Een jaar Oekraïne-crisis in vijf conclusies: 'In Brussel is iedereen zo open'

Bram Van Renterghem
© BRUZZ
22/02/2023

| Brussel kleurde verschillende keren blauw-geel.

Vrijdag is het één jaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel en miljoenen mensen deed vluchten. Een kleine 11.000 van hen kwamen in Brussel terecht, waar ze wonen, werken, les volgen of de liefde vonden. Eén jaar Oekraïne-crisis in vijf conclusies.

1 Brussel valt in de smaak

Bij aanvang van de oorlog, nu een jaar geleden, verwachtte België tot 200.000 vluchtelingen uit Oekraïne. Dat werden er uiteindelijk 'maar' 53.220. Daarvan zou Brussel tien procent voor zijn rekening nemen.

In werkelijkheid zijn het er 10.824, of iets meer dan twintig procent van het totale aantal opgevangen Oekraïners in België. Dubbel zoveel dus als afgesproken, en dat percentage neemt nog altijd lichtjes toe. “Oekraïners verkiezen doorgaans steden,” legt de Brusselse Oekraïne-coördinator Peter Michiels uit. “Daarnaast is Brussel ook een gastvrije stad, met veel aangemelde gastgezinnen. Ook de lokale en gewestelijke besturen leveren behoorlijk wat inspanningen om Oekraïners te huisvesten. Als de andere gewesten, en dan vooral Wallonië, wat lauwer reageren, zit je al snel aan een oververtegenwoordiging in Brussel.”

Opvallend: waar de opvang bij gastgezinnen vorige zomer een probleem dreigde te worden, omdat die het samenleven beu dreigden te raken, wonen nog steeds heel wat Oekraïners bij zo'n gastgezin. Precieze cijfers zijn er niet, maar het zou om een meerderheid gaan.

Zo ook Olha Lisovska (30). Ze woont hier sinds april. Eerst bij een Armeens-Frans koppel in Sint-Gillis, dat ze al van voor de oorlog kent. “Zij heeft me echt alles geleerd,” zegt ze. “Maar eigenlijk is iedereen hier in Brussel erg aardig en open. Als ik in een patriottische trui door de stad loop, spreekt iedereen me breed glimlachend aan. En de stad is zo internationaal! Contacten leggen gaat erg makkelijk, bijvoorbeeld tijdens de lessen Frans.”

1833 Oekranie Olhalisovska 6

| Olha Lisovska: "Iedereen in Brussel is erg aardig en open."

Ook fotografe Oksanav (32), die liever niet met haar volledige naam of foto in de media wil, verblijft nu bij een gastgezin in Sint-Gillis, samen met haar dochtertje van vier jaar. “De eerste twee maanden heb ik in een Aparthotel doorgebracht,” vertelt ze. “Maar toen ik vrijwilligerswerk deed, nodigden een man en zijn gezin me uit om bij hem te verblijven. Nu wonen we in een aparte studio, waarvoor we niks moeten betalen.”

Ook zij is positief over haar verblijf hier. “Ik heb enkel lovende woorden voor Brussel. Ik voel me veilig en iedereen is altijd vriendelijk. Toen mijn gsm laatst dan toch gestolen werd, heeft de politie hem gevonden en me via een vriend terugbezorgd. Schrijf maar op: 'I love the police!'”

Dat Sint-Gillis een prominente rol speelt, is overigens geen toeval. Gemeenten als Etterbeek, Sint-Gillis en Koekelberg herbergen bovenproportioneel veel Oekraïners. Andere gemeenten zoals Evere, Schaarbeek en Sint-Agatha-Berchem doen dat minder. “Dat hangt deels af van de spreiding van eurocraten, die een grotere bereidheid tonen om Oekraïners op te vangen,” verklaart Michiels.

2 Oekraïners zijn plantrekkers

Zelfredzaam, gemotiveerd en georganiseerd. Zo omschrijven heel wat Belgische middenveldorganisaties de Oekraïense vluchtelingen. Peter Michels bevestigt: “Ze zoeken zelf naar werk en huisvesting, en hebben niet zo heel veel begeleiding nodig.” Daarbij speelt het mee dat ze doorgaans hoogopgeleid zijn.

Maar ook de wil om er iets van te maken, valt op. Ruim 15.000 van de 21.075 naar Vlaanderen gevluchte meerderjarige Oekraïners volgen Nederlandse les, hoewel dat niet verplicht is en veruit de meeste geen lange termijnperspectieven hebben hier.

Voor Brussel zijn die cijfers moeilijker te verkrijgen. “Maar ook wij merken een grote motivatie,” zegt Jo Wuyts van het Huis van het Nederlands. “Zo vroeg een moeder die al vier keer per week Nederlands volgt om haar kind met het huiswerk te kunnen helpen, of ze niet nog extra lessen kon volgen. Het ging te traag. Ook bij activiteiten is het enthousiasme altijd erg groot.” Dat het vaak om moeders gaat van wie de kinderen op school zitten, en die overdag dus niet veel om handen hebben, speelt weliswaar ook een rol.

20220206_steunmars Oekraïne_stand with ukraine_promote Ukraine_betoging 6 maart 2022

| Een steunmars op 6 maart, georganiseerd door Stand with Ukraine en Promote Ukraine.

De Oekraïners zijn intussen goed georganiseerd. Promote Ukraine en Ukrunian voices zijn de twee bekendste organisaties door en voor Oekraïners. Die laatste groep runt zelfs een community center in de Europese wijk, met een damesverdieping, kinderopvang, taallessen, sportactiviteiten en een bibliotheek. “Mevrouw Zelensky heeft onlangs nog tweeduizend boeken geschonken,” zegt Michiels. “De dynamiek van het community center is tot in Oekraïne bekend.”

Die organisaties zorgen ervoor dat Oekraïners snel hun weg vinden. “Er zijn heel wat Facebook- en Telegramgroepen voor Oekraïners in Brussel,” zegt Oksanav. “Daar kun je om advies vragen over werk, hobby's, administratie, enzovoort. Vooral de Oekraïners die hier al voor de oorlog waren, spelen daarin een rol.”

3 Als er werk is, dan vooral als poetshulp

Die zelfredzaamheid vertaalt zich vooralsnog niet in jobs. 'Maar' 2.601 Oekraïners schreven zich in bij Actiris en daarvan vond 13,8 procent werk. “Oekraïners zien die inschrijving als de laatste stap, ze vinden dat ze zelf hun plan moeten trekken,” zegt Michiels. “Dat het allemaal met een inschrijving bij Actiris begint, behoort tot onze adviezen aan die groep.”

Olha Lisovska is bij de grote groep die zich nog niet inschreef, maar dat wil niet zeggen dat ze niet werkt. In Oekraïne was ze journaliste, nu schrijft ze romans en verhalen, die ginds gepubliceerd worden. “In het Oekraïens,” zegt ze stellig. “We moeten weg van die Russischtalige dominantie.”
Oekraïners die hier wel aan de slag gaan, en dat zijn er steeds meer, vinden vooral werk in de administratieve en ondersteunende diensten (52,8 procent), horeca (7,6 procent) en groot- en detailhandel (5,6 procent). “Om welke concrete jobs het dan gaat? Vooral poetshulp,” zegt Jan Gatz, woordvoerder van Actiris. “Voor heel wat andere jobs zitten de taal- of diplomavereisten in de weg.” Oekraïners mogen dan wel hoogopgeleid zijn, zolang hun diploma hier niet erkend is, kunnen ze daar weinig mee.

Oksanav is in dat geval. Ze heeft een master in toerisme, en is nu de procedure gestart om dat diploma ook hier te laten erkennen. “Ik hoop hier in een reisbureau aan de slag te kunnen,” zegt ze. “We weten immers niet hoelang de oorlog nog zal duren.”

4 Terugkeren of niet? It's complicated

Die onzekere prognoses doen heel wat Oekraïners hinken op twee gedachten. “Het eerste half jaar was ik alleen maar bezig met overleven. Nu probeer ik iets op te bouwen, onder meer door mijn diploma te laten erkennen en de taal te leren,” zegt Oksanav.
Toch wil ze terug zodra het kan. “Ik had een goed leven in Oekraïne, met een fotostudio en heel wat werk. Ik denk dus dat ik terugga. Maar het leven kan vreemd lopen. 'Als je God wilt laten lachen, vertel hem dan je plannen,' luidt het spreekwoord. Daarom ben ik voorzichtig met voorspellingen. Maar mijn hart is in Oekraïne. Als de oorlog stopt, ga ik terug.”

Peter Michiels vermoedt dat redelijk wat Oekraïners die stap al gezet hebben, ook al is de oorlog nog bezig. Van de 64.000 Oekraïners die het statuut van tijdelijke bescherming hebben aangevraagd, zijn er dik 53.000 ingeschreven in het rijksregister. “De rest is misschien al teruggegaan,” zegt Michiels. Al kan het ook dat ze naar een ander land zijn doorgereisd.Toch denkt Michiels dat die vaste wil om terug te keren, bij sommigen aan het keren is. “Hun kinderen lopen hier school en worden heel goed opgevangen. Dat kan een klik geven, waardoor ze hier langer willen blijven in plaats van terug te keren naar een kapotgeschoten land.”

1833 Oekranie Olhalisovska 5

| Olha Lisovska: "Ons leven na de oorlog zal zich deels in Odessa afspelen."

Ook Olha Lisovska wil na de oorlog niet per se fulltime terug naar Oekraïne. Ze woont immers niet langer bij een gastgezin, maar bij haar Zwitserse vriend, in het onvermijdelijke Sint-Gillis. Ze hadden elkaar twee keer ontmoet, nog voor de oorlog, in Odessa. “Er waren toen wel al gevoelens, maar ik zag op tegen een leven in het buitenland. De oorlog veranderde dat. Hij was een van de redenen waarom ik voor Brussel koos. En uiteraard is onze relatie nu veel hechter.” (Lacht)

“Mijn vriend en ik hebben beslist dat een deel van ons leven zich in Odessa zal afspelen,” gaat ze verder. “Zeker in de zomer, als het mooi weer is, is het er erg fijn.” Maar een ander deel zal zich dus mogelijk hier afspelen.

5 Waar een wil is, is een weg

Olha en Oksanav zijn ondanks de oorlog al in Oekraïne geweest het voorbije jaar, op familiebezoek. En ze zijn zeker niet de enigen: dagelijks rijden meerdere FlixBussen van Brussel-Noord naar Kiev – een zitje boeken kan vanaf 100 euro.
Tegen dat heen-en-weergereis maakt niemand bezwaar. Nochtans gingen politici enkele jaren geleden nog flink tekeer tegen vluchtelingen die even heen en terug gingen naar het gevaarlijke thuisland. “Vakantiefraudeurs,” noemde Theo Francken (N-VA) hen, en hij maakte er een prioriteit van om dat tegen te gaan, iets wat toen op veel bijval kon rekenen.

Dat er nu geen ophef is over terugreizende Oekraïners, is dan ook opvallend. “De richtlijn staat terugkeren toe. Dus niet te vergelijken,” reageert Francken.

Het eerste deel klopt alvast: de speciaal voor deze crisis in het leven geroepen Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming, die Oekraïners recht op opvang geeft, laat een terugkeer toe. Toch valt de situatie van Oekraïners te vergelijken met mensen uit andere oorlogsgebieden zoals Jemen of Syrië, die hier dan subsidiaire bescherming krijgen, oordeelt Benoit Dhondt, advocaat migratie- en vluchtelingenrecht.

"Dat Oekraïners wel en andere groepen niet even terug naar hun thuisland mogen, toont aan met wat voor andere lens we naar dit conflict kijken."

Benoit Dhondt - advocaat vreemdelingenrecht

“En zij mogen niét terug naar het thuisland,” zegt hij. “Als ze betrapt worden, kan hun statuut ingetrokken worden. Daarnaast mogen Oekraïners ook doorreizen naar andere Europese landen enzovoort. Het toont aan hoe logisch die behoeftes zijn. Maar het toont ook aan met wat voor andere lens we naar dit conflict kijken. We zien de Oekraïners en onszelf als deel van één team. Dat geldt veel minder voor andere mensen op de vlucht. Maar ook zij hebben nood om bijvoorbeeld hun stervende moeder in het thuisland te bezoeken, of om na te gaan of het land van herkomst wel een land is waar ze kúnnen naar terugkeren.”

Bovenstaande is maar één voorbeeld van de verschillende benaderingen. “De gestructureerde en humane manier waarop Oekraïners zich kunnen registreren en op noodopvang kunnen rekenen, staat in schril contrast met de chaos aan het Klein Kasteeltje,” schrijft Vluchtelingenwerk Vlaanderen in een nota. Ze pleiten er dan ook voor om de humane ontvangst uit te breiden naar alle asielzoekers, want de Oekraïne-aanpak toont dat kan.

Ook voor Peter Michiels kunnen en mogen de goeie punten van de Oekraïnewerking best uitgebreid worden naar de andere doelgroepen. “Zoals de Bemyguest-tool, waar gastgezinnen zich kunnen aanmelden, of gebouwen die gereserveerd worden voor mensen in nood. Ook de coördinatie met bijhorende equipe ... dat zijn allemaal zaken die zeker overgenomen kunnen worden,” besluit Michiels.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Sint-Gillis, Samenleving, oekraïeners, conflict oekraïne rusland

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni