Jules Goossens, wereldreiziger met de fiets
V ertelt Jules Goossens het allemaal met een sappig Molenbeeks accent, een geboren en getogen Brusselaar is hij niet. "Ik ben geboren in Wallonië, in Gosselies. Mijn vader en moeder waren Vlamingen die naar de Walen waren verhuisd omdat er werk was in de mijnen. Wij waren les Flamins. Maar we hebben er toch een en ander opgepikt, ik spreek nog altijd Waals met mijn kozijns."
"Naar Brussel zijn we verhuisd door de grote oorlog, omdat het hier volgens mijn ouders makkelijker leven zou zijn. Ik was toen veertien. Op mijn zestiende ben ik voor het eerst in Frankrijk geweest, om te gaan werken. Op campagne, zoals dat heette. Op 't lest van de oorlog ben ik door de Bochen opgepakt. In Charleroi."
"Zoals u ziet, heb ik het overleefd. En heb ik met volle teugen kunnen genieten van de dagen na de bevrijding. Al wat Amerikaans was, was goed, tot de mode toe. De mode van de zoot suits, kleurrijke pakken met olifantenpijpen en al even kleurrijke, breedgerande hoeden. Les zazous noemden we de mannen die hier in die pakken rondparadeerden."
Genieten van Brussel deed hij ook alle jaren daarop. "Ik heb het altijd een schuun stad gevonden. Maar er is veel veranderd, hé. De universiteit hier aan het Elisabethpark, dat was vroeger een brouwerij, Ixelles-Berg. Twee brouwerijen, eigenlijk, die gefuseerd waren. Ik herinner me ook nog dat in september, bij het begin van het schooljaar, de leerlingen samenstroomden op het Martelaarsplein. Nu is dat allemaal voorbij, hé."
Goossens vertelt het bij een smakelijk getapte pint in Le Sainte-Anne, een volkscafé in de schaduw van het gemeentehuis van Koekelberg en de Sint-Annakerk. Op de grens ook met zijn Meulebeik. "Een pint kost hier normaal gezien een euro dertig, maar voor gepensioneerden is het een euro." Hij lacht.
Je komt er ook niet zomaar binnen, in Le Sainte-Anne. Pas nadat de potentiële klant goedgekeurd is, wordt de toegangsdeur elektronisch ontgrendeld van achter de toog. Een voorzorgsmaatregel. "Een mens moet uit zijn doppen kijken, hé. Ook ik ben aangevallen. In de rug aangevallen. Ik heb me verzet, heb die gast een stoemp in zijn buik gegeven, waarna hij gaan lopen is. De politie heeft hem niet veel later bij de kraag gevat. Het bleek een gevaarlijk sujet te zijn, de kerel had al drie jaar staan."
Goossens is er duidelijk niet de man naar om zich zomaar te laten doen. "Ik heb dan ook altijd aan sport gedaan. Veel fietsen, maar ook voetbal en boks, wat die dag nuttig is gebleken."
Voetballen deed hij bij Gosselies, dat toen nog uitkwam in eerste, de huidige tweede nationale. "Nog tegen den Union en tegen den Daring gespeeld. Ik was center-veur, spits. 'k Haa gien klasse, maar luupe kon ik; veel goals gemaakt zonder dat ik goed wist hoe. Het was ook niet simpel spelen. Op slechte terreinen, en de bal was een varkensblaas met een met een veter dichtgesnoerd leder eromheen. Als je de bal toevallig met het hoofd raakte op de plek waar die veter zat, dan wist je wel hoe laat het was. En als het geregend had, dan woog die bal wel tien ton. Het was dan wel eerste divisie, maar veel stelde het niet voor. Techniek hadden we niet, als we met de ploeg van toen tegen een bende scholieren van nu zouden spelen, dan zouden we gegarandeerd slaag krijgen. Ik heb ook lang aan meervoudige sport gedaan, een soort van triatlon avant la lettre. Fietsen, zwemmen en atletiek. Hoewel - zwemmen, bij mij was het meer baksteenslag."
Mérite Sportif
Zijn kost heeft Goossens verdiend als trucker bij Tedesco, maar sport is altijd zijn passie geweest. En dan vooral fietsen. "Ik heb in Meulebeik nog de tweede prijs gekregen van Mérite Sportif; de eerste was Raymond Goethals. Dat was een echte crack."
"Ik heb onder meer zes keer Brest-Parijs-Brest gereden. Twaalfhonderd kilometer. Die moest je doen in negentig uur. Negentig uur en één minuut, en je werd niet in de uitslag opgenomen. Ik had het nummer 100, ze wilden me eerst nummer 1.000 geven, maar dat is naar Poulidor gegaan, Poupou. Die koers wordt nog elke vier jaar gereden, maar het is niet meer zoals vroeger."
"Door de fiets heb ik merveilleuze dingen gezien. Het Andesgebergte onder meer, de Noordkaap. Op alles was ik voorbereid, ik had alles mee. Op gewicht werd bespaard waar het kon. Een stuk zeep bijvoorbeeld, dat was een klontje. Hoeveel kilometers ik in mijn leven heb gereden, hoeveel cols ik heb beklommen: ik heb het niet bijgehouden. Maar ik maalde er toch makkelijk tienduizend per jaar af. Puur voor het plezier."
"Ik fiets niet meer zo vaak als vroeger, en met het buitenland is het al helemaal gedaan. Ik ben niet meer zo sterk, ik heb jicht. Als het vroeger regende, dan keek ik eens en zei ik: ''t Zijn kleine druppeltjes.' En weg was ik. Nu zeg ik: 'Oei, het gaat misschien regenen' - en ik blijf binnen."
"In Brussel fietsen vind ik heel gevaarlijk geworden. Twee jaar geleden ben ik gevallen. Dubbele breuk van den baseng, het bekken, en nog eens vijf ribben gebroken. Ik ben nog rechtgestaan, maar toen voelde ik dat ik toch serieus wat schade had opgelopen. Ik durf ook niet meer wat ik vroeger durfde. Voor een steile afdaling van de een of andere col draaide ik mijn hand niet om. Nen draai, dat was niks: als een baksteen naar beneden."
Stilzitten kan Goossens nog altijd niet. "Ik heb gisteren nog tot elf uur 's avonds gewerkt. Als ik iemand een plezier kan doen, dan doe ik het. Zo verzorg ik als vrijwilliger het materiaal van Cyclone A, een Jetse tandemclub voor mensen met een visuele handicap."
"Ik ga nu voor mijn gerief naar Jacky, Plume Sports, hier in Molenbeek. De Pluim, zeggen ze. Een monument, maar die gaat er ook mee stoppen. In vroeger jaren waren vedetten als Rik Van Steenbergen daar kind aan huis. De Lotste Kegel aan de Nord, daar kwamen de coureurs allemaal. Ze kaartten ook graag. Nu, nu zijn het allemaal heren."
"Straks ga ik zoals altijd helpen in het bejaardentehuis, de Clos Saint-Rémy, hier vlakbij. Mijn vrouw Marie-Louise, met wie ik twee prachtige dochters heb grootgebracht, is er drie jaar geleden gestorven. Ze is 94 geworden. Mensen helpen ik doe het graag, je hebt er zelfs die niet willen eten als ik daar niet ben."
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.