Toen onlangs voor een huis in de Kluisstraat de steiger werd weggehaald, kwam er een gevel met goudomrande magnolia’s tevoorschijn. Net nu aan de overkant de expo over het florale motief in de art nouveau van de CIVA Stichting loopt: “Er komt een plaatje aan het raam dat op de gevel uitkijkt.”

Dankzij de metershoge foto’s van Matthieu Litt is de expo een verkwikkende wandeling. Je ziet telkens een studiofoto van een bloem tegenover een foto waar ze in de Brusselse architectuur werd verwerkt. Kronkelende clematis in de mozaïekvloeren en het smeedijzer van de woning van architect Ernest Blérot (Generaal de Gaullelaan 39, Elsene), of de opiumpapaver in sgraffito rond een slaapkamervenster (Faiderstraat 83, Elsene). De droomsymboliek is niet ver weg.

Het met hortensia’s omkranste bouwjaar 1893 op Maison Hankar (Defacqzstraat 71, Sint-Gillis) duidt het symbolische beginjaar van de Brusselse art nouveau aan. Want in de twee decennia van de art nouveau waren de bloem en zijn sensuele stengel het hoofdmotief bij Paul Hankar, Victor Horta, Henry Van de Velde, Paul Cauchie en Philippe Wolfers. Horta vernietigde grotendeels zijn archief, maar op een uitvergrote schets is te zien hoe hij vertrekt van een reële bloem, die steeds abstracter wordt voorgesteld, tot we er een van zijn stoelen in herkennen.

Japonisme
De CIVA Stichting werkte voor de expo samen met het Hortamuseum en de René Pechère Bibliotheek die de plantkundige en tuinbouwdocumentatie aanbracht. “In de negentiende eeuw speelde Europa op botanisch gebied namelijk een voortrekkersrol,” zegt commissaris Guy Conde-Reis (directie M&L): “Er waren veel floraliën en botanische tijdschriften raakten ingeburgerd. Je krijgt covers en prenten te zien, en ook platen waarop bloemen esthetisch werden gerecupereerd. Publicaties als La plante et ses Applications ornementales (1896) van Eugène Grasset waren erg populair.”

Hoe prachtig deze platen ook zijn, echt ontroerend is pas de Japanse prentenreeks. “In het Westen vertrok men vanuit de geïdealiseerde bloem, wat een concept is. Maar eind 1868 opende Japan zijn grenzen en werden we overspoeld door prenten, zijden kimono’s en waaiers met een heel andere iconografie. Japanners vertrokken vanuit de echte bloem, in al zijn onvolmaaktheid en kwetsbaarheid. Dat bezorgde het Westen, dat tot dan toe dualistisch, cultuur versus natuur, dacht, een shock. De Japanse prenten tonen de natuur in al haar verscheidenheid als uitdrukking van emoties.”

De schilder-decorateur Henri Privat-Livemont inspireerde zich op Japanse prenten voor de ‘affichegevel’ van La Grande Maison de Blanc (Kiekenmarkt nrs. 32-34, Brussel (tweede en derde verdieping)).

Orchideeportrettist

De naam van de expo is ontleend aan Flora’s Feast. A Masque of Flowers (1889) van Walter Crane, waarin kinderen, vrouwen en mannen als bloemen worden voorgesteld, een boekje dat niet ontbrak in villa Bloemenwerf van Henry Van de Velde in Ukkel.

“Ook Proust vergelijkt in A la recherche du temps perdu elk vrouwelijk personage met een bloem, zijn hoofdfiguur Odette de Crécy met een orchidee,” zegt Conde-Reis. “Alleen Leopold II en andere rijkelui als de familie Warocqué konden zich deze uitheemse plant veroorloven en lieten ze zelfs vereeuwigen door portretschilders. Kijk naar de details van de opvallende, omgebogen lip (landingsbaan voor insecten, AD) van de orchidee, die verloren zouden gaan bij een afdruk.”

Gelukkig kun je hier de originele aquarellen van Alphonse Goossens bekijken. Ook op een ivoren vaas waarin je nog de kromming van de slagtand herkent, figureert een orchidee. Ze werd duidelijk hoger aangeschreven dan de olifant.

Flora's Feast loopt nog tot 9 oktober. Meer informatie op www.fondationciva.brussels.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene, Samenleving, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni