Kuregem: 'Geen doorsneewijk, maar ook geen Far West'

De laatste weken is er wat te doen geweest rond de Anderlechtse wijk Kuregem. De een noemt het een soort oorlogsgebied, de ander ziet het als een kleurrijke wijk, maar dan wel met kansarmoede. Zeker is dat haast niemand ontkent dat er problemen zijn in Kuregem. BDW ging op ronde en sprak met Joris Tiebout en Patrick Verheggen van Abatan NV.

"Er wordt in Kuregem een steen naar een lijnbus geworpen en de hele nationale pers staat op haar achterste poten. Het is alsof de media onze wijk niets gunnen. Wie Kuregem niet kent, krijgt de indruk dat het hier de Far West is. En dat is het zeker niet," zei Christiane Peetermans alias 'Madame Kuregem' anderhalf jaar geleden in BDW.

Het Anderlechtse gemeenteraadslid is niet de eerste en enige die zich stoort aan dat slechte imago. Evenmin zal ze de laatste zijn die zich blijft verzetten tegen de eenzijdige omschrijving van haar wijk en gemeente: nadat gemeenteraadslid Walter Vandenbossche (CD&V) drie weken geleden in De Standaard stelde dat je in Kuregem haast niet meer alleen de straat op kunt, voelde ook Steven Samyn, journalist van diezelfde krant en inwoner van Anderlecht, zich niet te beroerd om in zijn pen te kruipen ter verdediging van "het Tsjetsjenië aan de Zenne".

Een kleine rondgang in Kuregem leert dat het geen doorsnee Brusselse wijk is. Een vijfde van de handelszaken staat er leeg, maar dat neemt niet weg dat er hotels - jawel, zelfs een luxehotel - te vinden zijn. En ja, je hebt de (semi-legale) autohandel waartegen weinig wordt gedaan, de theesalons met aangeslagen ruiten waar je niet direct zou binnengaan, en de vuile pleinen. Maar Tsjetsjenië?

"Twee, hooguit drie portefeuilles worden er gemiddeld per week op onze markt gestolen," zegt Patrick Verheggen van Abatan, de slachthuissite van Anderlecht. "Voor een markt waar wekelijks ruim 100.000 mensen op af komen, valt dat goed mee. En agressie? Dat maken we hier zelden mee. Toen de meest recente rellen plaatsvonden, merkte je dat hier in de directe omgeving helemaal niet." Abatan NV is de grootste handelszaak van de wijk. De wekelijkse weekendmarkt trekt mensen uit heel België aan. 35 procent van de klanten komt uit Anderlecht.

Michelinster
Voor de duidelijkheid: Verheggen zelf woont niet in Kuregem, en ook Joris Tiebout, afgevaardigd bestuurder van Abatan NV, woont buiten het Brussels Gewest. "Maar ik ken de wijk wel," zegt Tiebout. "Al sinds de jaren 1970 werk ik hier. De problemen zijn er, maar zeggen dat het hier bergaf gaat is overdreven. Mocht het hier echt gevaarlijk zijn, dan had de bekende tentoonstelling Körperwelten op twee edities nooit 850.000 bezoekers gelokt. Wat we wel vaststellen is dat, als er zich problemen voordoen, ze zich niet tot Kuregem beperken."

Zelf hebben Tiebout en Verheggen nooit echt problemen ondervonden. "Oké, een auto is al eens bekrast en we hebben eens problemen gehad met jongeren die onze parking gebruikten om te racen met kleine motorfietsjes. Meer niet," meent Verheggen. "Kijk, als mensen samen een project hebben, geloof ik wel dat het goed komt. Hier hebben we tezamen een project: we organiseren samen met 600 handelaars een bekende en druk bezochte markt, en mensen komen hier graag hun voedsel inkopen," voegt Tiebout daaraan toe. "En niet alleen binnen onze muren gaat het goed. Dat restaurant daar, La Paix, heeft een Michelinster. Niet slecht voor oorlogsgebied."

Ze hebben trouwens nog plannen in Kuregem. "Volgende week openen we in onze evenementenruimte De Kelders van Cureghem een nieuwe expo. En we zijn met een project bezig waarmee we op termijn letterlijk de muren rond de site willen slopen en een levendige wijk willen maken. Mocht het hier onleefbaar zijn, zouden we toch geen 15 miljoen euro willen investeren?"

Volgens Atrium, het regionaal agentschap voor investeringen in de stad en handelswijken, is Kuregem met wekelijks 100.000 marktbezoekers en jaarlijks 250.000 genodigden voor De Kelders van Cureghem een levendige wijk met gemengde handelszaken. Overdag. Want wat de nacht biedt, daarover bestaan minder studies. Met een fotocamera loop je er best ook niet te koop, zo mocht fotograaf Michiel Hendryckx in september nog ondervinden toen hij een foto van de wijk wilde maken. Wanneer de volgende rellen zullen plaatsvinden, zal het debat dan ook opnieuw oplaaien.