grappige is dat ik kort daarna in de bus een man met doordringende blauwe ogen zag staan en de angst me in de benen sloeg. Ik dacht: 'Néé, dat kan die mijnheer niet zijn!' Maar ja, hij was het dus wel. Maurice Béjart. Ik had dus al een angst voordat ik begonnen was, en de auditie was dan ook navenant. Wat-een-debacle! Mon dieu! "

"De daaropvolgende weken bleven onze paden elkaar kruisen. Op het smalle wenteltrapje van de Studio Wacker: ik volgde lessen op de tweede verdieping; Maurice volgde les bij de tante van mijn lerares, op de eerste verdieping. Dan keek hij eens en wendde hij even zo vlug zijn hoofd weer af. Na een paar maanden heeft hij mijn lerares toch gevraagd: 'Hoe gaat het met die Hollandse daar?' Antwoord: 'Nou, die gaat wel vooruit.' Hij vroeg dat omdat hij een aanbieding had gekregen voor een groot gala en meer meisjes zocht. Zo ben ik erin gerold: het volgende seizoen was ik lid van het corps de ballet bij Les Ballets de l'Étoile. Dat was het begin van Maurice Béjart."

Patriarch
"Het was een fascinerende periode. Lang hebben we bescheiden tournees gemaakt door Europa. Op de eerste daarvan, naar het Italiaanse Bari, heb ik mijn naam gevonden. Voor de Russische pianisten van Studio Wacker, die voor elk meisje een naam hadden, was ik al lang Tania. Dus werd het Tania Bari. En zo is het gebleven."

In die jaren leerde Bari Béjart ook echt kennen. "Wij waren één grote familie. Kan ook moeilijk anders: we waren constant onderweg met onze bus. En Maurice was de patriarch. Hij zat altijd te lezen op het voorste bankje. En van tijd tot tijd zei hij: 'We stappen uit, we gaan dit of dit bezoeken.' Hij deed dat in een sneltempo. Wij waren nog maar net de bus uit, of hij had het al gezien. Bij hem ging het steeds snel in de praktische dingen. Verder dacht hij veel na, heel veel. En het was ook een veelzijdig man, met veel facetten. Geïnteresseerd in verschillende culturen, ernstig, maar ook een fan van de humor van de Marx Brothers. En zijn grote kracht was dat hij gaven uit de mensen kon halen waarvan ze zelf niet vermoedden dat ze ze in zich hadden."

"Die vertrouwdheid met elkaar is altijd gebleven, ook na mijn afscheid. Hij werd gaandeweg natuurlijk steeds bekender. Op het laatste hoorde ik dat iemand hem 'Maître' noemde. Oké, maar voor mij en de andere dansers is het altijd 'Maurice' gebleven. We hebben samen ook veel gedanst, onze lichamen kenden elkaar, waren aan elkaar gewend. Er ontstaat een lichamelijke intimiteit die na het optreden meteen weer verdwijnt. Het is altijd interessant gebleven."

Koning
Aan het toeren kwam een einde toen de impresario van het ballet met alles ging lopen. Een einde, maar ook een nieuw begin. "Het was in 1959. Ik was terug in Rotterdam. Plots een telefoontje. Maurice. 'Wil je iets uitproberen?' Dat 'iets' was een ballet op Le sacre du printemps van Stravinsky, in een creatie van De Munt. Het werd het eerste grote ballet waarin Maurice zijn visie kon doordrukken: breken met het algemene dansvocabularium door expressieve bewegingen, gedecentraliseerde heupen, rugondulaties, contracties, die hij ontleende aan andere dansvormen. Gedaan met de balletten met een tutu en verhaaltjes uit de begintijd. Mag ik het 'brave balletten' noemen? Later heb ik gehoord dat Maurice niet de eerste keuze was, anderen waren ervoor teruggedeinsd."

"Die choreografie was een kunststukje dat Maurice in amper enkele weken tijd voor elkaar had gebracht. Met dansers van drie verschillende gezelschappen nog wel. Het applaus van koning Boudewijn op de première, toen iedereen in de zaal na afloop beduusd stil zat te wezen, heeft ons zeker geen kwaad gedaan. En de tweede dag ging het opperbest. De rest is geschiedenis. Het geheim van Maurice was ook dat hij een sterke choreografie had gemaakt voor de mannelijke dansers. Voorheen was de man in feite altijd het aanhangsel van de danseres. Mooi, maar een aanhangsel. Nu, meer dan vijftig jaar later, wordt Le sacre du printemps nog steeds opgevoerd."

Geluk
Wat bedoeld was als tijdelijk, mondde uit in een permanente opdracht toen Béjart van Maurice Huisman, na diens aanstelling als directeur van de Muntschouwburg, de vraag kreeg om een groep voor De Munt te vormen: het legendarische Ballet van de XXe Eeuw was geboren.

"Ineens lagen alle grote podia van de wereld open. Steeds weer andere sferen mogen opsnuiven: fantastisch. Ik heb ook veel geluk gehad. Elkaar stokken in de wielen steken? Kenden we niet. Zo vertrouwd waren we met elkaar, en iedereen had ook wel wat te doen. Nijd, afgunst, mateloze ambitie: ik denk dat dat verschijnselen van deze tijd zijn."

"Het was een weergaloos avontuur, en Brussel was dat evenzeer. Vrijheid, blijheid. En kijk, ik ben er nog. Veel kom ik niet meer buiten, neen. Mijn katten, het gezelschap van toffe buren op tijd en stond, af en toe een voorstelling, soms eens naar Parijs. Dat volstaat," zegt Bari terwijl de schemer van de wintermiddag begint te vallen en we samen nog een sigaretje opsteken. "Tja, dat roken. De dansers van mijn generatie doen het allemaal. Nog vroeger werd er gebreid tussen twee repetities door, wij rookten."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Vorst, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni