Julot Verbeeck krijgt ereburgerschap

Jules 'Julot' Verbeeck (°1921), 'de Charles Trenet van de Belgische pr-attachés', krijgt volgende week maandag uit handen van burgemeester Freddy Thielemans de titel van 'Ereburger van de stad Brussel'.

In 2001, op tachtigjarige leeftijd, nam Verbeeck, na 42 jaar zelfstandig voor de Muntschouwburg te hebben gewerkt en zestig jaar voor de showbizz, afscheid van de coulissen.

Op dat moment was hij al 'onsterfelijk' en een label voor kwaliteitsevenementen in Brussel. Drie generaties journalisten vielen voor de promotieijver en verkoopscharmes van de Brusselse pionier en éminence grise van de public relations. "Voor de liefjes van de journalisten had ik een caravan op het Flageyplein," vertrouwde Verbeeck ons toe bij zijn pensionering (BDW, 13 maart 2001). Iedereen vond er duidelijk baat bij.

Verbeeck woonde als kind in de Hoogstraat naast Toots Thielemans. Op achttienjarige leeftijd al richtte hij in de taverne van het Paleis voor Schone Kunsten een Brusselse Charles Trent-Club op (1939), een formule van 'fanclub' avant-la-lettre. Later werd hij Trenets promotiemanager. Hij haalde in 1956 voor het eerst het Circus van Moskou naar het Koninklijk Circus - de Russen bleven een maand lang. Hij verzorgde zelfs de regie van de legendarische clown Popov.

In de jaren zestig gaf hij de Ancienne Belgique nieuwe zuurstof, met optredens van Annie Cordy, Léo Ferré, Claude François, Johnny Hallyday, Sylvie Vartan en Vlaamse artiesten zoals Bobbejaan Schoepen en Will Ferdy. Iedere week een andere artiest en iedere week perscocktails en fotosessies in het Martini Center: gouden tijden voor variété en show.

Voor de Munt haalde hij, alweer een primeur, in 1959 Maurice Béjart van de trein in het Zuidstation, en hij bleef onder drie directeurs trouw 'freelance pr-attaché' van de Muntcampagnes voor nieuwe publiekswerving. Ook de concerten in het Astoria Hotel en in de Gotische Zaal van het stadhuis en de eerste edities van Europalia heeft Verbeeck mee opgezet. "Artiesten zijn voor mij onsterfelijk," was Verbeecks leidmotief.