Het verhaal van Sabo (11), niet-begeleide minderjarige asielzoeker

© Brussel Deze Week
10/11/2011
Sinds 2005 kwamen er meer dan vijftienduizend buitenlandse minderjarigen moederziel alleen in België aan. Journaliste en schrijfster Catherine Vuylsteke tekende een jaar lang de verhalen op van acht jongeren, en de fotografen van het collectief Nadaar en drie gastcollega’s brachten hen in beeld. Waarom zijn ze hier, hoe aarden ze, wat hopen ze voor de toekomst? Daarover gaat Vroeger is een ander land, een boek én een fototentoonstelling in het BELvue Museum.

D e Syrisch-Koerdische Sabo (11) is de jongste van de acht. Hij arriveerde in 2009 en woont nu in het Anderlechtse centrum Minor-Ndako. Een fragment uit zijn verhaal.

Een late zondagmiddag, net voor de zomer. "Is er nog tijd om Monopoly te spelen?" De jongens hangen hun jassen aan de kapstok. Sabo kijkt zijn Belgische vriend verwachtingsvol aan. Ze hebben de voorbije uren in Mini-Europa doorgebracht en halen nu voorzichtig de souvenirs boven. Oscar (10) is gek op het eerder oubollige park in het noorden van Brussel. Hij bezocht het al een dozijn keren, maar drong er bij zijn moeder op aan dat ze nu met Sabo zouden gaan. Zijn vriend, argumenteerde hij, moest de kans krijgen om zijn nieuwe continent te bezoeken. "Je weet dat hij voorlopig niet naar het buitenland kan, mama. Dat met die papieren, dat duurt nog jaren. Hier in Brussel kan hij Europa al een beetje verkennen, alle lidstaten, stel je voor." Zijn moeder ziet het voor zich. De lachwekkende vulkaanuitbarstingen van de Etna wachten op Sabo, net als het kartonachtige Britse parlement en het kuuroord in Boedapest, met zijn in het water schakende figuurtjes. "Ik wed dat hij het fantastisch vindt, mama. En als het niet zo is, betaal ik het je terug, van mijn eigen centen. Deal ?"

Voor ze huiswaarts gaan, koopt Oscar van zijn zakgeld een wekker voor zijn vriend. "Een aandenken, aan de eerste dag dat je een Europeaan was," zegt hij lachend. Sabo loopt rood aan. "Echt? Voor mij?"

Thuis inspecteert de jongen zijn geschenk en stopt het dan zorgvuldig terug in de verpakking. Even later staat hij recht. "Ik wil graag Monopoly spelen, vraag je je moeder of het mag? Toe." De jongen is bereid om zijn nogal bazige vriend in veel dingen ter wille te zijn, hij vergeeft hem zijn ongeduld en betweterigheid, maar een spelletje Monopoly is zijn bottomline , de conditio sine qua non voor een geslaagde logeerpartij.

Oscar reageert niet meteen, hij wordt geheel in beslag genomen door zijn eigen wonderlijke souvenir. Hoe zou dat kleine scheepje in godsnaam in het flesje zijn geraakt, vraagt hij zich af. Iemand vertelde hem dat die dingen ineenplooien om voorbij de hals te komen, maar hij snapt niet hoe het moet.

"Zal ik het vast van het boekenrek halen?" Sabo wacht het antwoord niet af. Hij zet de doos op de tafel en legt het witte deksel opzij. Voorzichtig vouwt hij het bord open, hij telt geld voor drie spelers. "Je moeder doet ook mee, niet? Anders is het niet half zo leuk."

Achteloos wrijft Oscar de krullen van zijn voorhoofd en kijkt hem uitdagend aan. "Wat is er mis met je? Jij denkt alleen maar aan Monopoly. Ik verzeker je dat ik Brussel Nieuwstraat op de kop tik. Met een hotelletje daar wordt het flink afdokken. Dit keer ben ik meedogenloos."

Sabo recht zijn rug en werpt een spottende blik naar zijn vriend. "Wat een onzin! Ben je vergeten hoe het de vorige keer ging? Mijn eerste nederlaag moet nog komen. Nooit dus. Je zult zien, ik laat je bloeden. Nog een geluk dat je moeder je laatst te hulp kwam, anders was het al veel langer afgelopen met je."

De jongens proberen elkaar te overtroeven. Roekeloos kopen ze straat na straat, zelfs als een naburige locatie al in handen is van een tegenspeler. Alleen als ze nagenoeg blut zijn, doen ze het kalmer aan.

Oscars moeder gaat als eerste failliet, een paar reddingspogingen van haar zoon ten spijt. Sabo zit op zijn stoel te wippen van opwinding. "Kom op, je zou toch winnen dit keer?" Oscar trekt een pruillip.

Het spel eindigt zonder grote verrassingen, met de genadeslag van een gewiekste grootgrondbezitter die beweert dat hij al veel clementie heeft getoond. "Ik moet aan mezelf denken," zegt Sabo. "Het leven is hard, dat weet je toch?"

"Heb je in de badkamer gekeken of je niets vergeten bent?" Sabo knikt. "Kom, dan breng ik je." Oscars moeder duwt de jongen voor zich uit en trekt de voordeur dicht. In de garage start ze de auto. Ze kijkt in de spiegel naar Sabo. "Vind je het leuk in het centrum?"
- "Gaat wel," zegt hij ten slotte.
"Zijn er dingen die je storen? Wat vind je niet prettig?" Oscars moeder probeert luchtig te klinken.
- "Dat hebt u al gevraagd. Maanden geleden al. Bent u vergeten wat ik toen zei?"
Sabo kijkt uit het raam naar de tram die hen op de middenberm inhaalt en even verder bij de halte stopt. Een jonge, gezette Afrikaanse vrouw stapt af, een zware caddy achter zich aan zeulend.
"Wat zei je toen, jongen?"
- "Dat er veel lawaai is in het internaat. De andere kinderen roepen voortdurend, ze zijn erg druk en worden gauw boos. Ik krijg er soms hoofdpijn van."
Sabo blijft naar buiten turen.
"En hoe gaat het met je ouders?"
- "Goed."
"Bel je hen nog vaak?"
- "Ja."
"Praat je met je moeder?"
- "Ja."
"Wat vertel je haar dan?"
- "Gewoon."
"Is het leuk om met haar te spreken?"
- "Ja."
"Als je terug kon gaan, zou je dat doen?"
Sabo kijkt haar geschrokken aan. "Wat, terug naar Syrië? Nee. Nee, echt niet."
"Waarom niet?"
- "Hier is beter, hier is leuker."
"Zelfs zonder je ouders?"
- "Ja. Toch wel."

Oscars moeder knikt berustend. Ze moet denken aan de woorden van Sabo's oom, die onlangs voor langere tijd naar Syrië is teruggekeerd. "Hij zal zijn land vergeten, zijn ouders, zijn broertjes," zei hij. "Ik zie het aan hem, soms belt hij wekenlang niet naar de familie."

Toen oom vertrok, wou Sabo hem niet uitwuiven in Zaventem. Hij liet zijn begeleider beloven dat ze er onder geen beding heen gingen. "Ik ben bang voor die plek. Daar ben ik aangekomen, daar ondervroeg de politie me een hele dag," legde hij uit. "De luchthaven is een plek waar ze mensen aanhouden en op het eerste vliegtuig naar hun geboorteland zetten. Dat wil ik niet, ik wil niet naar Syrië. Beloof me dat het niet gebeurt."

In de autospiegel kijkt Oscars moeder naar de laatste zonnestralen op Sabo's guitige gezicht. Ze ziet een kind als een ander. Als geen ander ook, evengoed van elders als van hier. Toen de guillotine op het verleden neerkwam, moest het Koerdisch van zijn kindertijd plaatsmaken voor het Nederlands van de toekomst. Hortend en hakkelend eerst, maar ondertussen goed genoeg voor de overgang naar het zesde leerjaar in een Nederlandstalige Anderlechtse basisschool.

Sabo is een kind als een ander, impulsief, spelziek, sportief. Een nietsontziende winner, een fanatieke voetbalfanaat. Een supporter van Anderlecht, tot Oscars grote ongenoegen. Een modale jongen, alleen het gat in zijn hart is groter dan gemiddeld. Met woorden laat het zich voorlopig niet vullen.

door Catherine Vuylsteke

--------------------------
Vroeger is een ander land - Relaas van acht aangespoelde levens. Tekst: Catherine Vuylsteke; fotografie: Eric de Mildt, Tim Dirven, Nick Hannes, Jan Locus, Dieter Telemans en Alain Schroeder, Loïc Delvaulx, Bieke Depoorter. In het Nederlands en Frans.

Tentoonstelling in het BELvue Museum (Paleizenplein 7, 1000 Brussel, 070-22.04.92, www.belvue.be) van 23 november tot en met 29 januari 2012; gratis toegang.

Meer op www.nadaar.com en www.catherinevuylsteke.com

--------------------------

Met de steun van het Fonds Pascal Decroos, Le Fonds pour le Journalisme, Koning Boudewijn-stichting, Nationale Loterij en UNHCR

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni