Erik Jonnaert 1

Erik Jonnaert (Acea): 'Brussel, zo veel troeven, zo bescheiden'

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
22/01/2014

"Het potentieel van Brussel is enorm. Potentieel dat helaas niet voldoende wordt benut. Zo veel troeven die we kunnen uitspelen, maar ja, die bescheidenheid ..." Erik Jonnaert is sinds enkele maanden de secretaris-generaal van de Europese Vereniging van Automobielconstructeurs.

Jonnaert is geboren in Brugge. Zijn studies hebben hem richting Gent gestuwd, zijn professionele ambities richting Brussel, waar hij met zijn Belgisch diploma Rechten én een Master of Law van Harvard aan de slag ging bij het zakenkantoor De Bandt Van Hecke, intussen Linklaters.

“Ik ben toen ook naar hier verhuisd. Mijn eerste kennismaking met Brussel, komende vanuit Gent, was Koekelberg. De Basiliek. Met aansluitend dat afschuwelijk viaduct over de Leopold II-Laan. Ik ben daar in de buurt blijven hangen, mede vanwege de nabijheid van de uitvalswegen naar Oost- en West-Vlaanderen.”

“Onze drie zonen zijn opgegroeid als Brusselaars, wat ons van dichtbij geconfronteerd heeft met de scholenproblematiek. De jongens zijn school beginnen te lopen in een zeer lokale school: Sint-Karel, vlakbij Karreveld in Molenbeek. Mijn vrouw is daar zeer lang actief geweest in de raad van bestuur, ook in de crèche waarvan ze de voorzitster was. Het heeft uiteindelijk geleid tot de bouw van een van de grootste Nederlandstalige crèches van het Gewest.”

“Het was en is nog steeds niet evident in Brussel als Vlaming om je kinderen een degelijk Nederlandstalig onderwijs te bieden, ook al zijn er goede scholen. Er zijn er te weinig, er zijn de plaatsen die worden ingepikt door Franstalige jongens en meisjes, wier ouders niet blind zijn voor de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs. Het aantal echt Nederlandstalige kinderen van echt Nederlandstalige gezinnen werden een minderheid in die scholen, met alle gevolgen van dien. Je zag leerkrachten die alle moeite deden om iedereen samen te houden, wat niet altijd ten goede kwam aan de algemene kwaliteit van het onderwijs.”

Stadstaat
Ook de vorming van het Gewest heeft Jonnaert van nabij gevolgd. “Het heeft op termijn toch heel wat positieve invloeden gehad. Qua urbanisatie onder meer. De Noordwijk, je kan er tegen zijn dat er zo veel grote kantoorgebouwen zijn, je kan er tegelijkertijd niet naast kijken dat het niet langer een verloederde buurt is. Het is Brussel ongetwijfeld ten goede gekomen.”

“Door mijn professionele activiteiten heb ik de gelegenheid gekregen veel grootsteden te bezoeken en er ook te wonen. Vier jaar in Singapore onder meer. Dan zie je dat er nog veel potentieel is in Brussel. Potentieel dat niet voldoende wordt benut. We hebben zo veel troeven die we kunnen uitspelen, wat niet gebeurt door een te grote bescheidenheid. Hoe spelen we die kaart uit van al die internationale instellingen? We hebben daar soms een haat-liefde verhouding mee, terwijl het enorme mogelijkheden biedt. Ook qua uitstraling naar buitenuit, zo heb ik mogen vaststellen in Azië. Brussels is er meer gekend dan Belgium. Velen buiten Europa denken zelf dat Brussels een land is. En wij onderschatten dat. De vergelijking met Singapore is treffend. Wat betreft aantal vierkante kilometer is Singapore gelijkaardig aan het Brussels Gewest. En Singapore is een land! De uitstraling zo groot, de met de jaren opgebouwde reputatie zo indrukwekkend, dat je denkt met een megastaat te maken te hebben. Terwijl het in feite slechts een puntje is op de landkaart. Een stadstaat. We kunnen er nog heel veel van leren.”

Nieuwe uitdaging
Was de instap in Brussel een plaatselijk zakenkantoor, algauw heeft Jonnaert zijn blik internationaler gericht. Is hij aan de slag gegaan voor Procter&Gamble, wereldleider in consumentengoederen.

“Het heeft me toegestaan wereldwijd ervaring op te doen in leidinggevende functies in Europese Zaken, public en stakeholders relations, regelgeving en communicatie. Lang bij hetzelfde bedrijf, ik weet het, het is een beetje een anachronisme in deze tijden van jobhopping. Maar ik heb in die periode altijd nieuwe dingen kunnen doen, nieuwe terreinen mogen bewandelen. Als jurist begonnen en in een heel andere functie geëindigd. Ik was de eerste die Europese zaken op punt zette voor P&G, de eerste die communicatie op Europees niveau in orde bracht.”

“In Singapore werkte ik vier jaar lang voor P&G’s hoofdkwartier als vicepresident external relations. Tot ik dacht: ‘Wil ik eens iets anders doen, dan moet het nu gebeuren. Anders komt het er nooit meer van.’ Waarop ik, mede wegens familiale redenen, eind 2012 heb besloten terug te keren naar België. Waar ik een nieuw uitdaging heb gezocht en gevonden. Als secretaris-generaal van de Europese Vereniging van Automobielconstructeurs.”

“Een totaal andere sector. Van consumentengoederen naar de automobielsector. Maar toch zijn er veel gelijkenissen. Het gaat alweer om een product, waarmee een mens dagdagelijks te maken heeft. Het is ook een sector die op de eerste lijn staat en wellicht daarom geregeld wordt aangevallen. Wat het belangrijk maakt als sector de best mogelijke verhoudingen en relaties op te bouwen met de verschillende actoren in de gemeenschap. Met de overheid, de media, de ngo’s... Dat is een rol die ik indertijd eveneens bij Procter&Gamble heb geleerd en die ik in zekere zin hier verder kan zetten. Het andere gemeenschappelijke punt is dat je in de beide situaties een bedrijfssector hebt die zeer internationaal is geworden. Alle spelers zijn nu wereldspelers. Functioneren over al die verschillende culturen heen is een uitdaging, ook voor de autoconstructeurs.”

Innovatie
Autoconstructeurs die dezer dagen met zijn allen zijn vertegenwoordigd op het 92ste Autosalon, georganiseerd door Febiac. “Autosalons tonen keer op keer weer aan hoe innovatief de sector is en blijft. Welke andere sector is in staat ieder jaar weer met nieuwe dingen op de markt te komen? Soms zeer verregaande innovaties, soms kleine veranderingen. Innovatie, iets waarmee de sector door de man in de straat niet zozeer wordt geassocieerd. Onterecht. In Europa is de automobielsector de onbetwiste leider in investering in research en ontwikkeling. Van alle investeringen op dat vlak komt 25 procent van de automobielsector. Gevolgd door de farmaceutische industrie en de IT. Voor mij was het een van de grote ontdekkingen bij het binnenstappen van de sector.”

“De uitdagingen, die liggen in Europa vooral op vlak van de verkoop. Op het ogenblik is er na jaren van crisis, sprake van een voorzichtig herstel. Een zwaluw maakt weliswaar de lente nog niet, maar de cijfers van de jongste maanden gaven toch een lichte stijging van de verkoop aan ten aanzien van vorig jaar. Voor het eerst sedert lang. Al zal de piek van 2007 nooit meer geëvenaard worden. In België ligt vooral de nadruk op de vernieuwing van het bestaande wagenpark. Een grote uitdaging en dat leidt altijd tot een zekere dynamiek. Het is een heel ander gegeven dan in bepaalde andere delen van de wereld, China voorop. China, waar je in feite komt van een situatie waar tot voor kort bijna niemand een auto had en dat nu bijna nummer één is in de wereld op vlak van omzet en verkoop van wagens.”

“Wat de aanwezigheid van de fabrikanten in België in de toekomst betreft, is het afwachten. Daarbij moet rekening gehouden worden met het feit
dat we – en dan spreek ik niet over België – in Europa heel wat fabrieken hebben, die niet op hun volle capaciteit draaien. Wat economisch niet erg rendabel is. Hoelang dat vol te houden is, blijft een open vraag. Alle rapporten wijzen in de richting dat zich mettertijd toch interventies zullen opdringen. De sector is al begonnen met herstructureren – daarvan hebben we ook al signalen gezien in België – en zal op Europees en op wereldniveau verder blijven herstructureren. Zoals trouwens in elke sector gebeurt. Dat is nu eenmaal de economische realiteit.”

DE WERKEN VAN ACEA

De Europese Vereniging van Automobielconstructeurs (Acea) telt vijftien leden, waarvan twaalf constructeurs van personenwagens – zowel Europese als niet-Europese die produceren in Europa. De Europese constructeurs worden in de raad van bestuur vertegenwoordigd door hun CEO, de andere door de verantwoordelijke Europese operaties.

Erik Jonnaert: “Vier keer per jaar komen we samen voor overleg met de focus op Europa en dan vooral het beleid van de Europese Gemeenschap voor wat betreft onze sector. Een beleid dat op sommige punten wordt gekenmerkt door overreglementering, wat dan weer zijn invloed heeft op de innovatie die we zo hoog in het vaandel dragen. Als er één punt is waar Europa sterk is in de export, dan is het in reglementeren.”

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni