'Geslaagde micro-ondernemers, zijn zij toevalstreffers?'

Kim Verthé
© Brussel Deze Week
09/07/2014

Hoe zet je een bedrijf op met een uiterst krap budget en als elke stabiele structuur om je heen ontbreekt? Veel derdewereldburgers bijten hierop hun tanden stuk. Maar ook in Brussel is het een vaker dan vermoede realiteit, veelal voor kansarmen, werklozen of ongefortuneerde nieuwkomers. Jacob Vermeire van de Vlerick Business School bestudeert hoe een ondernemer in extreme omstandigheden functioneert.

V lerick Business School, is dat niet de instelling die vooral de blik richt op de big business? “Onderzoek naar àlle vormen van ondernemen zit bij Vlerick in de genen. Sinds ik hier werk, is er ook steeds aandacht geweest voor sociaal ondernemerschap. Zo hebben we een forum voor sociaal ondernemerschap en onze studenten worden uitgestuurd naar sociale ondernemingen. De aandacht ervoor blijft groeien,” zegt Jacob Vermeire, terwijl hij ons naar een vergaderhoekje op de nieuwe campus in het prestigieuze Manhattan Center leidt.

Volgend jaar trekt Vermeire, bedrijfspsycholoog, voor zijn doctoraatsstudie naar Zuid-Afrika. Afrika telt meer micro-ondernemers per inwoner dan welk continent dan ook. Zelfs in het meer geïndustrialiseerde Zuid-Afrika vertegenwoordigt de informele economie ruim 70 procent, zonder de landbouwsector mee te rekenen.
“Ik heb Zuid-Afrika eruit gepikt omdat bepaalde structuren er beter zijn uitgewerkt dan in andere Afrikaanse landen. Zo is de munt er stabieler en zijn de wegen beter, voorwaarden die het zouden moeten toelaten een onderneming te doen groeien.”

Samen met de Zuid-Afrikaanse ngo Small Entreprise Foundation, die microkredieten verstrekt, wil Vermeire de slaagkansen van lokale micro-ondernemingen onder de loep nemen. “Het blijft vaak bij kleine handeltjes, bijvoorbeeld vrouwen die een naaiatelier hebben. Van alle micro-ondernemingen groeit slechts gemiddeld twee procent door tot een onderneming met tien of meer medewerkers. Zijn zij toevalstreffers, of pakken die succesvolle micro-ondernemers het daadwerkelijk anders aan? Hebben ze misschien meer toegang tot bepaalde belangrijke contacten in hun omgeving of plannen ze de toekomst bijvoorbeeld op een andere manier?”

Of je nu in extreme omstandigheden leeft of niet, zit er in de passie voor het ondernemen iets universeels?
Jacob Vermeire: “Het hangt ervan af hoe je ‘ondernemen’ definieert. De meest gangbare definitie gaat over het combineren van bestaande middelen tot iets nieuws, waarmee je meerwaarde creëert. Als je ondernemerschap op wereldschaal bestudeert, zie je vaak twee grote stromingen. In de westerse wereld komt ondernemen vaak neer op een keuze. Burgers ondernemen, niet omdat ze moeten, maar omdat ze iets extra’s willen genereren, zij het geld, status of persoonlijke ontwikkeling. In ontwikkelingslanden bestaat veel vaker ondernemerschap dat gemotiveerd is vanuit ‘niet anders kunnen’. Mensen zien geen andere optie om geld te verdienen en te overleven. Maar ook deze ondernemers kunnen gepassioneerd zijn of worden.”

Micro-ondernemen is ook in Brussel in opmars, via organisaties zoals Microstart. Ziet u een parallel tussen micro-ondernemen in Brussel en pakweg Zuid-Afrika?
Vermeire: “Voor alle duidelijkheid: micro-ondernemen is de context waarin ik mijn onderzoek ontwikkel. Ik noem mezelf geen expert in microfinanciering.”
“Er zijn zeker grote verschillen, maar als we naar de psychologie van de individuele ondernemer kijken, zien we tegelijk een grote overlap. Wat voor een micro-ondernemer in Afrika onzeker is, is relatief. Iemand die in België arriveert in precaire omstandigheden, zonder geld noch identiteitskaart, kijkt aan tegen alle zekerheden waarin concurrerende ondernemers hier opereren. Nieuwkomers zijn dan initieel enorm benadeeld. Het is goed mogelijk dat de onzekerheid die ze psychologisch ervaren, gelijkaardig is.”

Jouw onderzoek focust zich vooral op tijdsbeleving tijdens ondernemerschap. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Vermeire: “Laat me het uitleggen aan de hand van een simpel voorbeeld: rokers en niet-rokers. Niet-rokers zijn sterker bezig met de toekomst. Ze leggen gemakkelijk de link tussen wat ze vandaag doen en een bepaald gezondheidsdoel. Zij zullen sneller stoppen met roken of gewoonweg nooit een sigaret ter hand nemen. Mensen die minder belang hechten aan de toekomst, zijn minder geneigd om te stoppen. Je tijdsbeleving beïnvloedt je keuzes.”
“In ontwikkelingslanden, waar vele zaken onzeker zijn, leven mensen ook in hun privéleven vaak van dag tot dag. Plannen gaat zoveel moeilijker. Iedereen is er ook minder in getraind. Men stelt vaker kortetermijndoelen, omdat het gewoonweg dé manier is om te overleven. Er zijn bovendien geen vangnetten zoals onze sociale zekerheid. Dus ook al ben je als ondernemer in Afrika toekomstgeoriënteerd, het is moeilijk om eenzelfde doel te bereiken op de manier die wij kennen: met een businessplan, inclusief een strakke timing. Bovendien gelden er ook andere opvattingen over welke doelen belangrijk zijn in het leven, zoals familiale.”
“Uit de proefinterviews die ik afnam in Zuid-Afrika, bleek ook telkens dat het professionele en het familiale en bredere sociale leven veel meer met elkaar verweven zijn. Er kan plots een familielid komen aankloppen omdat die geen geld heeft om de kinderen naar school te sturen. Zoiets kan sterk het vooropgestelde plan van een ondernemer doorkruisen. Korte- en langetermijndoelen uit verschillende levensdomeinen treden vaker met elkaar in conflict.”

Wie moet daar welke lessen uit trekken?
Vermeire: “Microfinancierders in de derde wereld moeten de terugbetalingstermijnen herbekijken. Vaak is het zo dat zij snel hun geld terug willen, maar die logica sluit langetermijninvesteringen uit. In bepaalde sectoren, zoals informatica, heb je weliswaar geen groot startkapitaal nodig. Maar in de klassieke sectoren blijf je anders steken in weinig complexe ondernemingen.”
“Organisaties in Zuid-Afrika bestuderen ook al of het mogelijk is om grotere leningen te verstrekken. Maar dan moet tegelijk het groepsmodel, zoals het ontworpen werd door Nobelprijswinnaar Muhammad Yunus, herbekeken worden. Yunus gelooft dat groepsdruk bijdraagt tot terugbetalingsdiscipline. In ontwikkelingslanden wordt microfinanciering dus veelal toegekend aan groepen van mensen. Als één van de kredietnemers zijn individuele lening niet kan terugbetalen, kan de hele groep zijn krediet verliezen. Dat groepsmodel is niet houdbaar bij het toekennen van grotere leningen, want de onzekerheid wordt groter, zowel voor de kredietverstrekker als voor wie geld leent.”

En in Brussel? Wat kan hier beter als het over micro-ondernemen gaat?
Vermeire: “Daar durf ik me momenteel moeilijk over uit te spreken. Maar voor spelers zoals een Microstart in Brussel of commerciële banken die een potentieel zien in microfinancieren, lijkt het mij interessant om steeds dat conflict tussen korte- en langetermijndoelen van hun klanten voor ogen te houden. Inzicht in de tijdsbeleving kan zinvol zijn bij de begeleiding van micro-ondernemers, en kan ook begrip opleveren voor mislukkingen.”

Dit artikel is het tweede in de Brussel Deze Week-reeks 'Brusselse onderzoekers in de wereld''

Brusselse onderzoekers in de wereld

Brussel Deze Week gaat deze zomer op zoek naar Brusselse onderzoekers die een verschil maken op wereldvlak. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Brusselse onderzoekers in de wereld

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni