Het mysterie van de Nationale Geitenhouderij

Lieven Bulckaert
© Brussel Deze Week
25/05/2008
Tik op Google 'Chèvrerie Nationale' in, en u vangt bot. Spreek er autochtone Woluwenaars over aan, en u krijgt nul op het rekest. En nochtans graasden ooit op de heuvels rond de Woluwe - ongeveer waar nu het park ligt - de nationale fine fleur der geiten. Hoe is het ze vergaan?

O p een van de hellingen van het Woluwedal prijkte tientallen jaren een merkwaardig bouwsel met een majestueuze ereboog, met daarop het trotse opschrift Chèvrerie Nationale. Meer dan een kleinschalig, lokaal privé-initiatiefje, dat is wel duidelijk.
Een eeuw geleden waren de Woluwes nog plattelandsgemeentes en bovendien was er het fenomeen van de stadsboeren. Er werd heel wat vee midden in de stad gehouden, vooral om de melkaanvoer voor kinderen te garanderen. De geit was de koe van de armen. Klassieke grote boeren keken geringschattend neer op geitenmelk, maar heel wat artsen schreven juist geitenmelk voor: beter verteerbaar, en een oplossing bij bepaalde allergieën. In en om Brussel moeten tienduizenden geiten rondgelopen hebben. In de koetshuizen van de burgerij en in de stallen van de handelaars leefden ze naast de paarden. Ze leverden melk en hadden een kalmerend effect op de schichtige paarden. Bij brand - wat toch regelmatig voorkwam - konden de paarden soms gered worden, juist door de aanwezigheid van de kalme geiten, die ervoor zorgden dat er geen paniek uitbrak. Iemand die maar één paard bezat, plaatste er een geit naast voor het gezelschap. Soms ook een bok, niet ondanks, maar juist óm zijn penetrante lijflucht: men was er heilig van overtuigd dat die bokkenlucht allerlei ziekten en parasieten op afstand hield.
Zelfs in de kleine huisjes van de binnenstad waren er geiten. Jan met de pet hoedde ze in de parken of langs de wegberm; de dieren liepen als hondjes achter hem aan. Huismoeders combineerden het geitenhoeden met breien of sokken stoppen.

Oorspronkelijk mochten de geiten vrij rondlopen om hun kostje bij elkaar te scharrelen, maar gaandeweg begonnen de Woluwenaars voortuintjes aan te leggen. Toen begon het klachten te regenen over geplunderde borders. Gemakkelijk was het anders wel: men kon een kom melk kopen, vers van de uier.
De geit was een prima trekdier: het bekendst zijn de bokkenwagens waarmee de kinderen van de welgestelden zich mochten vermaken. Maar ook ambulante handelaars hadden een geitenkar. Na de Eerste Wereldoorlog doken er in Woluwe wagentjes op met een heel specifieke rol: in het Parmentierpark zat een grote revalidatie-inrichting voor oorlogsinvaliden. Geitenwagens bleken heel geschikt om veteranen die hun benen hadden verloren, wat mobieler te maken.

Duivels
Waarom de Woluwse instelling het predicaat 'nationaal' mocht voeren, is niet helemaal duidelijk. De cel Kleine Herkauwers van het ministerie van Landbouw heeft nooit van het initia­tief gehoord. Ook de lokale heemkundigen en de gemeentelijke diensten weten niet meer wat de Chèvrerie Nationale precies deed. Het fokkerijbeleid en de veredeling en de bescherming van de soort zullen wellicht de basisactiviteiten geweest zijn.
Het verdwijnen van het paard en de intrede van de auto bezegelden ook het lot van de geit in Brussel. Het dier komt in het stadsbeeld nog maar in twee heel specifieke domeinen regelmatig voor: op publiciteitsaffiches van brouwerijen en als gargouilles of spuitmonden op onze kerken.
Wat de waterspuwers van de kerken aangaat: de afwateringsleidingen van de daken monden heel vaak uit in koppen van dieren, monsters, duivels. Bok en geit werden door de eeuwen heen in verband gebracht met het Kwade. De bok met zijn sik, staart en hoeven werd een verpersoonlijking van de duivel. De grote Nederlandse geitenkenner Dr. Naaktgeboren citeert de historicus Vulson de la Colombière, die in 1699 schreef: "Zoals de geit de jonge knoppen zoekt, zo zoekt de ontuchtige vrouw de jongelui op om die in haar netten te verstrikken, omdat zij door gebrek aan ervaring gemakkelijk te verleiden zijn. Wat de bok betreft: hij staat voor alle vormen van wellust, ontucht en slechtheid. Verder kan men niet voorstellen dat mensen zo'n beest in hun wapenschild willen voeren, tenzij om aan te tonen dat zij hun lusten weten te bedwingen of dat zij een vijand, die de slechte eigenschappen van een bok of een geit heeft, hebben overwonnen."
In een Spaans dorp gooit men elk jaar een geit van de kerktoren. Die wordt dan door de dorpsbewoners opgevangen. Sedert enkele jaren gebruikt men daar nu een zeil voor, op aandringen van dierenbeschermingsorganisaties. Een krachtdadig symbool van de uitdrijving van de duivel.

De klassieke associatie tussen bok en bier gaat volgens de legende terug tot de Romeinse keizer Julianus, toen die voor de eerste maal bier werd voortgezet. Hij riep uit: "Dat is niet de zoete geur - als honing - van Bacchus; dat is de lucht van een bok." Een andere verklaring komt uit Duitsland: daar brouwde men in december een speciaal, zeer gewild bier, midden de sterrenbeeldperiode van de steenbok. Toch kan ook de hypothese 'winterbier, bokbier' naar het rijk der volksetymologie worden verwezen.

Naar Congo

Duivelsdier of niet, de geit heeft trouwe aanhangers. De Belgische geitenpopulatie groeit gestaag. Zowel professionele geitenkwekers als amateurs - onder wie een toppoliticus uit Ieper - zijn enthousiast. Er verschijnt er nu naast talloze geitenfokkersblaadjes een tijdschrift dat zich richt tot de verzamelaars van alle mogelijke curiosa en kitsch die met de geit te maken hebben: The Goat Gab Rag. En nog steeds zijn er heel wat voetbalploegen en militaire regimenten die een bok als mascotte hebben.
Oké, maar wat nu met de Woluwse Chèvrerie Nationale? De geiten verdwenen uit het Brusselse stadsbeeld, en de Chèvrerie begon een tweede leven in Belgisch Congo. De inlandse rassen daar konden wel wat veredeling en een professioneler fokbeleid gebruiken. Misschien lopen daar nu nog prachtige stamboekgeiten rond, rechtstreekse afstammelingen van de Woluwse exemplaren.

:: Achtergrondinformatie vindt u in dr. C. Naaktgeboren, Mens en geit - Meer dan honderd eeuwen cultuurgeschiedenis, uitg. Contact BB Press Publishing, 325 blz., 49,98 euro

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Lambrechts-Woluwe, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni