Gehucht Elsene ontstond in 14de eeuw nabij de Vijvers

Karolien Merchiers
© Brussel Deze Week
03/07/2008
Precies op de plek waar nu het lintje wordt doorgeknipt voor het nieuwe Flageyplein, lag 660 jaar geleden de bakermat van de gemeente Elsene. De gemeente telt nu tachtigduizend inwoners, toen de spreekwoordelijke drie man en een paardenkop.

In de vroege veertiende eeuw was er nog geen sprake van de gemeente Elsene, laat staan van een Flageyplein. De grote vijver aan de oever van de Pennebeek - nu Maalbeek - lag er rustig bij. In 1300 werd aan de voet van de steile helling een verpleeghuis opgericht om de takkendragers van het Zoniënwoud te helpen en hun een maaltijd aan te bieden.

Stilaan kwamen er meer en meer hutjes voor de lijfeigenen van de burggraaf die in de molen van de Ter Kamerenabdij werkten of het moeras moesten droogleggen. Er ontstond een klein gehucht in de buurt van het water, vlak bij de kruising van enkele belangrijke invalswegen naar de stad, aan de huidige De Vergniesstraat, Elsensesteenweg en Damstraat. Het kleine dorpje kreeg de naam Ixelles-le-Vicomte (Elsene-Burggraaf), een verwijzing naar het gezag van de kasteelheer waar het gehucht onder viel. Het had zelfs nog geen kerk of kapel, en de bewoners trokken naar wat nu de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekerk heet, in de stad, voor hun misvieringen en begrafenissen. Pas in 1459 kreeg het dorpje een kapel, ingewijd door de bisschop van Kamerijk, die er twee stukjes van het oorspronkelijke heilige kruis zou hebben gebracht.

De kapel werd later vervangen door een primitief kerkje, dat in 1860 plaats moest ruimen voor een grotere kerk, die er vandaag nog staat en nog altijd dezelfde naam draagt. Deze kerk werd voor een stuk gebouwd in de grote tuin van La Maison Blanche, een bekende herberg die heel lang op de plek van het huidige Flageygebouw heeft gestaan en die op mooie zondagen een eindbestemming was voor de excursies van vele Brusselaars.

Toen de kerk er stond, werd ook La Maison Blanche afgebroken worden voor de bouw van het radiogebouw. Het plein zelf, dat vroeger niet meer was dan een voorplein voor de kerk en dan ook dezelfde naam droeg, werd in de negentiende eeuw groter, door de drooglegging van een deel van de Vijvers van Elsene. De grote vijver werd in 1871 door de gemeente gekocht. Het plein zou pas veel later, in 1937, de naam krijgen van Eugène Flagey, de bekende en toen heersende burgemeester die van 1935 tot 1956 aan het roer stond, en heette voorlopig nog gewoon Heilig-Kruismarkt. Midden op het uitgebreide Heilig-Kruisplein stond omstreeks 1900 een grote kiosk, zoals nu nog in het Warandepark, waar op zondag veel volk kwam luisteren naar muziek.

Drama
Op de hoek van het Heilig-Kruisplein met de Malibranstraat lag een bekende herberg, L'Ancien Coq Tourné. De herbergier werd in de achttiende op de Grote Markt onthoofd omdat hij ervan werd verdacht zijn grote rivaal, de patron van Au Coq Retourné, de hersens te hebben ingeslagen - wat later een vergissing bleek te zijn. Het etablissement werd een eeuw later nog druk bezocht door mensen die moesten wachten op de stoomtram, die vanaf 1884 langs het plein passeerde van Ter Kameren naar de stad. Amper een jaar later deed zich al een eerste zwaar ongeluk voor met het nieuwe vervoersmiddel, toen de remmen van een stoomtram het op de steile Elsensesteenweg begaven, waardoor het rijtuig tegen een andere tram aanbotste. Een dame uit Schaarbeek liet het leven. Het was het zwaarste, maar zeker niet het laatste ongeval met de stoomtram. De recente bouw van het stormbekken was dus zeker niet het eerste drama dat zich afspeelde op het plein.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni