Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Deze week: Troonplein

MAANDAG, 31 OKTOBER, 22 UUR

Het is tien uur ‘s avonds en ik zit moederziel alleen naast Leopold II - of toch naast het ruiterstandbeeld van de bebaarde hipster. Prompt rijzen een aantal pertinente vragen, waarvan die naar de zin en onzin van standbeelden er één is. Wordt er na de inhuldiging eigenlijk nog wel naar die dingen omgekeken? Moeten standbeelden wat dat betreft niet regelmatig worden geëvalueerd? Is een ontslag voor standbeelden bespreekbaar? Of zouden dergelijke pop-upstandbeelden afbreuk doen aan ons historisch besef?

Met deze gebronzeerde baard liggen de zaken natuurlijk nog problematischer. Figuurlijk is de koning-koloniaal, die nog enigszins provocatief in de richting van Matongé kijkt, al lang van zijn voetstuk gehaald. De majesteit van de mensenrechtenschennis kreeg af te rekenen met majesteitsschennis van mensen op zoek naar recht. Verdient zo’n man een permanent statue?

Ook de Bruzz-bus die passeert op de kleine ring, en de pizzabesteller die wegketst op de kasseien van de Hertogstraat kunnen de vraag niet naar de achtergrond verdringen. Het standbeeld zelf hinkt op twee gedachten. Er is duidelijk op de vorst zijn kop gescheten, maar het voetstuk is er zeker wel nog. De bescheiden hengst buigt het hoofd en staat tot tweemaal toe met beide benen op de grond, maar moet in toom worden gehouden door de linkerhand van zijn berijder, wiens gespannen rechterhand ook enige zin voor initiatief verraadt.

Welke kant wil hij uit? Hij staat daar wat misplaatst aan de achterdeur van het paleis. Alsof zijn beschaamde nabestaanden hem postuum met een kluitje in het riet hebben gestuurd. Volgens de standaard die de Bouwheer der Belgen zelf zette, zou er zich voor zijn neus eigenlijk een enorme laan moeten uitstrekken. In de plaats wordt hij gedwarst en gedwarsboomd door autoverkeer, en staat vlak voor zijn neus een enorme tv. De gevel van het Marnixgebouw van ING is omgebouwd tot een grote flatscreen waarop reclame voor de tentoonstelling in het ING Art Center geprojecteerd wordt. Onophoudelijk rollen de woorden ‘GUGGENHEIM FULL ABSTRACTION’ voorbij, en Leopold heeft geen idee wat die zouden kunnen betekenen. Laat staan dat hij voeling zou hebben met de abstracte dans van kleuren waarvan de woorden vergezeld gaan. In de psychologische martelgang door deze psychedelische loop zit enige immanente rechtvaardigheid. De koning en zijn tv zouden een kunstenaar misschien kunnen inspireren tot een kritische installatie waarvoor dan beelden van koloniale wantoestanden worden gebruikt. Ik geef het maar mee voor een volgend ‘Kunstenfestivaldesarts’.

Zelfs de leeuwen die achter de rug van Leopold heen en weer cirkelen op de zuilen van de paleispoort worden zot van het lichtspel. Ze brullen terug naar de leeuwen in het logo van ING, als betrof het een Holland-België zoals die ook in 1830 op deze plek werd uitgevochten.

Misschien is dat het wel: Leopold voelt dat hij belaagd wordt. Die gespannen rechterhand verraadt zijn vertwijfeling. Het grote plantsoen op het Troonplein wordt verdedigd door heel veel paaltjes, en op het standbeeld zelf staat vreemd genoeg geen enkele spot gericht. Het is één van de donkerste plekken van het centrum. Alsof het moedwillig low profile wordt gehouden. Zo pronkzuchtig bouwen en dan toch niet willen gezien worden - dat is typisch iets voor geprivilegieerden die weten dat ze worden geviseerd.

Laptopia

Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Laptopia

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni