Geen bewijzen van foltering teruggekeerde Soedanezen [+ rapport]

Er zijn geen bewijzen dat de Soedanezen die met behulp van een identificatiemissie in ons land zijn uitgewezen, ook daadwerkelijk gefolterd zijn. Dat is de conclusie van het langverwachte Soedanrapport. De repatriëringen zouden snel hervat worden, weliswaar met meer controle. [+volledige rapport]

Vrijdagochtend werd het rapport besproken op het kernkabinet. Voor aanvang wouden minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) en staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) nog geen woord kwijt over de inhoud om het rapport eerst te kunnen bespreken met het kernkabinet.

Na afloop reageerde premier Michel wel kort. Volgens het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) zijn er geen bewijzen dat Soedanezen na hun uitwijzing gefolterd zijn. Nochtans hadden heel wat Soedanezen anoniem getuigd over folteringen bij hun terugkeer.

Maar de waarachtigheid van die getuigenissen trekt de premier in twijfel."Voor de belangrijkste 3 getuigenissen van het Tahrir Institute (dat de getuigenissen naar buiten bracht, red.) is vastgesteld dat ze niet 100% waarheidsgetrouw zijn. Er zijn toch sterke twijfels bij die getuigenissen in het rapport" aldus Michel. Toch kan het rapport "niet met absolute zekerheid" vaststellen dat de feiten niet hebben plaatsgevonden.

'Geen fouten bij identificatiemissie'

Er zouden ook "geen fouten zijn gemaakt" bij de identificatiemissies, aldus Michel. Toch bevat het rapport wel enkele aanbevelingen voor de regering. Die zou bijvoorbeeld altijd een tolk moeten voorzien bij de identificatie van Soedanezen.

Premier Michel liet uitschijnen dat de repatriëringen snel hervat kunnen worden.

Ook staatssecretaris Theo Francken reageerde al kort. Hij bevestigde dat de repatriëringen snel opnieuw van start zullen gaan, maar een nieuwe identificatiemissie is nog niet meteen aan de orde.

Francken zei ook dat dit de "zwaarste maanden uit zijn carrière" waren. "Er zijn er die voor de spiegel mogen gaan staan", verwees Francken naar zijn criticasters.