© Brik

Kinderbijslag in Brussel: ‘Studiebeurzen verdwijnen niet’

Steven Van Garsse
© BRUZZ
01/06/2016

Vlaanderen heeft belangrijke beslissingen genomen in verband met onderwijs en kinderbijslag. Die hebben ook hun weerslag op de Nederlandstaligen in Brussel. Vanmiddag debatteert het Vlaams parlement over de kinderbijslaghervorming.

Eerst het eenvoudige verhaal. Vlaanderen stelt een grondige hervorming voor van de kinderbijslag vanaf januari 2019. Daarbij krijgen ouders voor elk kind dat vanaf dan geboren wordt eenzelfde bedrag (160 euro), aangevuld met sociale correcties. Vooral éénoudergezinnen winnen hierbij.

Op de kinderbijslag in Brussel heeft die Vlaamse hervorming geen enkele invloed. Sinds de zesde staatshervorming is de kinderbijslag in Brussel een bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, die uitsluitend in het Brussels Gewest opereert.

Brussel doet het, zoals steeds, kalmer aan. Een beslissing over de kinderbijslag is er nog lang niet. De regering heeft zopas een studie besteld bij het centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (Antwerpen) om na te gaan hoe de gezinssamenstelling in Brussel eruitziet en wat de implicatie zal zijn van een hervorming van de kinderbijslag.

Zeker zolang zal Brussel het huidige systeem van kinderbijslag handhaven. De Vlaamse beslissing zet wel druk op de ketel. Er zou na 2019 bijvoorbeeld concurrentie kunnen ontstaan tussen beide gewesten. Hoe dan ook zijn er nog tal van samenwerkingsovereenkomsten nodig tussen Brussel, Wallonië en Vlaanderen over de kinderbijslag.

Problematischer voor Nederlandstalig Brussel is de beslissing van Vlaanderen om de schoolpremie en de schooltoelagen (studiebeurzen) te integreren in de nieuwe kinderbijslag. Die heten voortaan participatietoeslag. Hoe zal die er in Brussel uitzien? De vraag is relevant.

Om het scherp te stellen: een Franstalig kind uit Vlaanderen dat in Brussel naar school gaat, of een Nederlandstalig kind uit Brussel dat in Vlaanderen naar school gaat, zal een andere behandeling krijgen. De domicilie is bepalend. Dat is het gevolg van de zesde staatshervorming.

Het kabinet van minister van onderwijs Hilde Crevits (CD&V) geeft geen uitleg hoe het systeem er concreet zal uitzien, maar vast staat dat de (kansarme) Brusselaars in het Nederlandstalig onderwijs nog steeds beroep zullen kunnen doen op de schooltoelage (98, 194 en 630 euro per jaar afhankelijk van de leeftijd). Voor het kleuter, lager en secundair onderwijs gaat dat toch om 15.000 kinderen. Het bedrag zal wellicht gestort worden nàast de Brusselse kinderbijslag, en niet samen met de kinderbijslag zoals in Vlaanderen.

Iets anders is de schoolpremie. Dat is het extraatje bij de kinderbijslag aan het begin van het schooljaar. Vlaanderen breidt die uit voor ouders die hun kinderen naar een crèche brengen. Het gaat wel om relatief kleine bedragen (zie tabel). Die schoolpremie is een bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Brusselaars zullen dus niet van dit systeem kunnen genieten, maar behouden voorlopig wel het huidige Brusselse GGC-systeem (vandaag tussen 20 en 80 euro per jaar).

SCHOOLTOELAGE

> Vlaanderen én Brussel, vanaf 2019 enkel voor lage inkomens

LEEFTIJD BEDRAG 3-5 jaar 98 € per jaar 6-12 jaar 194 € per jaar 12-18 jaar 630 € per jaar

SCHOOLPREMIE

> alleen in Vlaanderen, vanaf 2019

LEEFTIJD BEDRAG 0-2 jaar 20 € per jaar vanaf 5 jaar 35 € per jaar vanaf 12 jaar 50 € per jaar vanaf 18 jaar 60 € per jaar indien dure crèche 0-3 jaar +3,17 € per dag indien naar school 3 en 4 jaar +150 € per jaar


Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni