Geweld in gevangenis: schorsing hoofdinspecteur ongedaan

Eén van de twee hoofdinspecteurs die verantwoordelijk waren tijdens de mishandelingen van gevangenen in Vorst, mag terug aan het werk. Volgens zijn advocaat werden zijn rechten geschonden omdat hij niet verhoord werd.

Toen de cipiers van de gevangenis in Vorst in september en oktober vorig jaar staakten, nam de politie van de zone Brussel-Zuid de taak over. Volgens verschillende getuigen gingen sommige agenten hun boekje te buiten en mishandelden ze gevangen.

Toen de feiten bekend raakten, schorste de korpschef de twee hoofdinspecteurs verantwoordelijk voor de omkadering van het politiepersoneel binnen de gevangenis. "Maar die beslissing was genomen nog voor de inspecteurs zich konden verdedigen," zeggen hun advocaten aan De Morgen.

"De korpsleiding respecteerde de hoorplicht niet," gaan ze verder. "Iedereen heeft het recht om zijn zeg te doen wanneer er een tuchtmaatregel wordt genomen. Hun rechten van verdediging waren dus geschonden."

De Raad van State volgde het oordeel van de advocaten en besliste deze week dat een van de inspecteurs terug aan het werk mag als hoofdinspecteur.

De zaak voor de tweede hoofdinspecteur loopt nog, maar de advocaten verwachten dat ook hij zijn functie kan hervatten.

De hoofdinspecteurs ontkennen overigens alle betrokkenheid bij het geweld in de gevangenis van Vorst. Het strafonderzoek naar de agenten is nog niet afgerond.

Toen de details over het machtsmisbruik in de gevangenis uitlekten, braken er rellen uit in Anderlecht en Vorst. Er werd onder meer brand gesticht in een politiekantoor in Anderlecht.