Gerald Loftus, Amerikaan tussen Ukkel en Marokko

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
11/12/2010
“Lang heb ik in de overtuiging geleefd dat ik Brussel, mijn adoptiestad, goed kende. Tot ik in 2008 het boek Secret Brussels kreeg. Het heeft me de ogen geopend. Zoveel verborgen pareltjes, zoveel geheime plekjes, ik had er werkelijk geen benul van.” Het ontdekken van die pareltjes is nu voor een tijd in de koelkast beland: Gerald Loftus is directeur geworden van Talim, het instituut voor Marokkaanse studies, in het oude Amerikaanse gezantschap in Tanger.

'Toen de kans zich voordeed om terug naar Noord-Afrika te gaan, hebben mijn vrouw en ik amper hoeven nadenken. Het is een deel van het Zwarte Continent dat me altijd enorm heeft geboeid," vertelt Gerald Loftus me in zijn appartement in Ukkel.

"Met het leven in de Maghreb heb ik voor het eerst kennisgemaakt toen ik, na mijn studie Internationale Betrekkingen, een jaar in Tunesië zat voor het Amerikaanse Vredeskorps. Het was liefde op het eerste gezicht. Door de Arabische invloeden - tijdens mijn studie had ik me verdiept in het Midden-Oosten -, en door de Franse invloeden - mijn vrouw Marie-Hélène is Française. De links van de Maghreb met het Oude Continent zijn ronduit fascinerend; zowel in Zuid-Europa als in Noord-Afrika vind je daar nog altijd rijke sporen van. En het toeval wou dat mijn tweede post als diplomaat in Tunis was, de hoofdstad van Tunesië."

Nog geen seconde hebben Loftus en zijn vrouw zich de nieuwe stap in hun leven beklaagd. "Tijdens de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Britten konden Amerikaanse schepen de haven van Tanger aandoen, waardoor er een band ontstond en Marokko het eerste land werd dat de Amerikaanse Republiek erkende; dat was in 1777. Een voorrecht is het te kunnen werken in de stad waar de Verenigde Staten hun eerste consulaat openden."

"De legatie - het enige Amerikaanse monument buiten de VS - werd in 1821 geschonken door de toenmalige sultan van Marokko. Nu is het gebouw niet langer het toneel van diplomatieke activiteiten, maar een museum, een cultuur- en conferentiecentrum. We leren er onder meer vrouwen lezen en schrijven; in de zomer komen Amerikaanse studenten lessen Arabisch volgen. En dan is er nog de uitgebreide bibliotheek, die zeer in de smaak valt bij academici uit de vier windstreken."

"Thuis zien we door het raam Spanje; we zien schepen door de Straat van Gibraltar naar de Middellandse Zee varen. Mijn werk bij Talim in Tanger is werkelijk een godsgeschenk geweest. Ook omdat het instituut herinnert aan het gastvrije verleden van de Amerikaanse diplomatieke instellingen. Van dat verleden werd het begin van het einde ingeluid in het bewogen jaar 1979, toevallig ook het jaar waarin ik mijn carrière ben begonnen. Het was het jaar van de bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran en de bestorming van die in Islamabad, het jaar van de moord op de Amerikaanse ambassadeur in Afghanistan ook. Het gevolg was onder meer dat de Amerikaanse ambassades op versterkte forten begonnen te lijken - de nieuwe zijn zelfs niet meer ingebed in het lokale weefsel. Wat de mensen in Tanger te zien krijgen, is een voorbeeld van hoe het vroeger was. Het oude gezantschap is een verzameling gebouwen uit de achttiende, negentiende en twintigste eeuw, onlosmakelijk verbonden met het oude stadscentrum, van de medina met haar pittoreske marktkraampjes."

"Van 1940 tot 1956 genoot Tanger van een internationaal statuut, waardoor de stad bekendstond als een vrijhaven voor avonturiers, speculanten en internationale spionnen én een uitgelezen plek was voor diplomatieke contacten. Dat rijke en bewogen verleden voel je nog altijd in alle geledingen van de stad, de openheid naar de buitenwereld blijft groot. De aanleg van een nieuwe haven, vlak bij de oude, heeft die openheid zelfs nog vergroot." "Ook het dagelijks leven bevalt ons zeer. Er zijn maar weinig dingen die we er missen. Op goed geluk proeven van Belgische bieren is er een van; het feit dat ik door mijn functie uitgesproken politieke standpunten maar beter mijd op mijn blog, is een tweede."

Een open blik op de wereld heeft mijn gastheer al van jongs af. "Mijn ouders waren Ierse immigranten, de sterke band met Europa was onmiskenbaar. Al gauw wist ik dat Philadelphia, waar ik ben opgegroeid, me niet zou volstaan. Dat gevoel werd nog versterkt toen ik aan de universiteit Marie-Hélène leerde kennen. Ik heb dan ook met beide handen de kans aangegrepen om in Ierland en Schotland mijn kennis te verrijken."

Barbados, Tunis, Alexandrië, Muscat in Oman, Oran en Algiers in Algerije, waar hij tot nader order de laatste Amerikaanse consul was: allemaal etappes in de rijkgevulde diplomatieke carrière van Gerald Loftus, vooraleer hij in 1994 voor het eerst in Brussel belandde. "Ik had er een post bij de Navo gekregen. Een uiterst interessante periode: het was het prille begin van de uitbreiding van de verdragsorganisatie met landen uit het voormalige Oostblok. Mijn taak bestond erin de Verenigde Staten te vertegenwoordigen in de financiële comités van de Navo, en te werken rond het civiele budget en de bijdragen van de VS aan de Navo. Een hele uitdaging: we hadden weliswaar met Bill Clinton een Democratische president, maar in het Congres zwaaiden de Republikeinen de plak, net als nu. En die voeren de isolationistische koers, ze wilden snoeien in de internationale bijdragen door de VS. Vier jaar lang heb ik er het beste van mezelf gegeven."

Op goed geluk
Na professionele tussenstops in Washington, Londen en Luxemburg keerden Loftus en zijn vrouw in 2002 naar Brussel terug. "Ik stond voor de keuze: voor het ministerie van Buitenlandse Zaken blijven werken onder de regering-Bush - als overtuigd Democraat, stel je voor! - of met vervroegd pensioen gaan, een nieuwe start nemen als zelfstandig consultant en de Democratische zaak verdedigen over de landsgrenzen. Het werd het tweede. Maar waar wonen? We wilden niet naar de States, niet naar Frankrijk; de lokroep van Brussel konden we niet weerstaan. Omdat het de plek was waar Marie-Hélène en ik tot dan toe het langst hadden gewoond, omdat Brussel heel centraal gelegen is, en omdat het misschien wel de meest internationale stad van Europa is."

"Brussel dus, waar we een appartement konden kopen in de Vanderaeylaan, de straat waar we in de jaren '90 ook al vier jaar hadden gewoond. Graag gewoond ook. Heel groen, met mogelijkheden voor uitgebreide wandelingen bij de deur. Een goede uitvalsbasis ook voor verkenningen in het zuidelijke gedeelte van het land én met uitstekend openbaar vervoer naar het centrum. Verkennen, ontdekken: dat hebben mijn vrouw en ik altijd graag gedaan. Bijvoorbeeld de tram nemen met een dagkaart zonder juist te weten waar we naartoe reden en op goed geluk ergens uitstappen."

"We voelen ons op zoveel plaatsen thuis, maar uiteindelijk zal zich de vraag opdringen waar we onze oude dag willen slijten. En dan komt Brussel zeker in aanmerking. De keuze zal ook bepaald worden door wat onze kinderen David en Anne-Claire doen. Ze zijn allebei buiten de VS geboren, David op Barbados, Anne-Claire in Tunis. Ze hebben geen enkel patriottisch been in hun lijf en de wereld is hun oester. Voorlopig is voor hen de parel van die oester Europa - David, die me net een kleinzoon heeft geschonken, woont in Frankrijk; Anne- Claire in Duitsland -, maar waar de toekomst hen zal brengen, weet niemand. Ze zijn bevriend met mensen over heel de wereld. De zin voor avontuur hebben ze duidelijk van hun ouders geërfd."

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Ukkel , Samenleving , BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni